Kartografie (mededelingen van de kartogra- fische sectie van het Koninklijk Aardrijkskun dig Genootschap, nr. 11geeft in dit eerste artikel van een serie Beschouwingen over generalisatie in de karto grafie van A. J. Pannekoek, omgewerkt naar een voordracht van 1960. De auteur stelt vast dat generaliseren het keuze maken uit datgene, wat men op de kaart zou willen afbeelden, zodat overblijft wat voor een dui delijk beeld toelaatbaar is, het selecteren dus en het omvormen) noodzakelijk is omdat de kaart een grafisch gebruiksvoorwerp is. Het lijkt op het werk van een kunstenaar, maar dan van een kartografisch kunstenaar, die door de aangenomen kaartsymbolen en in zijn vormgeving de meest gebondene van alle kunstvormen moet realiseren. Het artikel is voorzien van verscheidene voor beelden van goede en slechte generalisaties van kustlijnen, veelal afkomstig uit Neder landse en Franse atlassen. Aan het slot constateert de schrijver dat voortborduren op een eenzijdige generalisatie tot een ariatuur kan leiden en dat het nodig is bij dit werk telkens terug te grijpen naar kaartmateriaal op veel grotere schaal om de werkelijke toestand te leren kennen. In de rubriek „Bespreking van nieu- weuitgaven" worden, naast de kaart van Amsterdam 1 50000 en nieuwe atlassen o.m. gememoreerd de artikelen die onze mede werker L. R. M. van den Brink publiceerde in dit tijdschrift (Geodesia 1960, nrs. 5, 6, 9, 11 en 12), welke artikelen als gebundelde over drukken (17 pag.) bij de schrijver verkrijg baar zijn. (Bestellingen door storting van 3,50 op postrekening 192117.) Ir. C. Koe man noemt dit geschrift „een goede gelegen heid voor leerling-kaarttekenaars, om de eer ste beginselen van het kaarttekenen te leren". W. K. Mitteilungsblatt, april 1961, van de „Bund der Öffentlich bestellten Vermessungsinge- nieure e.V." bevat een voordracht van dipl.- ing. Hans Engler, gehouden n.a.v de oprich ting van de groep Saarland, over S t e 11 u n g u n d Aufgaben der b. V. i m Saarland in Vergangenheit und Gegenwart. Omdat door de oor log veel geschiedkundig materiaal vernietigd is, moet de samensteller zich zeer beperken. Hij gaat dan ook niet verder terug dan 1914. Hij herinnert er aan hoe vaak Saarland van gebieder moest veranderen. De moeilijkheden voor de landmeetkundige diensten daar zijn vele: gebrek aan geschoold personeel, door bombarderingen ernstige beschadiging van dienstgebouwen, ontzaglijk grote achterstand op verschillende terreinen en een onjuiste ver ordening op de tarieven (die nu intussen al door een betere vervangen is. W.K.). In een ander artikel worden ,,D ie Ent- ei g n u n g sv o r schriften des Bun- desbaugesetzes behandeld door G. Omdat in het komende nummer aandacht zal worden besteed aan deze persoonlijkheid, ma ken wij hier nog melding van het overlijden van de voorzitter der Deutsche Verein für Vermessungswesen, Herr Regierungsdirector dr. phil. Heinrich Röhrs te Bremen op 61- jarige leeftijd. Dr. Röhrs was één van de mar kantste figuren uit het Duitse meetwezen. W. K. De gestencilde mededelingen januari/februari 1961 van de Orde der Landmeters in België behelzen de kritiek van deze groep van onaf hankelijke landmeters-expert en landmeters architect op een voorontwerp van wet betreffende inrichting van het beroep van landmeter, dat reeds in december 1954 door de Belgische Unie van Landmeters aan de Minister van Openbaar Onderwijs werd gezonden en dat zij wijzigde in 1957. Ook bovengenoemde Or de der Landmeters heeft indertijd in haar tweemaandelijks tijdschrift nopens de be roepsorganisatie van de landmeter voorstellen wereldkundig gemaakt (nr. 50, november-de- cember 1954) Wij zijn zeer nieuwsgierig naar het tijdstip, waarop de Belgische regering een dergelijk wetsontwerp zal indienen. In de kritiek wordt o.m. naar voren gebracht, 149

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1961 | | pagina 19