3^CadaMer en landmeetkunde in de literatuur Regering besluit het ruilverkavelingsplan „Lollebeek" te handhaven Nieuw Peelreseruaat van 800 ha Het ruilverkavelingsplan Lollebeek", het grote ruilverkavelingsproject van Noord-Lim burg (11,700 ha) zal volgens plan verder ter uitvoering worden voorbereid met inbegrip van de voorgenomen ontginning van de om streden Heidse Peel onder de gemeente Horst, welk gebied met de Dorper Peel in het geheel van het plan niet kan worden gemist. De minister van Defensie heeft op grond van nader gebleken ongeschiktheid van het ter rein afgezien van zijn aanspraken op de Heidse Peel als militair oefenterrein. De regering heeft besloten, naar het ministerie van landbouw en visserij mededeelt, het ruil verkavelingsplan ongewijzigd te laten en de ontginning van de Heidse Peel in het raam van de cultuurtechnische werken mogelijk te maken. De regering heeft hiertoe kunnen beslissen, omdat zij tevens een oplossing heeft gevon den voor de met de bestemming van de Heidse Peel samenhangende problemen van recreatie en natuurbescherming. De bestemming van het naburige gebied van „Mariaveen", dat was aangewezen als terrein voor ontginning, is ge wijzigd. Het gebied zal n.l. worden overge dragen aan het ministerie van onderwijs, kun sten en wetenschappen en zal worden bestemd tot recreatie- en natuurbeschermingsgebied. Mariaveen-Noord (350 ha), Mariaveen-Mid- den (300 ha) en Mariaveen-Zuid (150 ha) zullen dan samen een nieuw Peelreservaat kunnen vormen van 800 ha, naast het be staande Peelreservaat onder Nederweert ten noorden van de gemeente Weert. De regering hoopt, dat het mogelijk zal zijn het „Maria- veen"-reservaat nog uit te breiden met gron den van de aangrenzende Griendtveense Peel (250 ha), welke thans eigendom zijn van de gemeente Horst. Dr. Richard Hennig heeft in zijn „Terrae In- cognitae" (Eine Zusammenstellung und kri tische Bewertung der wichtigsten vorcolum- buschen Entdeckungsreisen an hand der dar- über vorliegende Originalberichte, 2e druk, 2e deel, uitg. E. Brill) bijzonderheden me degedeeld over ,,eine vorgebliche Reise römi- scher Geometer zum Serischen Ozean" in het jaar 393. Deze gegevens zijn (deels) ont leend aan Dicuil, de mensura orbis terrae, I, blz. 1 en 19, uitg. Gustav Partheij, Berlin, 1870, nevens welk werk men vooral het boek van A. Letronne: Recherches géographi- ques et critiques sur le livre De mensura Or bis Terrae, Parijs, 1814, moet bestuderen. In het 15e jaar van de regering van keizer Theodosius (de Grote), 379395, heeft deze een aanvang gemaakt met het laten op meten van „die Lander des Erdkreises..." Uit bronnen van tijdgenoten is omtrent deze enorme opmeting (vreemd genoeg) niets be kend. Het bericht kwam tot ons alleen door het aangehaalde aardrijkskundige werk van Dicuil, een Irische monnik uit de 9e eeuw, waarschijnlijk dezelfde als de Abt Dichullus van Pahlacht. Volgens Ferd. van Richthofen, China (Berlin, 1877) zouden deze in de 4e eeuw uitgezonden landmeters eigenlijk her halen, wat Agrippa reeds in de tijd van Augustus had gedaan. Maar Joseph Hager noemt deze Erdvermessung „die auf Befehl Theodosius des Grossen angefertigte Erd- beschreibung", met welk woord misschien niet geheel hetzelfde wordt bedoeld. Dicuil heeft in zijn bespreking, die oorspron kelijk als D-codex 4806 voorkomt in de Pa- rijse Handschriftenbibliotheek, ook een 12- regP' latijns vers van een onbekende dich ter yepubliceerd, in de negende regel waar van wordt gezegd, dat slechts enkele maan den aan het bijeenbrengen van het materiaal is besteed en „geschriften der ouden" zijn gebruikt. Hoewel dit gedicht de loftrompet steekt over Treodosius, zou dat er toch op wijzen, dat het werk dezer geodeten meer aan de schrijftafel dan in het vrije veld werd uit gevoerd. Van die geweldige reizen tot aan de Stille Oceaan zou dan waarschijnlijk overblij ven een onderzoek in de landen aan de Kas pische Zee, die reeds lang bekend waren en veel dichterbij gelegen. De begrippen „Seri- sche oceaan" en „Stille oceaan" zouden el kaar tegenwoordig dekken. In de 4e eeuw echter lagen de voorstellingen van de wereld wel geheel anders dan nu. 144 W. Koopmans, Oud-Ambtenaar van het Kadaster

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1961 | | pagina 14