LUCHTKAARTERING ten behoeve van het kadaster 273 door Ir. C. W. Moor, Hoofdlandmeter van het Kadaster te Rotterdam (voordracht gehouden op het N.G.L.-congres. Delft, 13-10-61 Van de vele werkzaamheden die nodig zijn om een kadastrale kaart d.m.v. de fotogram- metrische meetmethode te vervaardigen, zul len drie onderdelen behandeld worden: de voorverkenning, de instructie aan de foto- grammeter en de naverkenning. Verschillende andere onderdelen worden in de andere voor drachten behandeld. V oorverkenning De voorverkenning vindt gedeeltelijk op het bureau, gedeeltelijk in het terrein plaats. Op het kantoor wordt een onderzoek ingesteld naar de gegevens van de grenzen en de ge bouwen in het bestaande veldwerkarchief. Speciaal wordt gelet op de aard der grenzen en de aanmetingen die van grenzen en ge bouwen voorhanden zijn. Tevens onderzoekt men welke RD- en andere vaste punten in het te vliegen gebied gelegen zijn. In het terrein gaat men de aanwezigheid en de zichtbaar heid van de grenzen, welke RD- en andere vaste punten nog aanwezig zijn, de bruikbaar heid van oude meetlijnen, enz., na. Het resul taat dient te zijn dat vastgesteld wordt wat uitgetekend zal kunnen worden en wat d.m.v. kaartering op het kaarteerblad moet worden gebracht. Indien dit onderzoek voltooid is, gaat men er in het terrein toe over een aantal punten zo danig te markeren dat verwacht kan worden dat deze punten op de foto's zichtbaar zijn. Dit markeren kan o.m. geschieden m.b.v. schijven, verfstrepen, enz., doch ook stenen palen, riooldeksels, enz. lenen zich uitstekend voor dit doel. In het algemeen kan men stellen dat ieder goed verzekerd punt dat zichtbaar of zichtbaar te maken is voor dit doel kan dienen. In het hiervolgende zullen al deze punten met het woord schijven worden aangeduid. Dit aanbrengen van de schijven is een belangrijk onderdeel van de voorverkenning. Op de betekenis van de schijven nodig: a. om het verband aan te geven tussen de opvolgende foto's van een strook en de stroken onderling, b. voor de aansluiting van de stroken aan het RD-net en c. voor de verdichting van de RD-grondslag langs fotogrammetrische weg, zal hier niet nader worden ingegaan, aange zien dit bij de voordracht van de heer Lie- vaart behandeld is. In of in de directe omgeving van de onzicht bare grenzen zullen schijven geplaatst worden teneinde aan de door deze schijven gevormde meetlijnen de grenzen op te meten (het woord onzichtbaar wordt hier gebruikt in de beteke nis van niet te zien op de foto). Hetzelfde geldt voor de gebouwen waarvan men bij voorbaat weet dat ze niet op de foto's zicht baar zullen zijn. De onzichtbaarheid kan ont-

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1961 | | pagina 25