136 Wanneer de aarde was samengesteld uit een homogene roterende vloeistof, dan zou ze de vorm van een omwentelingsellipsoïde hebben. Het verschil tussen beide modellen bedraagt maximaal 200 m. Uit zwaartekrachtmetingen is de vorm (niet de afmetingen) van de aarde volledig af te leiden. Omdat de bol geen ontwikkelbaar oppervlak heeft moet men zich bij het maken van kaar ten behelpen met projecties. De wereldkaar ten berusten op afbeelding van astronomisch bepaalde coördinaten op een ontwikkelbaar vlak. Gelijktijdige foto's van de maan en om ringende sterren vanuit 20 over de aarde ver spreide stations maakten het onlangs mogelijk de driehoeksnetten van alle continenten in één stelsel te brengen. Het idee van de platte aar de van Klaas Dijkstra (voor wie de zuidpool een ringdijk is en de horizon op straalbreking berust) kan als definitief afgedaan beschouwd worden. Geodesie en geologie Wanneer de aarde niet veranderde dan zou een éénmalige opname haar gedaante voor al tijd vastleggen. Nu zijn er evenwel vele be wegingen in het aangezicht der aarde. Wan neer men iedere 1000 jaar een opname maak te en deze als filmpje projecteerde met een snelheid van 16 beelden per sec, dan zou men gedurende vier minuten een aardig inzicht krijgen in de wording van continenten en oceanen, de plooiing van ketengebergten, riffen enz. Wij leven thans in een rustige pe riode van afbraak van gebergten en langzame rijzing en daling van landoppervlakken, wat ook lokale metingen bewijzen. Uit lengtewa terpassingen van Vaals naar Amsterdam blijkt dat ons land kantelt. De relatieve bodemda ling bedraagt 18 cm per eeuw. Zweden stijgt 50 cm per eeuw. Ook Amerika zoekt naar evenwicht, zodat Florida per jaar 6 mm daalt en Californië 10 mm stijgt. De geodesie heeft een descriptief en een de monstratief deel. Bij invoering van de tijd gaat geodesie over in geologie. De geologie onder zoekt tektonische bewegingen (transport van aarddelen door erosie, bezinking, plooiing, verschuiving, breuken, vulkanen enz.) en het zijn i.h.a. kaarten die dit aan kunnen tonen, zoals het naar binnen waaien van onze dui nenrij. Geodesie en geologie behoren resp. tot de beschrijvende (ideografische) en wetten- zoekende (nomothetische) wetenschappen. De subjectievere gezichtshoek van de geode sie blijkt zelfs uit de terminologie: De wetten van Davis betreffende het meanderen van ri vieren worden gezien als .aanwas en afslag"; duinvorming wordt „overstuiving door een zeeduin". Veranderingen in de aardkorst kunnen alleen door exacte metingen geconstateerd worden. Bij de aardbeving van 1960 in Californië be droeg de verschuiving horizontaal maximaal 7 m, en verticaal 1,3 m. De technische grond slag werd onbruikbaar over een lengte van 184 km en deze maakte de juiste meting van de omvang der catastrofe mogelijk. De voor spelbaarheid van aardbevingen is een onder deel van de Russische geodesie. Zij onder zoekt o.a, gravimetrisch aantoonbare anoma lieën van de zwaartekracht. Deze zijn het fre quentst in het gebied rond de Stille Oceaan, waar vermoedelijk massaverlies is ontstaan door uitstoting van de maan uit de aarde. Kennis van de juiste puntenligging is een vereiste bij het constateren van alle bewegin gen. Gezien de herkomst van continenten en oceanen (theorie van Wegener) zijn op lange termijn grote veranderingen in de eens be paalde punten te verwachten. Uit plaatsbepa lingen blijkt dat de continenten op drift zijn. De afstand Groenland-Europa neemt met on geveer 10 m per jaar toe. De straat van Gi braltar en de straat van Messina worden bre der. Madagaskar verschuift 60 m per jaar. De aarde is dus een pudding waaromheen de mens zijn nauwkeurige coördinatenstelsel legt. Hoofdstuk 2 Het subject De mens is een tellurisch wezen; hij is uit de aarde voortgekomen. Door zijn bewustzijn be paalt hij de aarde, Voor de waarnemer wor den de fysieke objecten permanente mogelijk heden van zintuiglijke sensatie. Het bewust zijn is een bundel gewaarwordingen, een con centratie van zintuiglijke indrukken op één plaats. Ongetwijfeld is het bewustzijn gege ven als hulpmiddel voor het organische leven (leven is aanpassing van inwendige aan uit wendige relaties). De mens verhoudt zich nu zo tot de wereld, dat hij deze in juiste voor stellingen als kennisobject tegenover zich stelt. Het wereldbeeld hangt daarbij af van de waarneming. Ruimtemeting vindt in het algemeen plaats door lichtsignalen die ons oog treffen. Licht is een strikte voorwaarde voor het zien (in het donker zijn alle katten grauw). We ver delen de stof dus als volgt: het licht, het oog, de waarneming.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1961 | | pagina 6