20
van het Kadaster d.d. 5-7-1961) nu zo. dat
alleen de meetkundigen-schatters, aangewor
ven vóór 30 januari 1954 en op 1 januari 1962
houders van één van de titels, genoemd in
K.B. 18 mei 1936, naast hun ambtelijk werk
arbeid voor rekening van particulieren en
openbare instellingen mogen uitvoeren.
Het slotartikel behandelt „Les professions
libérales devant le Marché commun'terwijl
een overdruk uit „Notariële Tijdingen" van
maart 1961 omschrijft wanneer er „volgens de
doctrine en de rechtspraak inbezitneming is
van de mandelige muur". W. K.
Oesterreichische Zeitschrift für Vermes-
sungswesen. 1960, nr. 6.
A. Bjerhammar schrijft Über die
Bestimmung der Gestalt der Erde, F. H a 1-
w a x geeft een verhandeling over Aerotrian-
gulierung mit astronomisch bestimmten Pass-
punkten, terwijl van L. S t a r k 1 een bijdrage
is opgenomen, getiteld Über die Berechnung
bestimmter Integrale durch Schleppenitera-
tion. Zij die zich voor planimeters en de daar
bij behorende theorie interesseren, wordt aan
geraden van dit artikel kennis te nemen.
1961, nr. 1 begint met de herdenking van
Dipl.-Ing. Dr. jur. Franz Schiffmann,
president van de F.I.G., overleden op 24 ja
nuari 1961. K. Hubeny publiceert Bemer-
kungen und Formeln zur Berechnung langer
geodatischer Strecken, welk artikel in nr. 2
besloten wordt, en H. M o r i t z Über die
Konvergenz der Kugelfunktionsentwicklung
für das Aussenraumpotential an der Erd-
oberflache. Van L. A v a n z i n i is opgeno
men Beitrag zur Rationalisierung im Kataster-
wesen durch Einsatz von Projektoren. Nu bij
de kadastrale dienst het voornemen bestaat
binnenkort over te gaan tot het fotogramme-
trisch in kaart brengen van akteposten, zal
dit artikel ook voor onze lezers van belang
zijn.
1961, nr. 2. W. Sm et ana schrijft over
Naherungs-Zentroid als optimale Punktlage
bei der analytischen Berechnung des mehr-
fachen Vorwarts- und Rückwartseinschnittes.
K. U 1 b r i c h behandelt de Genauigkeit der
ersten Messtisch-Katastralvermessung in
Österreich. Deze zijn ongeveer dezelfde tijd
begonnen als de metingen voor het Kadaster
in Nederland. Verteld wordt hoe voor de
eerste triangulering aangesloten is op een
reeds bestaande grondslag in Oostenrijk voor
militaire doeleinden. De meting van de detail
opnamen strekte zich uit van 18171861 voor
50000 kaarten, waarna vanaf 1887 hermeting
plaatsvond. Oostenrijk omvat 7865 kadastrale
gemeenten met rond 11,6 miljoen percelen.
Hiervan zijn tot einde 1959 1,2 miljoen her
meten. Een onderzoek naar de nauwkeurig
heid van de oorspronkelijke metingen heeft
uitgewezen, dat deze, in aanmerking genomen
de mogelijkheden wat betreft meetinstrumen
tarium, enz. en reproduktiemethoden in die
tijd, zeer bevredigend zijn.
1961, nr. 3. Het nummer opent met Über
einen halbautomatischen Libellenprüfer für
Libellen mittlerer Genauigkeit van de hand
van A. Tarczy-Hornoch. Voor hen
die met waterpasinstrumenten omgaan van
belang. K. Hubeny behandelt Über die
Auswertung affin deformierter Modelle, ter
wijl L. S t a r k 1 schrijft over Allgemeine und
spezielle überstimmte analytische Lösungen
der einfachen Punkteinschaltung im Raum,
welk artikel in nr. 4 wordt besloten.
1961, nr. 4. F. Ackerl geeft een bijdrage
Über die Berücksichtigung der Variation der
magnetischen Deklination bei geodatischen
Arbeiten. W. Embacher beschrijft Ein
Vergleich von Methoden zur Bestimmung der
Bodendichte. H. S c h m i d behandelt Eine
neue Fehleraufteilung für lange Polygonzüge,
met een uitgewerkt voorbeeld. Deze methode
vertoont veel overeenkomst met de bij ons be
kende methode II van de H.T.W. van het
Kadaster. C. A. C. B.
Der Fluchtstab, nrs. 3/4, 5/6 en 7/8 1961. In
nr. 3/4 behandelt Dipl.-Ing. E. Jacobs
„Die Aufgaben für den Vermessungs- und
Liegenschaftsingenieur aus dem Bundesbau-
gesetz" en besluit K. K n o t h zijn artikel
„Das Bundesbaugesetz"In alle drie afleve
ringen is een vervolg opgenomen van „Tri
gonometrische und polygonometrische Be-
rechnungen in den neuen Vermessungsvor-
drucken" van de hand van Dipl.-Ing. E. J a-
c o b s. In de nrs. 3/4 en 5/6 schrijft J. H e y-
i n k over „Erkundung und Netzentwurf bei
der trigonometrischen Bestimmung von
TP(AIn nr. 5/6 is een bijdrage opgenomen
„Neue Lage der Ingenieurausbildung" van
H. B ohlender en „Entwurf eines Lehr-
planes für die Vermessungsfachklassen an den
Berufsschulen in Nordrhein-Westfalen"ter
wijl R. S t r e m m e 1 in de nrs. 5/6 en 7/8
schrijft over „Grundstücksbewertung".
C. A. C. B.