160 Eerst na 1620 (kaart van Floris Balthazar en Zoon van Delfland, Schieland en Rijnland) kon een gedetailleerde nieuwe kaart van Hol land verschijnen. De gravure is scherp, de cartouches decora tief, de kompasrozen levendig. Hoewel er veel kaarten niet op ons land be trekking hebben, is uit genoemde collectie Moll (een deel van) de kartografische ont wikkeling in de 17e19e eeuw duidelijk te zien. Van al het oude kaartwerk betreffende Ame rika is alleen de De la Cosakaart origineel en dan nog slechts gedeeltelijk. Overigens resten ons dus voornamelijk kopieën en natekeningen van kopieën. Bij het bestuderen van dit onderdeel van ons overzicht helpen ons, naast het uitgebreide overzicht van de kartografische ontwikkeling van Dr. Ruge, het meest de naspeuringen van Harrisse en Petermann. Invloed op het nageslacht hadden vooral de Zamoiski-codex van 1468 voor N.-Azië en Behaims globe van 1492 voor O.-Azië. In deze tijd van de ontdekkingsreizen naar noord en zuid ontstonden de gegradueerde zeekaar ten. Waarschijnlijk werden deze eerst na 1500 menigvuldiger gebruikt. Ze waren voorzien van een z.g. schaal der breedten, die langs een willekeurige meridiaan werd aangebracht. Het duurde nog lang alvorens meridianen op de kaarten de plaatsen van gelijke geografi sche lengten aanduidden en zo de scheppingen ontstonden die berustten op een cilinderpro jectie, de z.g. platkaarten. De kunst van het tekenen van zeekaarten be gint bij de Italianen. Niet vóór het midden van de 16e eeuw vonden de nautische kaarten hun weg naar Frankrijk. Het materiaal voor de ..Amerikaanse karto- grafie" bestaat uit Spaanse, Portugese, Ita liaanse en (later) Franse charts. De taal van deze is uitsluitend Romaans. Noch in Spanje, noch in Portugal is nu nog een kaart van Amerika uit de eerste 15 jaren van de 16e eeuw over (met uitzondering dan van die oud ste kaart met de Nieuwe Wereld van de be kende Baskische zeevaartkundige Juan de la Cosa, die ook Columbus vergezelde op diens eerste en tweede reis). Wij vermoeden, dat de vreselijke aardbeving en de gelijktijdige verwoesting van Lissabon in 1755 al deze kostbare documenten heeft op geruimd. Er bevonden zich daar zeer vele. De beroemde planisfeer van De la Cosa 1500)de enige originele dus van de vroege re Spaanse kartografische voortbrengselen, is door verscheidene ontdekkers gebruikt. Hij is nu in het Museo Naval te Madrid. Op het N.-deel van de kust heeft De la Cosa een hele rij Engelse vlaggen geplaatst, beginnende bij Mar descubierta por ingleses en eindigend bij Cauo de Ynglaterra (Engelse kaap), waar schijnlijk zuid van de Carolinagroep. Deze plaatsen zijn alle dooi Johan (of Sébastien) Cabot bezocht op zijn reizen in de 15e eeuw on der Engelse vlag. De kaart op perkament meet 1800 X 960 mm. Onder een miniatuur, Chris tus op de schouders gedragen door St. Chris- toffel, staat: J. de la Cosa maakte dit in de Puert. de Santa Maria in het jaar 1500. Ba ron Walckenaer ontdekte de kaart in een rari teitenwinkel te Parijs gedurende de cholera- epidemie (La Roquette). Hij is nu eigendom van de Spaanse Staat. Lengte- of breedtegra den komen er niet op voor. U vindt het wes telijk gedeelte van deze planisfeer o.s. in Skel- ton's Explorers Maps". Centraal en Zuid- Amerika zijn op een grotere schaal getekend, misschien om die delen beter te laten spreken. De namen op de De la Cosa-kaart bij Cuba zijn geheel verschillend van die, voorkomende op de Cantino-kaart. Het is begrijpelijk, dat Co lumbus Cuba aanvankelijk beschouwde als vasteland. Eerst later begreep hij dat het een eiland was. De la Cosa tekent de hele kust van N.-Ame rika, van Cuba tot de regionen in het hoge noorden, in één lijn. Zonder onderbreking door water dus. Hij denkt als anderen, dat er een groot wereldvasteland was achter de eilanden door Columbus en zijn tijdgenoten ontdekt (Kohl). Die gedachte, Amerika ver bonden met Azië, namen velen over. Wij noe men b.v. Peter Martyr, Schoner (globe 1523), Franciscus Monachus (een Nederlander), Fi- naeus en de Ptolemaeus-uitgaven. Daarna verschenen de zeekaarten van Cane- rio (gevonden in de archieven van het Ma- rine-Hydografisch Instituut te Parijs) en van Cantero, benevens enkele uit de Kunstmann- atlas, die alle in Italiaanse, Franse en Duitse verzamelingen zitten. Bijna alle zijn imitaties en compilaties. Van Columbus' kaarten is niets meer over. De planisfeer van Sébastien Cabot (1544), formaat 22 X 35 mm in de Nationale Biblio theek te Parijs, is de eerste kaart van de 16e

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1961 | | pagina 4