KARTOGRAFIE (VI)
Uit de Geschiedenis der
In een sierlijk vignet wordt door B. van 't
Hoff mededeling gedaan van het ontstaan van
dit aantrekkelijke kaartblad van Holland (met
gebruikmaking van andere door hem verbe
terde kaarten), uitgegeven door Willem
Jansz., die zich sinds 1621 Willem J(ansz.)
Blaeu noemde en woonde „in de Sonnewijzer
op 't Water" Damrak te A'dam).
159
door W. Koopmans, oud-ambtenaar van het Kadaster.
Uit de perioden die wij in vorige artikelen be
spraken, hebben wij maar enkele van de vele
documenten voor het voetlicht gebracht. Dat
is nu eenmaal het bezwaar van een tijdschrift
artikel. Evengoed echter zijn de carta mariana
van Portugal (1504), de wereldkaarten van
Descallier (1505), Gaultier (1512), Ribero
(1529), en vele anderen een nadere bespre
king ten volle waard.
In de 16e eeuw, waarin één van de meest be
kende Nederlandse kaartenmakers, Gemma
Frisius 1508 1555) meewerkte aan de po
pularisering van de driehoeksmeting door het
uitgeven op 25-jarige leeftijd van zijn
landmetersboek, deed de kartografie opnieuw
een sprong vooruit. Ook in dit tijdschrift, le
jg., nr. 4, blz. 71, wees de heer P. S. Teeling
hierop terloops in zijn artikel ,,Kaartenmaken,
drie eeuwen geleden"
Deze Frisius gaf tevens een wereldkaart uit,
waarop alle ontdekkingen in Oost- en West-
Indië voorkomen. Hij maakte gebruik van de
stereografische projectie (1540). Al waren
dan de beginselen van deze kaartprojectie al
heel lang geleden ontwikkeld, toepassing had
den zij niet of weinig gevonden.
De ontwikkeling van de kartografie werd
mede sterk bevorderd door de vele ontdek
kingsreizen. Voorzover dit betrekt de ontdek
king van de Amerika's, kan men de voortgang
aflezen van de nog bestaande kaarten. De
evolutie eindigt met het jaar 1570, toen
Ortelius' ,,Theatrum or bis" verscheen, de
oudste „moderne atlas waarover wij be
schikken. (Een goede afdruk vonden wij op
plaat XLVI, groot formaat, in de Nordens-
kiöld-atlas), Ook hij maakte gebruik van de
reisbeschrijvingen van Marco Polo.
Vóór de publikatie van Abraham Oertel
Ortelius) van Antwerpen, met uitzonde
ring van enkele als b.v. de zeldzame collectie
van Lafreris, waren de kaarten bijna steeds
afzonderlijk gedrukt, of opgenomen in weten
schappelijke werken van zeer uiteenlopende
aard.
In de kaartenverzameling Moll in de Univer
siteitsbibliotheek te Utrecht troffen wij o.m.
ook aan een kaartreproduktie 1951 van een
origineel uit het Geografisch Instituut aldaar
van 1608.
Ook aan het samenstellen van deze 17e eeuw-
se kaart zijn geen opnemingen voorafgegaan.
Alle kaarten van ons land van einde 16e
eeuwbegin 17e eeuw hebben als grondslag
de kaart van Jacob van Deventer, op last van
de Staten van Holland in 1542 gedrukt.