10
kadaster dezelfde sprongsgewijze evolutie ont
wikkelt, wat niet wegneemt, dat deze plotse
linge confrontatie allerlei vragen oproept, zo
als: zou het niet meer voor de hand liggen
luchtkaartering van posten toe te passen op
nieuwe langs fotogrammetrische weg verkre
gen kaarten op een duidelijke schaal?
Verwondering is de oorsprong van alle ken
nis en van alle inzicht, las ik een dezer dagen
in mijn weekblad en dat is geloof ik juist, om
dat deze verwondering ons dwingt te vragen
naar het hoe en waarom.
Over verschillende aspecten van het hoe heb
ben ons de sprekers op het congres een boekje
open gedaan, waarbij o.m. bleek welke fac
toren van invloed kunnen zijn op het resultaat.
In verband met ons onderwerp noteer ik de
volgende:
1Het is noodzakelijk een grondig onderzoek
in te stellen naar een reeds bestaande
grondslag. In veel gevallen is deze niet af
gestemd op de relatieve nauwkeurigheid
die thans vereist wordt en is de aanslui
ting aan RD-punten niet juist uitgevoerd.
De coördinaten van dergelijke punten
mogen niet meer gebruikt worden. Het is
onjuist in dit opzicht behoudend te zijn
(Lievaart)
2. Buiten het vliegseizoen is het onecono
misch en onefficiënt luchtopnamen te
maken t.b.v. de kaartering (Sprenger).
3. Er bestaat een nauwe relatie tussen hoe
veelheid terreinwerk, toepassingsmoge
lijkheden en kwaliteit van de foto (Ir. v. d.
Weele)
4. Een economisch verantwoorde wijze van
werken staat decentralisatie van lucht-
kaarteringswerk in de weg. Slechts een
beperkt aantal bureaus op het gebied van
luchtkaartering heeft levensvatbaarheid
(Ir. v. d. Weele)
5. Aan de verzekering van de schijven be
hoort grote aandacht geschonken te wor
den. Ze moeten voortdurend gecontro
leerd worden. Het verdient aanbeveling
de schijven aan te meten. Eén en ander
kan verricht worden door „eenvoudig'
personeel (Lievaart).
6. Een luchtfoto is de projectie van een ter
rein, een kadastrale kaart die van de kada
strale eigendomstoestand.
7. De fotogrammetrie is een volkomen aan
vaardbare meetmethode, echter met speci
fieke eigenschappen (Lievaart).
Het is begrijpelijk dat we, terwijl we ons kada
straal gesproken nog wanen in de Charles
Dickens periode, en zo onverwachts gecon
fronteerd worden met het maken van lucht
foto's ten behoeve van onze 19e eeuwse kaar
ten, wel even met de ogen geknipperd hebben,
zo beeldend uitgedrukt in de tekening van het
vorige nummer. Nu we echter weer met beide
benen op de grond staan en we dus vanuit
deze meer vertrouwde positie de situatie over
zien, dringen zich toch wel enige problemen
aan ons op naar aanleiding van de genoteerde
punten.
Indien de in het eerste punt genoemde moei
lijkheid inderdaad juist zou zijn, en volgens de
heer Lievaart gaat de aero-triangulatie dwars
door het net heen, zou het begin bij de RD-
punten moeten liggen en is de eigenlijke lucht
opname niet of nauwelijks aan de orde. Dat
er alleen in een bepaalde periode gevlogen
kan worden betekent een speciale verdeling
van de werkzaamheden en maakt een elas
tische personeelspolitiek noodzakelijk; geen
eenvoudige opgave voor een Rijksdienst. Het
is duidelijk dat hoe meer gegevens men kan
aflezen van de foto's, hoe meer terreinwerk
kan worden bespaard. Nu is het aantal ge
gevens van een foto afhankelijk van degene
die deze interpreteert enerzijds, maar ander
zijds van de volledigheid van de foto, m.a.w.
van de kwaliteit.
Ook op dit gebied gaat men steeds verder o.a.
door bewuste contrastbeïnvloeding van het
beeld via metingen.
Een andere kwaliteitsnorm is nauwkeurig
heid, die bij kaartwerk vanzelfsprekend is en
bij foto's begint bij de maatvastheid van de
emulsiedragers. Hoe het zij: de toepassings
mogelijkheden zijn gedeeltelijk afhankelijk van
de gebruikers, die zonder twijfel een speciaal
gerichte opleiding vragen.
Het is duidelijk, dat luchtkaartering een vrij
kostbare werkwijze is en dat daarom een eco
nomische oplossing geboden is. Om deze rede
nen, door Ir. Van der Weele nader uitge
werkt, is het begrijpelijk, dat concentratie van
bureaus nodig is.
Luchtkaarteringsbureausmet speciaal opgeleid
personeel. Speciaal personeel wordt ook ge
noemd i.v.m. het verzekeren en controleren
van schijven, waardoor het landmeetkundig