Het komende CONGRES
181
De voorbereidingen voor het eerste NGL-
congres verlopen naar wens. Wij verheugen
ons zeer over de bereidwilligheid waarmee
een aantal bij uitstek deskundigen ons tege
moet zijn getreden bij onze pogingen de con
gres-bezoekers zoveel mogelijk een afgerond
geheel aan te bieden rondom het onderwerp
Luchtkaartering. Het is als het ware
een foto-mozaïek geworden, bestaan
de uit zeven opnamen. De verhandelingen
zullen slechts kort zijn en zo goed mogelijk
op elkaar afgestemd tot een samenhangend
geheel dat vooral gericht is op de praktijk.
Collega H. Meyer, Ing., Landmeetkundig
Hoofdambtenaar bij de afdeling fotogramme-
trie van de Meetkundige Dienst van de Rijks
waterstaat, zal de spits afbijten, door te star
ten met een causerie, waarin het didactische
element overheerst. Hij zal ons meenemen
langs de weg die het beeld op het negatief
aflegt naar zijn bestemming: de kaart. Daar
op aansluitend wordt een beschouwing gege
ven hoe in het algemeen, hier te lande, een
luchtkaartering wordt opgezet, voorbereid en
uitgevoerd.
De heer W. L. Lievaart, civiel landmeter, in
genieur bij de Landmeetkundige dienst van
de Gemeente Rotterdam, hoopt een korte uit
eenzetting te geven aan de hand van con
crete, recent uitgevoerde opdrachten over
de voorbereiding in het terrein, de ter-
restrische grondslag en de paspuntbepaling.
De heer C. Sprenger, Navigator bij de N.V.
KLM-Aerocarto, zal ons daarop een inzicht
geven in de problemen waarvoor de man die
de luchtfoto's moet maken, zich gesteld ziet.
Over de vraag welke betekenis een fotogram-
metrisch tot stand gekomen kaartering voor
de Kadasterman heeft of zou kunnen hebben
zal de heer Ir. C. W. Moor, Hoofdlandmeter
van het Kadaster te Rotterdam, ons het een
en ander, ook weer aan de hand van recente
praktijk-voorbeelden, uit de doeken doen.
Het Hoofd van de Landmeetkundige Dienst
van de Gemeente Rotterdam, Ir. R. Rienks,
hoopt een paar actuele vragen te beantwoor
den. Onder meer de vraag: Waarom ten be
hoeve van stads-uitbreidingsplannen kaarten
uit luchtfoto's?
U zult hier de vraag willen stellen hoe het
komt dat de Rotterdammers zulk een groot
aandeel in dit geheel hebben toegewezen ge
kregen. Wel, wij zijn als vanzelf hier naar toe
gestuwd geworden. Ten eerste heerst er
rondom deze wereldhaven nummer twee een
koortsachtige bedrijvigheid op het gebied van
het landmeten en kaartenmaken. Ten tweede
wordt er zowel door het Kadaster als door de
Gemeentelijke Landmeetkundige Dienst op
grote schaal gebruik gemaakt van de lucht
foto. Ten derde constateerden wij tussen deze
instanties een uitstekende vorm van coöpera
tie en op elkaar ingespeeld zijn. Daar wij dit
laatste ook moesten hebben voor ons congres
menu van lezingen, kwamen wij er als vanzelf
toe te streven naar dit geheel van sprekers en
onderwerpen.
Aan het slot hoopt Ir. A. van der Weele,
het Hoofd van de Meetkundige Dienst van
de Rijkswaterstaat, als „toetjedoor een kort
speechje, zo van vijf tot tien minuten, onze
blik voorwaarts te richten rondom de vraag:
waar loopt deze techniek in de komende jaren
op uit? Hij zal ons, en met name de jongeren
onder ons, ongetwijfeld stimuleren en inspi
reren in het streven om „bij de tijd" te blijven
in ons vak, waarin de technische ontwikkeling
nog bij lange na niet tot stilstand is gekomen.
Wat de aanvangs- en sluitingstijden betreft
stellen wij ons voor dat de deuren om
negen uur opengaan, waarna ruimschoots
gelegenheid geboden wordt om door een,
door het NGL-bestuur aangeboden, kopje
koffie op verhaal te komen en vrienden en
collaga's te begroeten of er mee kennis te ma
ken, want om half elf gaat de voorzitter het
eigenlijke congres openen. Voor de middag
pauze zal anderhalf uur worden uitgetrokken.
Zij die Delft willen bezichtigen, kunnen dat
doen en anderen kunnen zich scharen aan een
in de foyer van de Stads Doelen aangerichte
gemeenschappelijke koffietafel. Het streven is
het congres om vijf uur te beëindigen.
Voor het overige verwijzen wij naar inliggen-
de uitnodiging met aangehechte inschrijvings-
kaart, met het collegiale verzoek deze zo
spoedig mogelijk in te vullen en op te styren
naar het correspondentie-adres: Kana&lweg
3 B te Delft.
De Congrescommissie