op bepaalde afstanden gelegen evenwijdige
lijnen (met meteen de bijbehorende meetge-
tallen langs de grenzen). Gelijktijdig worden
door een tabelleermachine alle nodige gege
vens in een lijst getypt: nummer van het per
ceel, breedte der blokdelen, nummers der
punten met hun coördinaten in R.D. en in
plaatselijk stelsel (automatisch berekend),
lengte der zijden, oppervlakte, blokdeelopper-
vlakte, coördinaten der snijpunten (links en
rechts) en de kortgesloten maten (links en
rechts). Hoe snel de berekening wordt uitge
voerd, blijkt wel uit het door Dr. Kersting
gegeven voorbeeld: bij een ruilverkaveling
van 1350 ha met ca. 4300 grenspunten, 520
percelen en 800 oppervlaktekaarten (pons
kaarten) duurde de grootteberekening vier
uren.
Interessant zijn de opmerkingen over de be
reikte efficiency. Volgens de schrijver is er
nog te weinig vergelijkingsmateriaal voor
handen, waaruit men conclusies dienaangaan
de zou kunnen trekken. De voorbereiding
van de automatische grootteberekening kost
verhoudingsgewijs veel tijd. In veel gevallen
is grafische berekening veel sneller en ook
halfnumerieke berekening kost niet veel
meer tijd dan de automatische. Schr. meent,
dat het in de toekomst wellicht zo zal zijn,
dat de ruilverkavelingen in woud- en berg
streken (veel grenspunten, onregelmatige
blokvorm) grafisch berekend worden, en in
de vlakke gebieden met een regelmatiger
blokverdeling de automatische groottebereke
ning meer voordelen zal bieden. P. S. T.
Vermessungstechnik, dec. 1960, is
grotendeels gewijd aan het 9e Internationale
Congres voor Fotogrammetrie te Londen.
Wie zich vanwege zijn dagelijkse werkzaam
heid of i.v.m. zijn belangstelling voor de
fotogrammetrie wil oriënteren op het gebied
der nieuwste publikaties, vindt in de laatst
verschenen „Vermessungstechnik" een 190-
tal studies opgesomd, die hem ongetwijfeld
tot stevige steun kunnen dienen.
Weibrecht berichtte over de werkzaamheid
van de Congrescommissie, die de algemene
aspecten der fotogrammetrie behandelde.
Tussen 1956 en 1959 werden in 18 landen
meer dan 15 miljoen knV fotogrammetrisch
opgenomen, met camera's van diverse met
name genoemde merken. In dit onderdeel
noemt Weibrecht 31 bijdragen van auteurs
uit de westerse wereld over kwaliteit van
luchtfoto's, over gebruikte emulsies, optiek
e.d. H. Schoeller gaf een samenvatting (37
geschriften vermeldende) van de werkzaam
heid op het terrein der apparatuur en metho
den van uitwerking, 29 landen gaven een
inventarisatie op dit gebied, instructieve me
dedelingen over de bestaande fotogramme-
trische bureaus, de gevolgde methoden, de
uitrusting, de uitvoering. W. Rasche gaf in
vogelvlucht de problematiek der commissie
voor de aerotriangulatie (25 bijdragen),
waarbij hij de door prof. Roelofs ter discussie
gestelde radiaaltriangulatie aanstipte. Hoe
zeer hier voeling op internationaal terrein
aanwezig is, blijkt uit de proef, die het Franse
Institute Géographique National op verzoek
van Canada, Frankrijk, Westduitsland, Italië,
Nederland en de U.S.A. uitvoerde. In het dal
van de Loire werden een groot aantal proef
vluchten ondernomen, teneinde de opname-
en uitwerkingsmethoden te kunnen ver
gelijken.
Een drietal auteurs hield zich bezig met het
overzicht van het gebruik van de fotogram
metrie t.b.v. opmeting der aarde, een over
zicht dat mede aandacht schonk aan de foto-
grammetrische opmeting in een twaalftal
landen t.b.v. het Kadaster en de Ruilver
kaveling en de uitwerking ervan op kaarten
op schaal van 1 500 en 1 1000 (31 bijdra
gen).
M. Döhler berichtte over de toepassing van
fotogrammetrie voor bijzondere doeleinden
(b.v. op het gebied der architectuur, van het
gebruik van autowegen i.v.m. slijtage van het
wegdek, planning bij stedenbouw m.n. in de
Libanon e.v.a.). R. Koitzsch schreef over de
voortgang van de arbeid voor een internatio
naal fotogrammetrisch woordenboek, over het
leervak zelve en over de geschiedenis van het
onderwerpelijke. De werkzaamheden van de
commissie Luchtfoto-interpretatie tenslotte
zijn beschreven door A. Reinhold c.s., die aan
de hand van een 37-tal publikaties een schets
gaven van wat te dien aanzien internationaal
wordt gedaan en gedacht. Al met al een
„Vermessungstechnik" dat ons doet zien op
welk een peil de interesse staat der Oost-
duitse collega's voor de steeds meer veld
winnende fotogrammetrie. P. S. T.
Vermessungstechnische
Rundschau, januari 1961.
Gebruikers van waterpasinstrumenten wordt
de lezing aanbevolen van het artikel over
noviteiten op dit gebied, uitgebracht door de
bekende firma Otto Fennel uit Kassei. De
66