51
Fotogrammetrie
Kompendium Photogrammetrie
Band I, II en III. Sonderdruck der „JENA
Nachrichten".
Reeds geruime tijd liggen deze drie keurig
in groen linnen bandjes gebonden boekjes op
aankondiging te wachten en dat waarlijk
niet omdat ze daarvoor niet de moeite waard
zijn. Tezamen bevatten ze een serie voor
drachten gehouden ter gelegenheid van de
21ste cursus voor fotogrammetrie te Praag
in april/mei 1958. Werk van achter het
„gordijn" dus. Het merendeel der lezingen
is afkomstig van leden van de wetenschap
pelijke staf van VEB Carl Zeiss Jena. Na
genoeg het gehele gebied van de fotogram
metrie ten behoeve van de landmeetkunde
en de kaartering wordt hierin bestreken;
mede door de opzet en indeling der stof heeft
het geheel het karakter van een leergang,
waarbij ook de geschiedschrijving niet ver
geten is. Met dit laatste vangt Band I aan
onder de titel: „Jena und die Photogramme
trie'' van H orst Schoeler, een hoofd
stuk met alleen reeds 35 afbeeldingen tussen
de tekst, waaronder foto's van de voortrek
kers als Carl Zeiss, Ernst Abbe, Pulfrich, Von
Gruber en Hugershof. Dit deel bevat verder
hoofdstukken gewijd aan: Stereoscopisch zien
en meten, fotografische grondslagen, terres-
trische fotogrammetrie, de stereocomparator
en zijn gebruik, grondslagen van automatische
kaartering.
Band II begint met een paar hoofdstukken
over de opname: de inrichting van de lucht-
camera, de voorbereiding van foto-vluchten
en de navigatie, waarbij ook in het kort de
tegenwoordige elektronische hulpmiddelen als
Decca, Shoran, e.d. betrokken worden.
Van Gerhard W r t z is hier een ver
handeling opgenomen over het testen van
fotogrammetrische objectieven en het kalibre
ren van opnamecamera's. De beschrijving
van middelen en methoden is wel gebaseerd
op de in Jena gangbare methoden, maar er
wordt ook verwezen naar de aanbevelingen
van het Washingtonse congres in 1952
commissie I gepubliceerd in 1956.
Verder worden in dit deel 45 bladzijden be
steed aan de ontschranking. Behalve de wis
kundige grondslagen van de automatische
en de niet-automatische ontschranking wor
den een aantal instrumenten besproken
waaronder ook de Wild E2, Bausch Laub
en de SEG V van Zeiss München, hier ge
noemd Westduits ontschrankingsapparaat.
De tweede helft van dit 580 bladzijden tel
lende deel wordt besteed aan de stereoplani-
graaf in vier verhandelingen van O 11 o H o f-
m a n n respectievelijk over: de bouw en in
richting van het instrument, het justeren en
de theoretische grondslagen daarvan (waar
bij de methode Hallert uitvoerig beschreven
en aanbevolen wordt), het gebruik van het
instrument, de relatieve en de absolute oriën
tering.
Band III bevat een negental verhandelingen
over verschillende onderwerpen, luchtkaar-
tering als hedendaags economisch belang,
geodetische paspuntbepaling, fotogramme
trische netverdichting, ruimtelijke aërotriangu-
latie, analytische fotogrammetrie, luchtfoto
interpretatie en aan het slot een beschouwing
van Horst Schoeler over de huidige
ontwikkelingstendenzen in de fotogramme
trie. Tussen deze hoofdstukken is er ook een
gewijd aan het onderwerp ,,Sowjetische pho-
togrammetrische Verfahren und Gerate van
Abwill Bucholtz.
Samenvattend moeten wij van het geheel
van deze uitgave zeggen dat het in alle op
zichten breed van opzet is, vooral wanneer
wij er ons rekenschap van geven waar en
door wie deze uitgave verzorgd is geworden.
In de verhandelingen zelf zowel als in de
uitvoerige literatuuropgaven aan het einde
van elk hoofdstuk, waar men geen spoor van
de oost-west tegenstelling in kan vinden
u vindt daarin ook de namen van Buringh,
Roelofs, Schermerhorn, Schut, Van der
Weele om alleen maar de Nederlanders