grondse leidingen-, kabel-, buizen- en riole- ringennet steeds meer laat gevoelen. Bepleit wordt, dat de Staatscommissie die de regering moet adviseren omtrent de maatschappelijke functie van het kadaster ook aan deze materie aandacht zal schenken. Een reorganisatie van het kadaster in die zin, dat goede aansluitende raamkaarten worden vervaardigd, die als ba sis kunnen dienen voor diverse doeleinden, is hier naar de mening van de schrijvers een eerste vereiste. Zij menen dat hiervoor op eenvoudige wijze de kaarten dienstbaar ge maakt kunnen worden, die de fotogramme- trische dienst van het kadaster op schaal 1 2000 vervaardigd als tussenfase uit de lucht foto's. Op deze wijze zouden moederkaarten ontstaan, waaruit diverse nevenkaarten kun nen worden afgeleid. Bij vergroting tot schaal 1 1000 zouden dochterqalques ontstaan, die voor vele gemeentelijke doeleinden geschikt zijn. Daarnaast zouden deze moederkaarten dienst kunnen doen als basis voor het leidingenka daster. Dit leidingenkadaster zou, menen de schrijvers, het beste bij het kadaster onderge bracht kunnen worden. Nr. 1 van jaargang 1961 bevat een kort artikel van D. de Vries over „VOORLOPIGE PUNTSBEPALING MET HULPSYMBO LEN VAN HAUSBRANDT", dat voor een uitvoerige beschouwing over deze symbolen naar de in nr. 2 en 3 van de jaargang 1961 van „Geodesia" opgenomen artikelen verwijst. M. Rijsdijk behandelt naar aanleiding van een ar tikel van Ir. F. Harkink in nr. 2 van 1960 de „VEELHOEK MET TWEE OF MEER AFSLUITRICHTINGEN IN BEGIN- EN EINDPUNT de bepaling van de fictieve hoek volgens de H.T.W., waarin hij met de heer Harkink van mening verschilt. De laatste antwoordt in een onderschrift. In zijn preadvies voor de Algemene Verga dering van de Vereniging voor Agrarisch Recht behandelt Prof .Mr.].M. Polak „PRO BLEMEN VAN NEDERLANDS RUIL- VERKAVELINGSRECHT". Hierin toont de schrijver aan dat op verschillende punten wij ziging van de Ruilverkavelingswet 1954 ge wenst is. Vooral wordt gepleit voor een wijzi ging in de zin van de Herverkavelingswet Walcheren 1947, waarbij bezwaren tegen het plan van toedeling niet door de gewone rech ter worden behandeld, maar door een speciale Raad van Beroep. Ir. L. van Zuylen brengt verslag uit van de Tweede internationale cursus voor kaartrepro- duktie (een zeer lezenswaard artikel over di verse reproduktiemethoden en materialen), terwijl Ir. H. L. van Gent rapporteert over het negende Internationale Fotogrammetrisch Congres te Londen (1960). Nr. 2 van de lopende jaargang begint met een artikel van H. L. Rogge over „PONSKAAR TEN BIJ HET MACHINAAL BEREKE NEN VAN AFFIENE AANSLUITINGEN IN OOST-DUITSLAND" naar aanleiding van een desbetreffend artikel in het nummer van december 1959 van „Vermessungstech- nik". Verder zijn in dit nummer de voordrachten opgenomen, die gehouden werden op de Stu diedag van de Nederlandse Landmeetkundige Federatie te Utrecht op 28 okt. 1960. Dr. S. O. v. Poelje behandelde hier de „RUIMTELIJ KE ORDENING Ir. J. Rutgers de „GE MEENTELIJKE GRONDPOLITIEK" Ir W. N. V. Nooten de „SCHATTINGEN EN SCHADEVERGOEDINGEN BIJ ONT EIGENINGEN" en Ir. A. Scheffer „DE TAAK VAN DE GEODETISCH INGE NIEUR BIJ HET GEMEENTELIJK GRONDBEDRIJF'. Tussen afsluitdammen en deltadijken I Noord-Beveland door M. P. de Bruin (Rijks archief Middelburg) en M. H. Wilderom (Rijkswaterstaat Vlissingen), 300 pagina's en 200 tekeningen en foto's. Uitgave en be steladres M. H. Wilderom, Vlissingsestraat 94, Koudekerke (Walcheren). Prijs 20,85 excl. verzendkosten. Tegelijk met het sluiten van de dam in het Veerse Gat verscheen bovenstaand boekwerk als eerste in de serie „Historie en Techniek in het Deltagebied De schrijvers geven hierin een uitgebreid overzicht van de strijd die in de loop der eeuwen gevoerd werd om het eiland Noord- Beveland te doen worden, zijn en blijven tot wat het was op het moment dat het als eiland ophield te bestaan. In het eerste hoofdstuk „Land Water Land wordt beschreven hoe het oorspronke lijke eiland in 1530 door de golven werd over spoeld en gedurende 68 jaren bleef „drijven". De geschiedenis van het huidige eiland vangt aan in 1598 met de bedijking van de Oud- Noord-Bevelandpolder. Hierna volgt een boeiend verhaal van de nooit aflatende strijd tegen het water, waarbij polders werden in gedijkt en weer verloren gingen. In sommige jaren was het verlies groter dan de winst aan 121

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1961 | | pagina 21