278 zins een tekening, die als uitvoeringstekening kan dienen. Daarvoor kan slechts een in de tails uitgewerkt plan op schaal 1 1000 dienen. De stedebouwkundige heeft voor het in details uitwerken van het schetsplan een situatie- kaart nodig die een nauwkeurige weergave is van het terrein; een kaart dus waarop niet alleen de aanwezige bebouwing, maar ook de sloten, terreinafscheidingen, taluds enz. voor komen, kortom de topografie die nodig is om een volledige indruk van het terrein te ver krijgen. Met deze kaart haalt men als het ware het terrein binnen de muren van het bureau en kan men met een maatlatje voldoende nauw keurig benaderde maten vaststellen. In dit stadium van de voorbereiding heeft ook overleg plaats met de architect omtrent de maten die naderhand in de definitieve bouwplannen moeten zijn verwerkt. Vooral dit overleg met de architecten geeft dikwijls aanleiding tot wijzigingen van het plan, om dat de financiële beperkingen de architect dikwijls nopen zijn bouwplannen te herzien. In de meeste gevallen heeft een dergelijke herziening belangrijke consequenties in de maatvoering. Al deze wijzigingen kan men dank zij de nauwkeurige terreinkaart binnens kamers verwerken. Verkeerstechnisch kan men eveneens het plan tot in onderdelen voorbereiden. De indeling van de straatprofielen met rijwielpaden, voet paden en groenstroken, verkeersoplossingen in zonodig enkele varianten kan men met ver- keersdeskundigen bespreken. Na voltooiing van de detaillering kunnen de technische afdelingen een aanvang maken met de voorbereiding van hun werk. De uitvoe ringsbestekken voor wegaanleg en riolering voor het bouwrijp maken van bouwterreinen. De afbeelding van de terreintoestand en de te realiseren eindtoestand, dus de oude en de nieuwe toestand in één tekening vereenvou digen dit voorbereidend werk in belangrijke mate. Pas als de uitvoering van de werken ter hand wordt genomen, dus pas wanneer met de wer ken een aanvang wordt gemaakt, verschijnt de landmeter weer in het terrein om de uitzet tingen te doen. Nodig is dus een situatiekaart 1 1000. Hoe deze kaart tot stand komt, door een terres- trische opname of langs fotogrammetrische weg, maakt voor de toepassing geen verschil, Hier moeten de financiële en organisatorische overwegingen beslissend zijn. Ik ben helaas niet in staat exacte cijfers te geven, noch voor een terrestrische opname, noch voor een foto grammetrische. Als men evenwel bedenkt, dat een gemiddelde meetploeg, bestaande uit een ploegchef en twee meetassistenten op plm. 140,— per dag moet worden gesteld (inclu sief sociale lasten, regenverlet enz.) dan kan veilig worden aangenomen dat voor een ter rein van enige omvang een conventionele op name belangrijk duurder is dan de fotogram metrische. Een andere overweging, misschien onder de huidige omstandigheden nog belangrijker, is de krappe arbeidsmarkt. De ervaring is dat de landmeetkundigen voor een goed deel in be slag worden genomen door werkzaamheden die verband houden met de uitvoering van de werken en dat voor enigszins uitgebreide ter- reinopmetingen geen ploegen kunnen worden vrijgemaakt. Voegt men daar nog bij dat de tijd waarin de kaarten moeten worden ge maakt voor een terrestrische opname veelal te kort is, dan is het niet moeilijk om in te zien dat luchtkaartering op dit punt belangrijk in het voordeel is. Een punt in het nadeel van de luchtkaartering wil ik tot slot toch nog wel noemen. Dat is het ontbreken van cijfermateriaal. Voor het door rekenen van een plan heeft men soms de be hoefte aan meetcijfers. Dit ontbreken van meetcijfers kan echter in de meeste gevallen gemakkelijk worden opgelost door een inci dentele meting in het terrein. In het voorgaande heb ik getracht de functie van de terreinkaart 1 1000 te schetsen bij de voorbereiding en de uitvoering van een stads uitbreiding. Deze kaart vervult echter ook een wezenlijke functie bij het technisch beheer in de gemeen telijke huishouding, ook daar waar geen stads uitbreiding in voorbereiding is. De technische beheerskaart heeft steeds ten doel een zo vol ledig mogelijk beeld van het terrein te geven. De kadastrale kaart heeft een geheel andere taak. Deze moet tezamen met de kadastrale en hypothecaire registers een beeld van de eigendomsverhoudingen geven. In de ge meentelijke administratie vervult de kadastrale kaart dan ook een taak gebaseerd op deze doelstelling. Men zal goed doen deze twee doelstellingen gescheiden te houden. Als men zou trachten de kadastrale aan te vullen met een aantal topografische details, zou dit de leesbaarheid en daarmee de bruikbaarheid belangrijk schaden.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1961 | | pagina 30