240 behoorde (de man van de grote graadmeting DuinkerkenBarcelona, de schrijver van vele sterrenkundige werken, die leefde van 1749 tot 1822), verklaarde later, dat Krayenhoff zich een billijke aanspraak had verworven op de erkentenis van de geleerden. In een artikel van D. K. Bloemendaal, op genomen in het Orgaan van de Vereni ging van Technische Ambtenaren van het Kadaster, 16e jg., mei 1958, zijn uit het leven van deze bijzondere Nederlander vele inte ressante dingen medegedeeld. Zij die de kans grepen om de tentoonstelling „Cartografie van Nederland" in november 1960 te Delft te bezoeken, zullen geconsta teerd hebben, dat de 18e eeuw vooral ook de overheidskartografie voortbracht. De voor lopers van de moderne topografische kaart (Ferraris) waren hier geëxposeerd. De hydrografische (zee)kaarten met diepte- lijnen kent elke zeeman. Een Rotterdamse landmeter en kartograaf, Pierre Ancelin, heeft reeds in de 18e eeuw zulke dieptelijnen aan gebracht op een oude kaart van Rotterdam met de Maas. Op de meeste kaarten in het begin van deze eeuw en vroeger gaf men de diepten aan door bij de peilingen getallen te plaatsen. Bij een eenvoudig doorbladeren van de kaarten uit de collectie Moll in de Univer siteitsbibliotheek te Utrecht ziet men die nota ties herhaaldelijk. (Zie ook kaart op blz. 239). Genoemde Ancelin liet verschillende hand schriften na, welke tussen 1695 en 1711 zijn ontstaan. Belangstellenden mogen wij verwij zen naar artikelen van Van Riel in het Tijd schrift voor Kadaster en Landmeetkunde, jg. 1925, nrs. 3 en 4. De toepassing van de (lucht)fotogrammetrie, sedert de eerste pogingen van 1839. met came ra's aan vliegers en ballonnen, zeer verfijnd, opent mét de toepassing van radar bij het meten van lange lijnen en het opmeten van dunbevolkte gebieden wijde horizonten (Gee- H, Oboe, Shoran en Decca-systemen). Over de bereikte nauwkeurigheid (1/20.000 voor afstanden van 400 mijlen) zou men een halve eeuw geleden zelfs niet hebben ge droomd. Reeds in 1953 mat de Ordnance Survey (En geland) een lijn van 6 mijlen met een nauw keurigheid van 1/500.000, hetgeen die van metingen met de invar-tapes benadert. De Zweed Bergstrand vond de geodimeter uit; hij gebruikt in plaats van radio-impulsen licht stralen. Dit alles betekent vooruitgang en rationalisatie. Naast zovele andere scheppingen bleven ook de atlassen verschijnen. Wij wezen reeds op enkele beroemde werken, mogen echter niet voorbijgaan aan de belangrijke verzameling die ontstond tussen 1890 en 1900, nl. de A/or- denskiöld-facsimile-atlas. Door het publiceren van de daarin verwerkte kaarten heeft Prof. Nordenskiöld veel gedaan voor de verbrei ding van kennis omtrent de oudere kartogra- fie. Samen met Konrad Miller legde hij ver scheidene moeilijk bereikbare bronnen in goede reprodukties voor ons open. Hun moderne opvolgers gaven ons de nieu were resultaten op kaartgebied. U kent onge twijfeld de meeste dezer atlassen, zoals die van Bos, Andrée en Habenicht, de uitgaven van Freijtag, Ullstein, Elzevier en de Bezige Bij, The World Atlas van de Encycl. Britt., Hammond's New World Atlas, de Nouvel Atlas général de la France 1953, de Times Atlas 1955, Goldmanns grosse Weltatlas 1955 en vele andere, de ene al mooier dan de an dere. In de tweede wereldoorlog fotografeerde de U.S. Airforce alleen reeds 15 miljoen vierkan te mijlen land. Deze legerkaarteringsdienst maakte 500 miljoen kaarten, van welke bij de invasie in Normandië 70 miljoen werden ver bruikt. Met de enorme uitgebreidheid van de kartografische gegevens (kaart-bibliografi- sche werken) geeft dit wel enigszins een in druk van de geweldige veranderingen op ons terrein in de laatste eeuw. Ondanks dat alles is nog slechts iets meer dan 2 van de kaarten getekend op schalen 1 25.000 en groter en van minder dan 25 is een kaart tot op schaal 1 250.000 verkrijg baar. Maar wij treden hiermee buiten het be stek van dit artikel. Het was reeds een vurige wens van de oude Grieken een kaart te bezitten van de gehele wereld met alle rivieren en zeeën, met alle bergen en dalen. Zal onze generatie de ver vulling van deze duizenden jaren oude wens droom op de modernste wijze beleven? De mogelijkheden groeien. Men denke slechts aan de hulp, welke een Amerikaanse Van- guard-satelliet geodeten bood bij de plaats bepaling van slecht-toegankelijke gebieden en aan de zich sterk uitbreidende lectuur over onderwerpen als Der Erdnahe künstliche

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1961 | | pagina 16