dienst niet beschikt over mensen die voldoen
de begrip van landmeetkundig werk hebben,
terwijl zij toch het globale toezicht moeten
uitoefenen.
De afdeling Stedebouw denkt in uitbreidings
plannen met aan de oudheid ontfutselde na
men, en niet in nuchtere raamkaarten, zodat
ook hier wat toenadering van beide zijden
noodzakelijk is.
Zo zijn er wel meer gevallen denkbaar, waar
bij het er op aankomt rekening te houden met
de instelling van andere diensten.
7. Boeken van berekening
Ik spreek hier van boeken, omdat het vrij lo
gisch is er twee op na te houden, nl. één voor
de berekening van oppervlakten en een voor
de z.g. technische berekeningen.
Boek: oppervlakteberekening O.B.)
Voor de samenstelling van dit boek gebruiken
we natuurlijk de formulieren Kad. nr. 33, het
gemakkelijkst samen te bundelen in een ord
ner, Daar er geen bepaalde volgorde van de
berekeningen is die het naslaan ervan mogelijk
maakt, is de enige weg ze toegankelijk te ma
ken via het veldwerk. Op het veldwerk moe
ten de berekende percelen worden geletterd
of genummerd (per veldwerk of opdracht) en
op het veldwerk moet verwezen worden naar
boek „O.B." blz.
Boek: technische berekeningen (T.B.)
Omdat bij technische berekeningen veelal ge
gevens van verschillende veldwerken en ont
werptekeningen moeten worden verzameld, en
omdat het aanbeveling verdient de berekenin
gen van een verklarende tekst te voorzien, is
het zaak voor de samenstelling van dit boek
papier te nemen, waar berekeningen en tekst
overzichtelijk naast elkaar kunnen staan. Vol
gens mij is hiervoor het z.g. commercial paper
geschikt. Het biedt de mogelijkheid kleine
overzichtelijke formuliertjes te tekenen, terwijl
tevens de tekst niet door dikke formulierlijnen
wordt onderbroken.
Berekeningen op daarvoor geëigende formu
lieren, zoals die in gebruik bij het Kadaster,
en ook op zelf ontworpen formulieren kunnen
apart per formuliernummer in een map of
ordner worden opgeborgen. De nodige verwij
zingen van tekst en hulpberekeningen in het
boek T.B. naar de formulieren zorgen ervoor,
dat boek en formulieren toch als één geheel
beschouwd kunnen worden.
Dit T.B.-boek is, naast de verwijzingen op het
veldwerk, ook na te slaan via de puntenkaar-
ten.
8. Zelfstandige kaarteringen
De kaarteringen, welke ontstaan buiten de
gangbare bladen om, en die meestal opgezet
worden om andere diensten de gelegenheid te
geven problemen in klein bestek te kunnen
overzien, zijn niet rechtstreeks in het archief
te verwerken aan de hand van een aan co-
ordinaten ontleend nummer. In enkele geval
len zelfs is de meting ook zelfstandig uitge
voerd, wat nooit aanbeveling verdient, maar
wat in sommige gevallen niet kan worden ver
meden. In zo'n geval is de kaartering in het
geheel niet van een ruitennet voorzien.
C
Deze kaarteringen hebben bovendien het na
deel van verschillend formaat te zijn, zodat
nummering niet anders is te doen dan per ge
normaliseerd formaat (zie fig. 6). Op grootte
worden ze dus bij elkaar gelegd of gehangen,
en op de voor de kaartering gebruikte veld
werken wordt verwezen naar „Zelfstandige
kaartering formaat nr. Tevens ver
meldt men op de kaartering de veldwerken die
gebruikt zijn voor de samenstelling ervan.
In aansluiting hierop kunnen behandeld wor
den de tekeningen met gegevens welke door
andere afdelingen verstrekt worden i.v.m. een
opdracht. Ter voorkoming van moeilijkheden
schetsontwerpen te nummeren en te bewaren.
Over het algemeen is het voldoende een tot
A4-formaat gevouwen afdruk in zijn bezit te
houden, zodat hier de nummering, op dezelfde
82
D
A
B
5
136
X
193
X
272
X
386
X
545
X
771
X
1090
148
X
210
X
297
X
420
X
594
X
841
X
1189
162
X
229
X
324
X
458
X
648
X
917
X
1297
177
X
250
X
354
X
500
X
707
X
1000
X
1414
4
3
2
1
0
2D
2A
2C
2B
1090
1189
1297
1414
0
X
X
X
X
1542
1682
1834
2000
Fig. 6
Lijst van genormaliseerde papierformaten. De A-for
maten zijn weliswaar uitsluitend bestemd voor technische
tekeningen, maar de andere series kunnen ook
gebruikt worden.