Vereffening van een enkelvoudig Centrumnet 7 door K. Koet Ing., hoofd van de cekenafdeling bij de Meetkundige Dienst van de Rijkswaterstaat te Delft Het door de heer M. Rijsdijk in zijn artikel in Geodesia (jaargang 1959, blz. 29) als voor beeld gebruikte driehoeksnetje is door mej. C. A. C. Best vereffend volgens de methode van de kleinste kwadraten, en tevens volgens de z.g. klassieke methode. Daarna is het ook nog eens vereffend volgens de bij de Meetkundige Dienst van de Rijkswaterstaat gebruikelijke methode, die zich slechts daarin van de klas sieke methode onderscheidt, dat voor de be rekening van de derde correctie gewerkt wordt met de sinus in plaats van met de log sinus. Hierbij werkt men als volgt: Eerst wordt het quotiënt berekend van de produkten van de sinussen van de linker- en van de rechter basishoeken, dus: sin 1 sin 3 sin 5 sin 7 sin 2 4 sin q. Nadat de linkerbasishoeken met 100 dmgr vermeerderd zijn, en de rechterbasishoeken met 100 dmgr verminderd, wordt het quotiënt opnieuw bepaald: sin 1 1 cgr) sin (2 1 cgr) sin (3 -(- 1 cgr) sin (4 1 cgr) Het is de bedoeling de basishoeken zodanig te corrigeren, dat het quotiënt q 1 wordt. Bij een correctie van 100 dmgr verandert het quotiënt r q. De juiste correctie, uitgedrukt in dmgr, kan worden berekend uit: 1 100 dmgr. 9 Overeenkomstig de verwachting geeft deze werkwijze vrijwel dezelfde uitkomst als de klassieke methode. Hieronder volgt een staatje van de op ver schillende manieren vereffende hoeken. Hoek streng klassiek meetk. dienst Rijsdijk 1 30,2021 ,2003 ,2002 ,1996 8 36.3067 ,3081 ,3082 ,3088 9 133,4912 ,4916 ,4916 ,4916 3 59,0971 ,0987 ,0986 ,0994 2 54,6985 ,6971 ,6972 ,6964 10 86,2044 ,2042 ,2042 ,2042 5 76,6333 ,6354 ,6353 ,6360 4 49,5157 ,5142 ,5143 ,5136 11 73,8510 ,8504 ,8504 ,8504 7 41,7979 ,7982 .7981 ,7983 6 51,7487 ,7480 ,7481 ,7479 12 106,4534 ,4538 ,4538 ,4538 Om een inzicht te verkrijgen in de vervormin gen die door de verschillende vereffenings methoden ontstaan, is als volgt te werk ge gaan: Uitgaande van een aangenomen basis PQ (in de grafieken 5a) zijn de coördinaten van sin (5 -j- 1 cgr) sin (6 1 cgr) sin (7 -j- 1 cgr) sin (8 1 cgr) r de punten R, S en C berekend, achtereenvol gens met behulp van de hoeken gevonden met de strenge-, de klassieke- en de Rijsdijk- methode. In de grafieken op de volgende bladzijde zijn de verschillen uitgezet tussen de coördinaten berekend uit de strenge vereffening en die uit de beide andere methoden. Hoewel de verschillen een grote mate van overeenkomst vertonen, blijkt toch de klas sieke methode nauwkeuriger te zijn dan de methode-Rij sdijk.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1962 | | pagina 5