en eindpunt is en in de overige punten Beschouwt men de aansluitingsrichting in het beginpunt (0) als een mechanische inklemming, dus zoals een uitstekende stalen balk in beton, dan zal tengevolge van de vereffening in punt 0 een zakking in punt 1 optreden. Deze bedraagt 5/X'=5 e' Punt e 2 2 is deze zakking ^X2/ e, in 3 punt 3e enz. Aangezien punt 2 boven dien zakt tengevolge van de vereffening in 2 2e 1 is het hier totaal e X l 4 e. In punt 3 is de zakking tengevolge 3 van de vereffening in 0: e, tengevolge 2e 4 van die in 1: 2 XviX' ve- van 0/ 3 die in 2: 1X^X1 je. Totaal in 3: -(3+4 2)Xje -| e. Achtereenvolgens krijgt men een zakking in punt 0: z e O2 X e 1: z -ye=lsX - 5 e 4 1 2: z -ye 2!X- g e 9 1 3: z -ye 32X-^ e 4: z=-|e 4sX-{e 25 1 5: 2=— ye=53X-ye In punt K is dus in het algemeen zh ^k*Xen Vanuit punt 3 wordt bovengenoemde zak king tegengewerkt door de invloed van de excentriciteit zelf. De grootte van deze ver- plaatsing is in 4-]X I 2e, in 5 -jy X 21 4e. Indien de excentriciteit opgetreden is in punt P, is de zakking in K dus in het algemeen ze (k p) X 2e Maar dan alleen als k p positief is, dus K rechts van P ligt. Anders is ze 0. Zie Zowel zh als ze hebben een verplaatsing van het eindpunt tengevolge. In de algemene formules kan hier k door n vervangen worden, zodat geldt zh neen ze (n p) 2e. De som z/, ze moet vermeerderd worden met een bedrag zc, zodanig dat zh-\-ze-\-zc 0. Immers de berekening van de veelhoek wordt zo uitgevoerd dat het eindpunt op zijn oorspronkelijke plaats terechtkomt. Hier uit volgt dat in het eindpunt zc ne (n p) 2e of zc e (2p n). In een willekeurig VP dus zc (2p n) In totaal ontstaat in hoekpunt K links van P dus tengevolge van een excentriciteit e in Pzk zh-\- zc. Ligt K rechts van P 228 0 2 0 0 1 3 3/ 20 nullijn Fig. 2

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1961 | | pagina 4