BERICHTEN
N.G.L.
van en nit net
12
Rayonbijeenkomst te Arnhem
op 14 december 1961
Deze eerste bijeenkomst in het seizoen mocht
zich weer als gebruikelijk in een grote belang
stelling verheugen. 75 belangstellenden waren
aanwezig om te luisteren naar hetgeen Ir. G.
A. van Wely, wetenschappelijk hoofdambte
naar aan de Landbouwhogeschool te Wage-
ningen, vertelde over Ervaringen met
optische afstandmeting.
Als bijzonderheid mag vermeld worden dat
onder de aanwezigen een abonnee uit Ame
rika was, die met verlof in het vaderland zijn
de, van de gelegenheid gebruik maakte deze
bijeenkomst bij te wonen.
Ir. Van Wely ving aan met op te merken dat
het niet verwonderlijk was iemand van het
Laboratorium voor Landmeetkunde te Wage-
ningen over optische afstandmeting te horen
spreken, daar dit laboratorium zich reeds zeer
lang met proeven op dit gebied heeft bezigge
houden.
De namen van Prof. Dieperinck en Prof.
Kruidhof, die achtereenvolgens aan dit Labo
ratorium was en is verbonden, spreken hier
voor zich.
In het eerste gedeelte van zijn voordracht gaf
de heer Van Wely een overzicht van de ver
schillende instrumententypes die voor op
tische afstandmeting kunnen worden ge
bruikt, namelijk
1. De invarbasisbaak
2. De dradenafstandmeter
3. De dubbelbeeldafstandmeter.
Met de eerste methode kan bij gebruik van
een Wild T2 theodoliet of een gelijkwaardig
instrument de tophoek worden gemeten met
een nauwkeurigheid van 0,3 dmgr, wanneer
8 series worden gemeten. De nauwkeurigheid
in de lengte is dan 3 a 4 cm per 100 m.
De dradenafstandmeter werd voor het eerst
gebruikt in 1674 door de Italiaan Molinari en
wordt vervolgens in 1772 weer genoemd door
Green. Nadat in 1812 Reichenbach het in
strument verder ontwikkelde komt het meer
algemeen voor. De nauwkeurigheid is afhan
kelijk van de aflezing op de baak, maar komt
niet boven de 15 cm per 100 m. Er zijn diverse
pogingen gedaan van de millimeteraflezing te
komen tot aflezing op 0,1 mm. Als voorbeeld
kunnen genoemd worden de Dieperinckbaak,
de Kruidhofbaak en de transversaalbaken.
Een nieuwere vorm van dradenafstandmeter
is de reductietachymeter met als voorbeelden
de Kern DK-RV, Wild RDS en Hammer-
Fennel.
De mogelijkheden van al deze instrumenten,
die gebruikt worden met verticale baak, zijn
begrensd door de parallax in de kijker en de
refractie.
De dubbelbeeldafstandmeters zijn in eerste in
stantie ontworpen omstreeks 1900 door Ri
chard en sedert 1920 algemeen in gebruik.
De meest bekende instrumenten van dit type
zijn de Wild RDH, Kern DKRT en Zeiss
Redta.
Met deze types kan een nauwkeurigheid wor
den bereikt van 1 a 2 cm per 100 m.
Na de pauze, waarin gelegenheid bestond tot
bezichtiging van diverse soorten Kern-instru-