Iuclitkaar tering Het perspectief in de ontwikkeling van de door Ir. A. van der Weele, Hoofd van de Meetkundige Dienst van de Rijkswaterstaat, Delft voordracht gehouden op het N.G.L.-congres, Delft, 13~10~'61 Het behandelen van bovenstaand onderwerp is een vrij hachelijke onderneming die te ver gelijken is met het interpreteren van de in houd van een nog niet ontwikkelde luchtfoto. Het beeld is daarop ongetwijfeld in latente vorm aanwezig doch nog niet zichtbaar voor het menselijk oog. De verleiding is groot deze vergelijking nog verder door te zetten en mij van mijn taak af te maken door te constateren dat, indien men dit latente beeld voor de toekomst wil be waren, het bij voorkeur in een zo volledig mo gelijke duisternis moet blijven tot de ontwik- keitij d verstreken is. De kans dat deze conclusie met de wensen van uw bestuur overeenkomt is echter gering en ik zal dus trachten u op grond van de inhoud van de reeds afgedrukte foto's van een strook een indruk te geven van het landschap dat ik op de volgende verwacht. De econoom zal daarbij in eerste instantie als uitgangspunt kiezen de kostenvergelijking tus sen een fotogrammetrische en een terres- trische kaartering. U hebt vandaag kunnen horen dat ook bij het gebruik van luchtfoto's een zekere hoeveelheid terreinwerk nodig is, zowel vóór als na de uitwerking der foto's tot kaarten. De kosten van het maken der lucht foto's en van hun oriëntering en inpassing in de uitwerkingsinstrumenten zijn in hoge mate onafhankelijk van de fotokwaliteit en van het terreintype. Zij vormen voor de luchtkaar- tering dus een soort vaste kosten" en het is duidelijk dat dit bedrag beslist lager moet zijn dan de besparing die men op het terreinwerk bereikt om een economisch verantwoorde toe passing van de fotogrammetrie te bereiken. Deze wel zeer sterk geschematiseerde kosten vergelijking toont duidelijk aan dat de toe passingsmogelijkheden van de fotogrammetrie zullen toenemen naarmate meer terreinwerk kan worden bespaard. Hiervoor zijn twee ele menten maatgevend, nl. de nauwkeurigheid en de volledigheid van de aan de foto ontleende gegevens. Ook andere overwegingen kunnen bij keuze echter een belangrijke rol spelen. De soms mogelijke tijdwinst of het feit dat de luchtkaartering in totaal minder manuren per oppervlakte-eenheid vergt kunnen tot haar 279

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1961 | | pagina 31