den niet voor wetenschap aan te zien. Woor
den zijn rekenpenningen; alleen dwazen zien
ze voor geld aan (Hobbes).
Het beheersen van de taal beïnvloedt onze
waarneming. Doordat het ,,zich mededelen"
aan de taal gebonden is zullen we slechts
zien wat articuleerbaar is. Alleen iemand die
het woord ..overgangsboog" kent, zal deze in
het landschap opmerken. Om te zien moet
men al denken en omdat dit zo moeilijk is zien
de meesten zo weinig.
Wij kunnen nu een aesthetiek in drie regels
ontwerpen en deze luidt: De dingen zijn al
tijd objecten-voor-ons. Het zien moet naar het
object gaan. Men kan het andere pas kennen
door er iets van onszelf in te leggen, en het
primaire gereedschap hierbij is de ratio, de
taal.
De geodesie is dus eigenlijk een onderdeel
van de retorica. Identificeren van een punt
is: weten hoe je het noemen moet. De primi
tief leerde al onderscheid maken in windstre
ken zodat oriënteren mogelijk werd. Subjec
tieve plaatsaanduidingen (hier, ginder, boven,
links, dichtbij enz.) situeren een lichaam in
de wereld. Teneinde te komen tot objectieve
waarneming, niet meer afhankelijk van een
standpunt geschiedde de waarneming later in
symbolen in overeenstemming met bepaalde
afspraken. De metende mens heeft een aparte
groottetaai met grammatica geschapen ten
einde zijn constateringen te kunnen beschrij
ven. Dit is de wiskunde. We zullen deze nog
behandelen en dan zien dat geodesie het
nummeren van de ruimte is. Moderne waar
nemingen hebben nog wel een subjectieve
vorm (veldwerken en hoekmeetformulieren)
maar deze is protocollair: Waarnemer N heeft
op het tijdstip T op de plaats P het feit Q
waargenomen. De foutentheorie kunnen we
nu met één zin afdoen: Een fout is het niet
overeenstemmen van onze taal en de werke
lijkheid. problemen van de geodesie zijn
eigenlijk taalproblemen; vergissingen zijn al
leen verbaal.
Denken
We hebben nu behandeld de receptiviteit van
het zien en de activiteit van het benoemen;
thans volgt de synthese van het denken, dat
overweegt of ervaring en begrip overeen
stemmen. De waarneming verschaft ons ken
nis van het feitelijke, het enkelvoudige. Het
denken daarentegen kent het algemene, het
begrippelijke. De mens heeft bepaalde denk
vormen die hij confronteert met de uit de er
varing stammende inhoud. Zonder classifica
tie naar begrippen is geen kennis mogelijk
doch slechts een rapsodie van waarnemin
gen. Begrippen zonder aanschouwing zijn
leeg, aanschouwing zonder begrippen is blind
(Kant).
Welke garantie is er nu dat werkelijkheid en
voorstelling overeenstemmen: het probleem
dus van de conforme afbeelding. Het empiris
me veronderstelt dat de voorwerpen zonder
meer identiek zijn aan onze voorstelling. Im
pressie en idee vallen restloos samen. Het ra
tionalisme beweert dat de wereld kenbaar is
door het verstand. Wij zijn het die de geken
de voorwerpen zelf voortbrengen. Met ge
sloten ogen kan men de aarde denken. Alle
kennen is toekennen en de expressie is het
voorwerp zelf.
Het empirisme verklaart evenwel niet hoe wij
met sterfelijke ogen bovenzinnelijke kennis
kunnen verkrijgen. De vooringenomenheid
van het rationalisme vertoont de onwil om het
unieke te zien en gaat ook het nieuwe her-
kenningsdriftig schematiseren. Geen van bei
de slaagt erin te bewijzen dat het bewustzijn
een juiste kopie vormt van de buitenwereld.
Dit kan ook niet want het bewustzijn is niet
op waarheidskennis gericht maar een nutsin-
stituut. Het heeft eenzelfde functie als het
instinct in het dierenrijk namelijk: zorgen voor
behoud van het leven. Het is dus niet gericht
op het kennen maar op het handelen. Het be
wustzijn is een doelmatige overeenstemming
van binnen- en buitenwereld. Bewustzijn is
verhouding. Het ik-bewustzijn maakt al het
andere tot objecten (Ichstand-Gegenstand).
Wanneer de wereld zich in mij verdubbelt als
voorstelling dan blijft er dupliciteit. Ons on
derzoek naar de waarde ook van geodetische
kennis blijft hier dus in de fase van de twee
spalt.
(Wordt vervolgd)
hoogtransparant tekenpapier
139
Vraagt steeds naar het beste:
VTOFLEZ
een Zwitsers precisie-fabrikaat
levering vla de handel
Importeur voor Nederland: AD. HOPF,
ROKIN 90 - AMSTERDAM - TELEFOON 24 60 04 (3 lijnen)