RUILVERKAVELINGS-ALLERLEI
141
Jaarverslag 1960 Centrale Cultuur
technische Commissie c.a.
Bovenstaand jaarverslag vangt aan met er op
te wijzen dat 1960 een feestjaar was in ver
band met het feit dat C.C.C. en Cultuurtech
nische Dienst 25 jaar en de Ruilverkavelings-
dienst van het Kadaster 35 jaar bestonden.
Ook verder was het afgelopen jaar een be
langrijke mijlpaal in de geschiedenis van de
cultuurtechniek en wat daarmee annex is,
doordat de regering een beslissing nam over
het Meerjarenplan voor Ruilverkaveling,
waarbij de keuze viel op een stemmingspro
gramma van 40.000 ha per jaar. Het gemid
delde bedrag der investeringen dat volgens
het Meerjarenplan 3.400,-— per ha zou
moeten bedragen werd echter gesteld op
2.000,tot 2.500,per ha. Dit kan wor
den bereikt door verbetering van de uitvoe
ringstechnieken, uitvoering van werken
buiten ruilverkavelingsverband en door het
uitvoeren van goedkope administratieve ruil
verkavelingen naast intensieve. De voor ruil
verkaveling beschikbare gelden werden voor
de komende drie jaren vastgesteld, zodat een
planning op iets langere termijn mogelijk is.
Kostenbesparingen tracht men ook te berei
ken door een meer uniforme en systematische
voorbereiding. Meer en meer worden voor
bereidingscommissies ingeschakeld, waarin
ook reeds de kadastrale ruilverkavelingsdienst
meespeelt en waardoor men tracht te komen
tot een meer verantwoorde stemmingsbegro
ting.
Door de grote verwevenheid van de cultuur
techniek met allerlei andere belangen werd en
wordt gestreefd naar nauwere en regelmatiger
contacten en samenwerking met allerlei dien
sten als Kadaster, Staatsbosbeheer, Rijksland-
en tuinbouwvoorlichtingsdienst en andere. In
het einde van 1960 leidde het overleg met het
Kadaster tot een regeling voor periodiek over
leg tussen de directie van de C.D. en die van
het Kadaster en tussen de provinciale direc
ties van de C.D. en de ruilverkavelings
bureaus.
Naast de wettelijke ruilverkavelingen neemt
het aantal ruilverkavelingsovereenkomsten
steeds meer in betekenis toe. In 1960 werden
meer overeenkomsten door de Minister van
Landbouw en Visserij goedgekeurd dan in
enig voorafgaand jaar, terwijl het aantal in
voorbereiding zijnde overeenkomsten een nog
grotere toeneming doet verwachten. Vooral in
Noord-Brabant en Limburg zijn de activiteiten
op dit gebied zeer groot. Deze vorm van ruil
verkaveling is niet begrepen onder de ge
plande 40.000 ha die per jaar in stemming
zullen worden gebracht, maar dienen wel uit
het beschikbare budget te worden bekostigd,
hetgeen uiteraard de nodige problemen mee
brengt.
In het verslagjaar kwamen 7 blokken met een
totale oppervlakte van 4330 ha gereed, waar
onder begrepen de Herverkaveling Waarde.
15 blokken met een oppervlakte van 40.330 ha
werden gestemd en aangenomen.
Het verslag gaat ook in op diverse bezwaren,
die vooral de laatste tijd geuit worden tegen
sommige regelingen in de thans geldende ruil-
verkavelingswet, maar het wordt niet gewenst
geacht reeds tot herziening over te gaan in
verband met het feit, dat nog geen enkele ruil
verkaveling geheel onder deze wet tot stand is
gekomen en er dus nog onvoldoende ervaring
is opgedaan. Minder bezwaar bestaat tegen
een partiële herziening met betrekking tot de
stemmingsprocedure, al worden de bezwaren
daartegen ons inziens in het verslag niet vol
doende belicht.
Een apart hoofdstuk is gewijd aan het K a-
daster en de ruilverkaveling.
Hierin vinden we een overzicht over ontstaan
en taakvorming van het kadaster. Hierbij
wordt vooral ingegaan op de taak van de
landmeter bij de Onteigeningswet van 1851
en de Markenwet van 1886, waarbij de ver
deling van de Markegronden onder de deel-
gerechtigden werd geregeld. Vele facetten die
daarbij een rol speelden vinden we terug in de
Ruilverkavelingswet 1954. Reeds in 1899 nam
de Vereniging voor Kadaster en Landmeet
kunde het initiatief in een adres aan de rege
ring te wijzen op de mogelijkheden van ruil
verkaveling, als gevolg waarvan twee land
meters zitting kregen in de Commissie „Ont
ginning" van het Nederlandsch Landbouw
Comité, welke commissie een rapport met ont
werp van wet aan de regering uitbracht.
Door de Nederlandsche Heidemaatschappij