80
Nog even iets over de „gemeten situatie" op
een veldwerk: hieronder moet verstaan wor
den alles wat aan meetlijnen is vastgemeten
en niet de meetlijnen zelf, tenzij het nieuwe
meetlijnen zijn en het veldwerk meer het ka
rakter draagt van een overzicht van de meet
lijnenconstructie.
Er schemeren nog twee problemen voor wat
de verwijzing op de ruitkaarten betreft n.l.:
a. metingen in gebieden zonder in R.D.-
coördinaten bekende punten en
b. metingen waarvan het niet direct nood
zakelijk is ze te kaarteren en waarvan
het ondoenlijk is zo, zonder meer, de
ruiten te bepalen waarin zij vallen.
Voor wat geval a. betreft ligt de situatie vrij
gemakkelijk. De gebieden zonder vaste punten
zijn dermate onbelangrijk, dat daar geen
grootscheepse metingen verwacht kunnen
worden, zodat ook niet overgegaan behoeft
te worden tot verdere verdeling dan de km2-
ruit.
De hm2-archiefkaarten vervallen en daarvoor
plaatst men een kaart waarvan, evenals bij de
eerste bladkaart voor het laatst gebruikte
veldwerknummer, de ruitenaanduidingsstrook
wordt afgeknipt. Op deze kaart vermeldt men:
„nog te verwijzen veldwerken", en hierop ko
men alle veldwerken te staan die op dit fictieve
blad betrekking hebben. De topografische
kaart levert voldoende trefzekerheid om dit te
kunnen doen.
Op geval b. kan men dezelfde remedie toe
passen: het invoegen van een extra „nog-te-
verwijzen-kaart".
Nu moet men er echter voor zorgen dat bij een
vollediqe verwijzingsmogelijkheid deze ook
gebruikt wordt, en men niet toe moet geven
aan de neiging om het veldwerk maar even op
de „nog-te-verwijzen-kaart" te zetten. Deze
extra kaarten moeten zo min mogelijk belast
worden en van tijd tot tijd vernieuwd, als de
doorhalingen van reeds verwezen veldwerken
ze onoverzichtelijk maken.
Het geheel houdt dus in, dat, als over een be
paald gebied de veldwerken bij elkaar gezocht
moeten worden, men, naast de betreffende
ruitkaarten, ook de „nog-te-verwijzen-kaart"
raadpleegt.
De omvang van 't kaartsysteem is niet schrik
barend groot. Neem een te bestrijken gebied
van 10x10 km, d.w.z. 100 km2-ruiten. Per
km2-ruit is nodig:
1 archiefkaart „laatst gebruikte
veldwerknummer"
1 archiefkaart „nog te verwijzen
veldwerken"
100 archiefkaarten voor de hm2-ruiten
totaal 102 archiefkaarten per blad 1 1000.
Een stevige archiefkaart heeft een dikte van
ong. 0,25 mm. Per blad 1 1000 wordt dat een
dikte van 102 x 0,25 mm 25,5 mm.
Voor honderd bladen heeft men dus totaal
100 x 25,5 mm - 2,55 m. Neemt men voor het
opbergen hiervan in de handel zijnde archief
dozen ter lengte van 35 cm en houdt men voor
het naslaan een ruimte van 5 cm per doos, dan
is het aantal benodigde dozen 255 30 8 a 9.
4. (Grond) bladen 1 500
De 1 500 bladen, waarvan veel gebruik ge
maakt wordt, kunnen op dezelfde wijze be
handeld worden als de 1 1000 bladen. Er
ontstaan vier genummerde bladen per km2-
ruit, al of niet gesplitst naar gelang men de
omvang te groot vindt of niet. De nummering
geschiedt weer door de naar de oorsprong ge
richte hoek mét teken uit te drukken in co-
ordinaten, maar nu afgebroken na het hm-
cijfer. Deze nummering kan men op de over
zichtskaart 1 10.000 overeenkomstig de 1
1000 bladen verwerken langs de overgebleven
randen zie fig. 1
De verdeling in vieren van de hm2-ruit op de
1 500 kaart wordt niet gevolgd, doch men
neemt de ruitnummering over van de 1: 1000
kaart. Hierdoor is het onafhankelijk bestaan
van deze bladen op verschillende schaal moge
lijk, terwijl toch het archiefsysteem gehand
haafd kan blijven.
5. In coördinaten berekende punten
Willen we de vaste punten op dezelfde ma
nier indelen, dan moeten ze per blad 1 1000
genummerd worden. Dit te doen is zowel een
voudig als omslachtig.
Laten we eerst de eenvoudigheid bekijken.
Nemen we aan dat binnen een uiterste afstand
van y0,52 0.52 0,707 m van een vast
punt geen ander wordt bepaald, dan is het
mogelijk de nummering te laten bestaan uit de
samengevoegde, op meters afgeronde coördi
naatgetallen met weglating van de voor het
blad 1 1000 gebezigde cijfers en tekens. Zo
wordt b.v. een punt met coördinaten X
-(-5604198, Y 85377,45 op het blad aan
geduid met 042377.
Dit zijn weliswaar zes cijfers, terwijl normaal