l/Ued U Kadaster en Landmeetkunde in de Literatuur 70 Zoals reeds in het decembernummer van de vorige jaargang werd aangekondigd openen wij onder bovenstaand kopje een rubriek, waarin de lezers gelegenheid krijgen elkander vragen te stellen en inlichtingen te geven. Het is dus niet de bedoeling dat ingediende vragen door de redactie worden beantwoord, maar dat de lezers zelf het antwoord geven. Omgekeerd kan men voor deze rubriek ook ongevraagd mededelingen en inlichtingen in zenden, waarvan men meent dat anderen daar nut van kunnen hebben. Vragen en antwoorden, zowel als inlichtingen en mededelingen dienen uiteraard betrekking te hebben op de landmeetkunde in de ruimste zin en kunnen worden gezonden aan de eindredacteur. Een eerste vraag laten wij hieronder volgen: Wie heeft ervaring met met lichtgevende verf geschilderde jalons? Ons bereikten berichten, dat deze verfsoort in zeer korte tijd zou ver kleuren en dat de zichtbaarheid daardoor slechter zou zijn dan van normaal geverfde jalons. Wat zijn Uw ervaringen hiermee? Gaarne zowel voor- als nadelen vermelden. Het spreekt vanzelf, dat deze rubriek alleen zin kan hebben, als Uwerzijds meegewerkt wordt aan het geven van de gevraagde inlichtingen. door W. Koopmans, Oud-Ambtenaar van het Kadaster Het is opmerkelijk hoe vaak men in publikaties het kadaster en de verrichtingen van landmeters en landmeetkundigen ontmoet. Wij geven hieronder enkele specimen. Mochten er onder de lezers zijn, die dergelijke aanhalingen al lezende vinden, wij zullen die graag opnemen. In het boekje van André Parrot ,,D e schatten van het Louvre en de Bijbel" (uitg. 1958 van G. F. Callenbach N.V.) noemt de auteur op blz. 126 het Esa- gilatablet, op welk kleitafeltje uit het Seleuci- dische Tijdperk 229 v. Chr. een be schrijving met afmetingen voorkomt van Ete- menanki, de zikkurat van Babyion, gerestau reerd o.a. door Nebukadnezar, die leefde van 605562. Volgens dit tafeltje mat de toren van Babel ca. 90 m en telde 7 verdiepingen (men vergelijke Parrot, Ziguurats et Tour de Babel). In ,,B abylon en het Oude Testa ment" van dezelfde schrijver komt op blz. 133 dit voor: (Parrot spreekt over het visioen, waarin Ezechiël geopenbaard wordt hoe het nieuwe Jeruzalem en in het bijzonder de Tem pel zal zijn)... De Profeet, die door de hand des Heren naar het land van Israël wordt ge bracht, ziet daar een man, die er uitziet als was hij van koper „met een linnen snoer en een meetroede in zijn hand' (Ez. 40:3). Juist deze twee attributen, het snoer en de meetroede, worden zeer vaak op Mesopota mische monumenten afgebeeld. Men zie b.v. de stéle van Ur-Nammu uit Ur, waarop de maangod Narmar ze in de hand heeft, ter wijl hij de eerbewijzen van de koning ont vangt. De meesten zien er instrumenten in, die gebruikt werden om op het terrein de plattegrond van bouwwerken uit te zetten. Sommige Oriëntalisten zien er echter symbo len van macht in (omdat goden ze in hun hand hebben). Bij ,,De Boekerij" te Baarn werd in mei 1955 een soldatentrilogie uitgegeven. De titels zijn: 08.15 De Kazerne, 08.15 De oorlog en 08.15 Het einde. In het derde deel, „Het einde" van deze roman van Hans Heil- mut Kirst, wordt het vieze einde van de heel vieze oorlog van Hitler-Duitsland uitnemend beschreven (08.15 is de soldatenuitdrukking geworden voor iets, dat niet deugt en toch blijft voortbestaan; het was het codewoord voor een oud legerpistool, dat vervangen moest worden, maar niet vervangen werd). Tussen de officieren-schoeljes treffen we op blz. 190 een dode betaalmeester aan. Hij droeg twee identificatiepapieren bij zich. Op het ene heet hij Brahm-betaalmeester, op het andere Brahm-landmeter. De vinder van deze papieren, een Poolse korporaal Kowalski, lachte gesmoord toen hij deze valse papieren bestudeerde. „Landmeter is trouwens mooi gevonden", zei hij bij zichzelf. „Geen slecht beroep in een overgangstijd." Hij woog de stukken in zijn hand. Toen mompelde hij: „Echt een beroep voor mij". En hij stak de papieren bij zich... Op blz. 214 beroept Kowalski zich voor het eerst op zijn van het lijk gegapte stukken. „Ik ben burger. En wel landmeter van be roep. Ik heb prima papieren. Ik heet Brahm..."

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1961 | | pagina 22