Toepassing van HYDROSTATISCHE WATERPASSING in Nederland 27 Ir. A. Waalewijn, Hoofdingenieur bij de Meetkundige Dienst van de Rijkswaterstaat te Delft 1. Voor de uitvoering van het Deltaplan zijn nauwkeurige gegevens nodig betreffende de aard en de grootte van de golfbeweging op verschillende plaatsen in en voor de zeegaten. Fig. 1. Golfmeetpaal in de Oosterschelde Hiertoe zijn in het Deltagebied en in de Noordzee een aantal vaste opstellingen, golf- meetpalen genaamd, aangebracht op ver schillende afstanden uit de kust (fig. 1). On der de apparatuur, welke op deze palen is ondergebracht, bevindt zich in vele gevallen ook een peilschrijver. Het is daarom van be lang op deze golfmeetpalen een peilmerk te hebben, waarvan de hoogte ten opzichte van N.A.P. zo nauwkeurig mogelijk bekend is, zodat metingen van het dwarsverhang in de zeegaten mogelijk zijn. Voor de in de Noord zee geplaatste golfmeetpalen (bij Katwijk en voor het Brouwershavensche Gat) is een der gelijke nauwkeurige hoogtebepaling nodig omdat de getijregistratie op deze zeestations, in tegenstelling tot de kuststations, als prak tisch ongestoord mag worden beschouwd. 2. Wanneer normale waterpassing over land mogelijk is, levert het bepalen van een peil merk met een nauwkeurigheid van enkele millimeters geen enkel probleem. Geheel an ders wordt dit, wanneer het door een brede strook water onmogelijk wordt op regelmatige afstanden opstellingen met een waterpas instrument te maken. Men moet dan trach ten het hoogteverschil over het water in n instrumentopstelling te meten; dergelijke me tingen, die overgangen genoemd worden, vereisen een speciale meettechniek. Voor een uitvoerige behandeling van deze techniek zij verwezen naar het artikel van Prof. S c h e r-

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1961 | | pagina 3