figuren 3 de punten E staan. De verbindings
lijn van de zo verkregen punten is de in-
vloedslijn.
A
!zo--
De ordinaten in fig. 4a zijn dus alle onnauw
keurigheden in punt A. Zo is de ordinaat
in punt B de onnauwkeurigheid in punt A
tengevolge van een excentriciteit in B. Voor
C geldt hetzelfde als voor B, er is echter
verschil van teken.
Op dezelfde wijze zijn de figuren 4b t/m 4f
geconstrueerd; steeds voor een ander punt
A waarvan de onnauwkeurigheden beschouwd
worden.
Men kan dus zeggen, dat een ordinaat in
een invloedslijn de invloed toont van een
excentriciteit in dat punt op een ander punt,
dat voor de hele figuur hetzelfde is.
De invloedslijnen zijn rechtdoor getrokken
tot begin- en eindpunt. Meet men echter in
fig. 3a de ordinaten (die dus steeds in het
beginpunt van de invloedslijn uitgezet moeten
worden), dan komt men maar tot de helft
van de verticale stukken van de figuren 4.
Hier is dus een fout gemaakt. De juiste
vorm van een invloedslijn voor een veelhoek
met 10 zijden is in fig. 5 getekend. Hoe
meer zijden in de veelhoek, hoe beter de
vormen van fig. 4 worden benaderd.
Deze afwijking wordt veroorzaakt doordat
volgens het voorgaande in begin- en eind-
punt fa j en in de overige VP's:
f 2 6
Er blijkt direct uit fig. 4 dat de VP's die
ongeveer halverwege begin- en eindpunt
liggen, het 't zwaarst te verduren hebben
en wel tengevolge van een excentriciteit
dicht bij het midden of dichtbij begin-
of eindpunt. Is er een excentriciteit op on-
1 3
geveer of dan heeft deze weer
veel minder invloed.
In het voorgaande is steeds sprake van een
excentriciteit in een enkel VP. In de prak
tijk zullen echter in alle VP's afwijkingen,
hoe klein ook, voorkomen. Natuurlijk zijn
deze in het algemeen niet zo gericht, dat
ze een zo groot mogelijk gemeenschappelijk
resultaat hebben, maar toch is wel duidelijk,
dat belangrijke verschillen kunnen ontstaan.
Veronderstel dat in ieder VP een excentri
citeit e optreedt; het teken ervan is in de
1 3
gedeelten: beginpunt tot en tot
230
e5 T
0,0-
02O--
üj
10 - -
10 - -
V'-,
05 -p
'10
!20
Fig. 4
Fig. 5
0
la l