266
In dit verband is vermeldenswaard dat de
fotogrammetrie een volkomen aanvaardbare
meetmethode is, echter met specifieke eigen
schappen.
In de normale landmeetkunde heeft men door
de wijze van verdichting veelal een direct ver
band tussen de punten (gemeten lengten) en
wordt aan controle op de bepaling bijzonder
grote aandacht geschonken (overtallige waar
nemingen)
Bij ruimtetriangulatie worden binnen één
zelfde oriëntering van een model de punten
in het instrument aangemeten zonder onmid
dellijk verband. De volgorde zou willekeurig
kunnen zijn.
Controle op de fotogrammetrische puntsbe-
paling is mogelijk wanneer punten van de
meetkundige grondslag terrestrisch be
paald en niet nodig voor de aansluiting van
de ruimtetriangulatie aan het RD-stelsel
eveneens centrisch of excentrisch door schij
ven worden gemarkeerd.
Dit is geen uiting van wantrouwen in de foto
grammetrie maar een analogon van de nor
male landmeetkundige werkwijze.
Een indruk kan ook verkregen worden door
van een aantal fotogrammetrisch bepaalde
paspunten de onderlinge afstand in het terrein
te meten.
Terugkomend op het Rotterdamse voorbeeld
valt op te merken dat een beschouwing van de
kaart laat zien dat de voornaamste wegen on
geveer dwars op de vliegrichting liepen, terwijl
de terrestrisch te bepalen paspunten zich in
de omgeving van die wegen bevonden. Het
lag dus voor de hand de grondslag te projec
teren in de vorm van veelhoeken langs de
wegen, loodrecht op de vliegrichting, waar
door de afstand tussen te bepalen paspunt en
grondslagpunt klein werd en de vliegstroken
onmiddellijk aan elkaar gekoppeld werden.
Opmerkingbij plaatsing van schijven is het nuttig
rekening te houden met de geprojecteerde plaats van
veelhoekspunten (onderlinge zichtbaarheid, de een niet
vóór een woning en de ander er achter) teneinde het
zich niet onnodig moeilijk te maken.
De nieuwe topografische kaarten 1 1000 van
de Prins Alexanderpolder e.o. werden ver
vaardigd voor stadsuitbreiding en derhalve
mocht verhoogde landmeetkundige activiteit in
de naaste toekomst verwacht worden. De foto
grammetrisch vereiste dichtheid van bekende
punten kwam in dit geval overeen met die
voortvloeiend uit de behoefte aan meetlijnen
ten behoeve van uitzetwerk.
In het laatste geval kan door in- of uitdeling
de landmeter in het terrein veel tegenspraken
en onzuiverheden in het net van vaste punten
wegwerken zonder dat dit op de maat- en uit
voering van stedebouwkundige werken in
vloed heeft.
Ruimtetriangulatie gaat echter dwars door het
net heen en brengt aanwezige tegenspraken
aan het licht; daarom moet gestreefd worden
naar een homogene meetkundige grondslag.
Dit bevordert een goede vereffening van de
ruimtetriangulatie en bij het uittekenen de in
passing van het ruimtelijk model op de ge-
kaarteerde paspunten, wat tenslotte ook een
vereffening is.
Het is noodzakelijk een grondig onderzoek in
te stellen naar een reeds bestaande grondslag
en de wijze van bepaling hiervan. In vele ge
vallen is deze ontworpen voor andere doel
einden, is de verkenning niet afgestemd op de
relatieve nauwkeurigheid die thans vereist
wordt, is de aansluiting aan RD-punten niet
juist uitgevoerd.
De coördinaten van dergelijke punten mogen
niet meer gebruikt worden.
In dit opzicht is het onjuist behoudend te zijn.
Voovaf zal men moeten beslissen tot welk
nauwkeurigheidsgebied. het terrein behoort.
In dc H.T.W. worden de grote steden met in
begrip van dc gebieden bestemd voor uitbrei
ding in de naaste toekomst gerekend tot ge
bied 1. Bij de luchtkaartering van de Prins
Alexanderpolder is hier bewust van afge
weken en is het terrein gerangschikt onder
gebied 2.
Motieven: Uit de huidige wijze van stads-
aanleg volgt een ruime en open bebouwing
waarin hoogbouw en laagbouw elkaar afwis
selen en waarbij een gering aantal percelen
voorkomt.
De verkoopwaarde wordt bepaald door een
kavel te beschouwen als een economische
grootheid wat kan en mag er op gebouwd
worden. Weinig eigenaren zijn hierbij be
trokken, veelal woningbouwverenigingen en
gemeentelijke woningstichtingen. Buiten het
bebouwde gedeelte (winkels, flats e.d.) be
vindt zich vaak geen particuliere eigendom
(gemeenschappelijke tuinen zijn eigendom van
de gemeente)
Grenzen liggen onmiddellijk vast aan de be-