281 geldt voor de uitwerkingsinstrumenten waar bij, voor zover zij mechanische gedeelten be vatten, bij de moderne constructies de grens van het mogelijke al vrijwel bereikt schijnt te zijn, doch die nog een hogere nauwkeurigheid kunnen halen door het vervangen van optische en mechanische transformaties door elektro nische. De ontwikkeling van deze nieuwe typen van instrumenten is op verschillende plaatsen ter hand genomen. Ook aan de be reikbare nauwkeurigheid is echter door de na tuur een grens gesteld daar men de invloed van de atmosfeer tussen voorwerp en camera nu eenmaal niet kan uitschakelen. De straal breking is hier een belangrijke foutenbron waarvan nog betrekkelijk weinig bekend is. Het onderzoek naar haar eigenschappen is echter ter hand genomen zodat tenminste in de toekomst wellicht ongunstige omstandig heden kunnen worden vermeden. Samenvat tend kan dus worden vastgesteld dat zowel de nauwkeurigheid als de volledigheid van uit luchtfoto's getekende kaarten in de toekomst nog verbeterd zullen kunnen worden, waar door de toepassingsmogelijkheden zich naar rato zullen uitbreiden. Deze vooruitgang zal echter langzaam gaan daar iedere stap vooruit moeilijker wordt naarmate men het eindpunt nadert. Een essentiële en misschien zelfs revolutio naire wijziging is echter te verwachten wan neer het inzicht baanbreekt dat wij tot op heden de luchtfoto in het algemeen hebben misbruikt. Om u dit duidelijk te maken moet ik mijn toevlucht nemen tot een vergelijking. Tweehonderd eeuwen geleden was de mens al in staat om afbeeldingen van zijn mede mensen en huisdieren te maken. Twee eeuwen geleden had zijn techniek zich veel verder ont wikkeld en was hij in staat goed gelijkende portretten te maken in kleuren. Beide soorten afbeeldingen zijn echter subjectief en geven slechts de visie van de kunstenaar en dan nog slechts voor zover zijn technisch kunnen dat toeliet. Tegenwoordig maakt men eenvoudig een foto, al of niet in kleuren, die een objec tief portret geeft waaraan ieder zijn subjec tieve interpretatie kan toevoegen. Diegene die op basis van een foto een getekend portret zou vervaardigen wordt door de kunstenaars als een klungel en door de fotografen als een vandaal beschouwd. Waar het echter gaat om de afbeelding van de aarde hebben wij nu net dit stadium bereikt en zouden we onszelf dus als klungels of vandalen moeten beschouwen. Wij kunnen ons hoogstens verdedigen door te zeggen dat de luchtfoto, als een willekeurig gerichte centrale projectie van het terrein niet geschikt is om er op een eenvoudige manier maten aan te ontlenen. Dit excuus vervalt wanneer wij de foto zelf de eigenschappen konden geven van een parallelprojectie van het terrein in de richting van de plaatselijke verticaal, zodat de foto direct als kaart ge bruikt kan worden. Welnu, het hiervoor benodigde instrumenta rium bestaat en het werkt. De tijd laat niet toe het te beschrijven maar het resultaat is van eminent belang. De kaart, zoals die uit een luchtfoto wordt getekend, be vat alleen die informatie die de fotogrammeter voor een bepaald doel nodig acht. Wil men voor een ander doel dezelfde luchtfoto's ge bruiken, dan moet men het gehele proces her halen en een nieuwe keuze uit de beeldinhoud maken. Het resultaat blijft echter subjectief. Heeft men echter eenmaal in de foto zelf de omvorming van centrale tot parallelprojectie tot stand gebracht dan kan ieder op eigen wijze aan deze fotokaart de gegevens ontlenen die voor zijn doel nodig zijn en hij is daarbij onafhankelijk van anderen. De volgende stap is dan dat, zodra men enige ervaring heeft verkregen in het lezen van foto's, het voor vele doeleinden onnodig zal kunnen blijken nog een kaart in de huidige vorm te tekenen. Dan zal de fotokaart op de duur normaal en de getekende kaart uitzon dering kunnen worden zodat zowel de kaart- vervaardigers als de kaartgebruikers hun ge woonten zullen moeten herzien. Zelfs als dit visioen slechts ten dele waarheid wordt, zal het grote veranderingen met zich mee kunnen brengen. Meneer de Voorzitter, Gemiddeld ééns per minuut heb ik in het voor gaande een onderwerp genoemd waarover ge makkelijk een uur te praten zou zijn. Ik ben dus zeer onvolledig en vaag geweest doch daar dit tot de beroepscode van de toekomst voorspellers behoort, wil ik besluiten met als mijn overtuiging uit te spreken dat aan de luchtkaarteringsmethode nog een grote toe komst is beschoren, zelfs al is het op heel andere gronden dan ik u nu heb voorge spiegeld.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1961 | | pagina 33