OPGAVEN
met landmeetkundige inslag
Opgave 6
Gevraagd was de oppervlakte te berekenen
van de percelen 1, 2 en 3. Dit is te splitsen in
twee gedeelten, nl. eerst de oppervlakte van
perceel 1 en daarna die van de percelen 2
en 3.
Van het tehuis is gegeven dat een hoek recht
is, maar uit de omtreksmaten van het gebouw
valt af te leiden dat de overige hoeken ook
recht zijn. Dat brengt ons vanzelf op de ge
dachte de hoekpunten van het huis en van het
perceel in een coördinatenstelsel vast te leg
gen. Dit kunnen we verschillend doen. We
deden de volgende keus: de hoekpunten van
het gebouw met de meetgetallen 25.28 en 5.90
gaven we respectievelijk de coördinaten
100,00, 100,00 en 100,00, 156,40,
hiermede bereikende dat het perceel geheel in
het eerste kwadrant gelegen is.
Uit de coördinaten van en G zijn door ex
trapolatie die van C en D af te leiden, waarbij
controle is uit te oefenen door die van H
door interpolatie nog eens te bepalen. Deze
controle geeft uitkomsten die niet op een
tegenspraak wijzen. Daarna zijn van A ECB
twee gemeten zijden bekend, terwijl één is af
te leiden uit coördinaten. Door de projectie
van B op EC te berekenen en daarna trans
formatie toe te passen worden de coördina
ten van B gevonden. Evenzo kan men han
delen in A ADF om de coördinaten van A
vast te stellen. Steeds is het gewenst afstan
den en coördinaten in drie decimalen te be
rekenen, omdat anders te grote onnauwkeu
righeden kans hebben binnen te sluipen.
Teneinde controle te hebben op de coördina
ten van A en B, en daarmee ook op de meet
getallen zelf, wordt de lijn AB in de machine
gesteld en bijgedraaid tot E en F. Slechts on
belangrijke verschillen met de gegeven coördi
naten komen aan het licht.
Nu de percelen 2 en 3. Deze vormen samen
een parallelogram, waarvan de hoogte al heel
eenvoudig te bepalen is door de lengte te be
rekenen van de loodlijn uit A op BC in
A abc.
Voor de gebroken scheiding tussen de per
celen 2 en 3 wordt deze hoogte verdeeld in
twee stukken die zich verhouden als 19,55
32,94. De berekening van de gevraagde op
pervlakte zal nu geen moeilijkheden meer op
leveren. De antwoorden luiden:
Oppervlakte perceel 1 9881 ca;
Oppervlakte perceel 2 10479 ca;
Oppervlakte perceel 3 10327 ca.
Goede oplossingen ontvingen we van de he
ren J. v. d. Broek, C. M. Grootendorst, G.
Mehagnoul en H. C. v. d. Schaal.
Opgave 7
In de aflevering april 1961 van dit blad komt
op blz. 96 voor de opgave Kadastrale Bere
keningen nr. 1 van het examen voor tekenaar
van het kadaster, maart 1961. Deze opgave
vragen wij uit te werken. Alleen voegen wij
er nog de volgende vraag aan toe: Bereken de
uitzetgegevens van het punt 14 t.o.v. de lijn
732-733.
Oplossingen kunnen voor 1 augustus 1961
gezonden worden aan mej. C. A. C. Best,
Nieuwe Haven 6, Den Haag.
140
133.59,
,97.00
IpO.OO
100.00
,3854
29.28j
0