ipTrfinnrn-i/crji r, Dr. 241 Mond vom Standpunkt der Geodasie, Use in Geodesy of the results of Lunar Obs. and obs. of artificial satellites e.d. Wij zijn er ons van bewust, dat aan vele voor aanstaande figuren in de ontwikkelingsge schiedenis van de kartografie geen recht is gedaan. Daarom eindigen wij ons overzicht dan ook met een welgemeende verontschul diging voor de fragmentarische behandeling van dit bijna niet uit te putten onderwerp. Literatuur E. Brandmair, Bibliographische Unterzuchungcn iiber Entstehung der Ortelius-Kartenwerkes, diss. 1915. G. R. Crone, Maps and their makers, 1953. A. Wurm, Marinus of Tyre, 1931. H. Wirth, Der Aufgang der Menschheit, 1934. H. Winter, Das Katalanische Problem in der alteren Kartographie (in: Ibero-amerikanische Archiv XIV, 1940), H. Winter, Notes on the Weimar Portolan (in: Geo graphical Journal LXXXXII, 1938). J. A. D. Williamson, The voyages of the Cabots, 1929. H. Wallengren, Die grossen Entdeckungsreisen, 1928. P. Schnabel, Text und Karten des Ptolemaus, 1938. H. Plischke, Entdeckungsgeschichte vom Altertum bis zur Neuzeit, 1933. C. E. Nowell, The Biancho Chart 1448 and the „pilars of Hercules" (in: Geographical Journal 1937). George F. Nunn, The mappemonde of Juan de la Cosa, 1934. P. J. H. Baudet, Willem Janszn. Blaeu, 2 din., 1871. H. F. Wijnman, art. over Jodocus Hondius in „Het Boek", XXVIII (1944). A. D. Merriman, An introduction to Map Projection, 1947. W. W. Jervis, The World in Maps, 1938. A. R. Hinks, Maps and Survey, 1942. C. A. J. von Frijtag Drabbe, De top-kaart en hare ver vaardiging, 1949. Dr.-Ing. A. Berroth und Dr.-Ing. W. Hofmann, Kos mische Geodasie, 1960. Fijntechniek. Zo luidt de titel van een nieuw tijdschrift ,,ten dienste van de industrie en het laboratorium". Het wordt uitgegeven door de N.V. Reflex te Rotterdam onder medeverantwoording van de Nederlandse Vereniging voor Fijnmechani- schc Techniek en de Nederlandse Vereniging voor Experimentele Instrumentenbouw. Per jaar komen zes exemplaren uit. De abonne mentsprijs voor Nederland is 10,per jaar, voor België Frs. 150. Nummer 1 van de le jaargang verscheen in mei j.l. en trok meteen onze aandacht en be langstelling door een artikel van Ir. A. van der Wcele: over luchtkaarteririg ert de daar voor gebruikte instrumenten. In dit artikel wordt het doel en de betekenis van de foto- grammetrie voor kaarteringsdoelcindcn ge schetst, de principes waarop de tegenwoordi ge uitwerkingsinstrumenten berusten, de te stellen eisen van nauwkeurigheid ten behoeve van groot-schalige kaarteringen en triangula ties. Er wordt aangeduid hoe de opkomst en ontwikkeling van de electronischc rekenma chines er toe geleid heeft dat de instrumen tenconstructeurs nieuwe stereocomparatoren aan de markt brengen, voorzien van automa tische registrering. Terwijl eveneens gewezen wordt op het grote belang van eenvoudiger instrumenten voor de kleine-schaal kaarte ringen, ten behoeve van de uitgestrekte ontwikkelingsgebieden, die er nog in de wereld zijn, waarbij de snelheid waarmee de kaarten verschaft kunnen worden van veel groter belang is dan de nauwkeurigheid. Andere artikelen in dit nummer zijn: Elektrische belichtingsmeters, door J. H. van Mieren Loovenstijn, Ing. Een interessant artikel over de inrichting en werking van de klassieke belichtingsmeters, alsook een be schouwing van een tweetal recent op de markt verschenen instrumenLen. Eigenschappen van roestvrij staal in verband met zijn toepassing in de fijnmechanische techniek door F. Ates. Universele gereedschappen, door J. H. Ewalts. Constructieve ideeën, door C. J. van Dalen. Zowel wat betreft de inhoud als de uitvoe ring maakt het blad een deugdelijke en goed verzorgde indruk. Kartografie (mededelingen van de kartogra- fische sectie van het KNAG, nr. 12) publi ceert het vervolg van het artikel over generalisatie in de kartogra- f i e van A. Pannekoek. Het eerste artikel behandelde de generalisatie van kustlijnen.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1961 | | pagina 17