tino met hulp van een begeleidende brief kan
worden vastgesteld. In de andere gevallen
kan men er slechts naar raden.
Toen Duitsland op kartografisch gebied gro
tere betekenis had gekregen, behield het zeker
een halve eeuw zijn toonaangevende plaats.
De vier zeereizen van Amerigo Vespucci wer
den in een Latijnse versie al spoedig uitgege
ven samen met een ,,Cosmogra[phiae Intro-
ductio van Martin Waldseemiiller, die in
1507 de naam „Amerika" voorstelde.
De kaarten, die in dit deel van de 16e eeuw
naar Italië kwamen, vinden ook spoedig hun
weg naar Duitsland. Dat gezamenlijke kaart
werk bundelt men dan onder de naam Lusi-
tano-Germaanse kartografie. De eerste was
die van Waldseemiiller, vervaardigd voor de
eerste druk van genoemde Introductio. De
prototypen van deze serie zijn verdwenen; on
der de er van afgeleide typen zien wij duide
lijk de aardrijkskundige evolutie afgetekend.
Zij onderscheiden zich door de figuratie.
Wij hebben de voornaamste op de volgende
bladzijde opgenomen. Type I (hier niet af
gebeeld) is vertegenwoordigd door de kaart
Kunstmann 2 als oudste specimen (geen
N.W.-vastelandgebieden, wel W.-Indië met
Cuba; tussen Brazilië en Venezuela een grote
breuk aan de N.-kust van het zuidelijk vaste
land); type II heeft die breuk niet; Cuba heet
Ilha Yssabella; Groenland is een uitgestrekt
schiereiland (Cantino-kaart); Type III ver-
schilt van II voor wat betreft de N.W.-vaste
landgebieden, die 5° verder strekken en meer
namen bevat (voorbeelden zijn er niet meer);
type IV toont een meer uitgewerkte kustlijn
van het N.O.-vasteland (specimen: de planis-
feer van Nicolay de Canerio van 1504 en
enigszins de globe van Schoner van 1515).
Type V tenslotte heeft legenda's en algemene
opschriften nog al verschillend van IV en een
ononderbroken kustlijn voor de Amerika's
OrcelutKj drrilèen t<,C
SB
162
Kaart van Martin Waldseemül)er(?)
van 1509. Soortgelijke vormen van
het globe-type kozen Casper Vopell
(1543) en Demonchet (1552).
De naam „America" komt hierop
voor.
(Cliché Report Smithonian Inst.
1894.)