6
Anderzijds zijn wij er van doordrongen, dat
wij het niet kunnen stellen zonder de daad
werkelijke steun en medewerking van de
mannen van het „primaire net". De inhoud
van Geodesia" en het programma van ons
eerste congres leveren daarvoor de bewijzen.
Ware het anders, men zou ons met recht kun
nen verwijten te weinig begrip te hebben voor
de eigen plaats in het geheel.
Over en weer, hebben wij elkander nodig, dat
staat vast. Maar wij zullen er goed op bedacht
moeten zijn, dat misplaatst standsgevoel,
groepsegoïsme of kortzichtige hokjesgeest op
dit terrein geen piket in de grond krijgen.
Ik herhaal: 1961 was een goed jaar voor
Geodesiaen het N.G.L. Dit kwam ook
tot uiting in de onderlinge verstandhouding
tussen de samenwerkende verenigingen.
In november hebben we onze jaarlijkse gecom
bineerde vergadering gehad: Stichtingsbe
stuur, redactie en besturen V.T.A.K., V.v.L.
en V.M.D.R. Problemen van de stichting en
de verenigingen werden besproken.
Wij zijn tot een goede oplossing van enkele
problemen van technische en financiële aard
gekomen. Het is verheugend te constateren
hoe in alle verenigingen de overtuiging veld
wint, dat door de activiteiten van het N.G.L.
de leden van die verenigingen direct of in
direct voordeel behalen en dat de positie van
de lagere en middelbare technici gediend
wordt. Hoe de stichting juist voor hen een
aangewezen middel is, het niveau van hun
arbeid aan te geven, te verbeteren en naar
buiten kenbaar te maken. Dit is heel belang
rijk, inderdaad. Maar dan mag 1962 in geen
geval een achteruitgang van onze activiteiten
te zien geven, dat zijn de consequenties.
Maar toch zullen we de verleiding weerstaan
om dit jaar opnieuw een congres te houden.
Van verschillende zijden is ons verzocht ieder
jaar een dergelijk congres te organiseren,
maar wij willen een behoorlijk fonds hiervoor
vormen en ons degelijk voorbereiden. Wij
hebben een peil te handhaven.
Voor dit jaar moeten we dit compenseren door
verdere uitbreiding van Geodesiaons eerste
doel!
Dan zullen we in ieder geval ook meer
rayonbijeenkomsten houden. Vast staan: Arn
hem, Amsterdam en Rotterdam elk tweemaal:
Utrecht, Leiden en nog enkele andere plaat
sen. Wij vragen organisatoren in bijv. Gro
ningen, Maastricht en Vlissingen, om nu maar
eens een paar buitenplaatsen op te noemen.
De spelregels staan in Geodesia1961
nr. 11, bladzijde 284. U vindt het toch ook
van belang dat het N.G.L. in uw omgeving
bijeenkomsten houdt? Neemt u dan het ini
tiatief. U zult zien dat de belangstelling mee
valt. Er leeft iets in onze kringen, wat alleen
maar een zetje nodig heeft om tot actie te
komen. Eindelijk eens een werkje, waarmee u
waardering kunt oogsten. Het bestuur wil u
graag behulpzaam zijn.
U kunt ook zeer verdienstelijk medewerking
verlenen door onze redactie aan kopij te hel
pen. Nu is dit niet voor iedereen weggelegd,
maar ik weet zeker dat er nog veel collega's
zijn die een onderwerp in gedachten hebben,
maar in zorgen naar het nog maagdelijk pa
pier zitten te staren. Hoe krijgen we dit in be
grijpelijk Nederlands op papier? De redactie
commissie, dames en heren, wil u heel graag
advies geven. Onze wetenschappelijk adviseur
staat hen trouw ter zijde. Gezamenlijk wordt
het TIW artikel.
Voor hen die wèl weten hoe het moet of den
ken dit te weten: Kom, zet u er nu eens voor.
Anderen wachten er op. U moet nooit laten
wachten.
Goed, dan wordt het dus, met inspanning van
alle krachten, weer een goed 1962 voor
Geodesia' en het N.G.L.
Tussentijds maken we balans op, op de rayon
bijeenkomsten. Want daar zien we elkaar
toch? Leden en abonnees.
Bedenkt, een voorspoedig 1962 voor het
N.G.L. is uw aller belang, direct of indirect,
waar en wat ook uw plaats of positie is.
Dit laatste wilde ik ook eens ter bestudering
voorleggen aan onze Belgische vrienden. U
hebt zoveel moeilijkheden om een goede orga
nisatievorm te vinden. Zouden we het niet
eens samen proberen? Geodesia" als basis?
Er is veel te doen in 1962.
Gaarne wil ik besluiten met alle medewerkers
en de lezers van Geodesia'namens het
stichtingsbestuur een voorspoedig, rijk ge
zegend 1962 toe te wensen!
J. Rietveldt Ing., voorz. N.G.L.