Geodézia és Kartografia, 4-1961, bevat
als belangrijkste de volgende artikelen:
A. T a r c z y-H o r n o c h, Een halfauto-
matisch apparaat voor onderzoek van water-
pas-instrumenten met middelmatige nauwkeu
righeid (ontwikkeld in het Hongaars Geode
tisch lab.; E. H n y i, Onderzoekingen ter
vermindering van de refractiefout bij waterpas
sen; L. R o s z a en L. E n y e d i, De ontwik
keling en geodetische controle van een d.m.v.
schildboring gegraven gang (parpanneau de
croutes) met tekeningen. Dit artikel wordt ver
volgd, Dr. E. R o g c z i. Onze projectiepro
blemen in de loop der tijden (waarin ver
wezen wordt naar het Gauss-Krüger-coördi-
natensysteem in Oostenrijk); J. J o Proble
men bij het maken van kaarten in groot ver
band; B. S z ab voortzetting van zijn be
schouwing over Onze kaartenvervaardiging,
gezien van economisch standpunt enz.;
J. N a g y, De fotogrammetrie en kaarten op
grote schaal (waarbij vooral wordt gewezen
op literatuur betreffende toepassingen bij het
kadaster)Dr. L. N m e t h, Juridische regu
lering van de meetarbeid (afgestemd op Hon
garije!); Dr. F. Magyar os y, Rechtskun
dige problemen bij onteigening.
De Onafhankelijke landmeter-expert- en
landmeter-architect
Het september-oktobernummer van dit Bel
gische blad gaat in op de vraag: Waarom
wordt de stichting van een Belgische Land
metersfederatie uitgesteldIn dit verband
wordt de Italiaanse jurisprudentie m.b.t. de
officiële inschrijving van vrije landmeters ver
geleken met de Belgische toestanden, waarbij
de vrije landmeters protesteren tegen het feit,
dat ambtenaren-landmeters ook in de particu
liere sector nog landmeetkundige arbeid
mogen verrichten.
Uit „Notariële Tijdingen'' van 25-3-1961 is
overgenomen een opsomming, wanneer vol
gens de doctrine en de rechtspraak inbezit
neming van de mandelige muur bestaat.
W.K.
Cultuurtechnisch Tijdschrift
Jaargang 1961 nr. 3 opent met een artikel van
H. B 1 a a u w Ing. over De berekening van
waterlopen en kunstwerken, waarin ook voor
de niet-cultuurtechnici op duidelijke en over
zichtelijke wijze wordt uiteengezet hoe de
diverse berekeningen worden uitgevoerd, die
nodig zijn om de juiste afmetingen van leidin
gen en kunstwerken in verband met de te ver
wachten waterafvoer en dergelijke te bepalen.
De directeur van K.L.M. Aerocarto n.v.,
Th. J. de Bru ij n, vertelt vervolgens over
Organisatie en arbeidsterrein van KLM Aero
carto n.v. in een bewerking van een door hem
voor de Cultuurtechnische Vereniging gehou
den lezing. Dit artikel bevat een interessante
uiteenzetting over doel en arbeidsterrein van
deze maatschappij en alles wat met luchtfoto
grafie te maken heeft. Dr. P. B u r i n g h
hield bij dezelfde gelegenheid een lezing over
Luchtfoto-interpretatie ten behoeve van het
landbouwkundig onderzoek in Nederland,
welke eveneens in dit nummer is opgenomen.
We hebben vaak de neiging te denken, dat
de luchtfotografie in hoofdzaak dient ten be
hoeve van de luchtkaartering en het is daarom
goed eens kennis te nemen van de vele moge
lijkheden die ook op ander gebied aanwezig
zijn, vooral wanneer deze uiteenzetting door
een zo bij uitstek kundig schrijver geschiedt.
Nr. 4 bevat onder meer een artikel van
J. Schut Ing. over De ontwikkeling in de
verharding van landbouwwegen inGelderland,
waarin de diverse ontwikkelde verhardings
methoden worden behandeld.
A. deLeeuw, landmeter-expert te Brussel,
geeft een uiteenzetting over Vijf jaar ruilver-
kavelingswet in België, waarin een overzicht
wordt gegeven van hetgeen bij onze zuider
buren sedert de totstandkoming van de ruilver-
kavelingswet in 1956 werd verricht. Aange
vraagd werden 170 blokken met 'n oppervlakte
van ca. 150000 ha, waarvan 54 werden gestemd
en slechts 3 verworpen, waarbij opgemerkt
dient te worden, dat een viervoudige meerder
heid is vereist, nl. van eigenaren, zowel als van
gebruikers een meerderheid van stemmen en
van grond. Na 5 jaar waren in uitvoering een
oppervlakte van ca. 39000 ha en gereed 5 blok
ken ter totale grootte van ca. 2000 ha.
250 technici en administratieve ambtenaren
zijn bij het ruilverkavelingswerk ingescha
keld. Schrijver eindigt met de wens uit te spre
ken naar een nationaal plan voor ruilverkave
ling voor een periode van 5 of 10 jaar.
54
Verder vinden we nog verscheidene mededelingen, zo
over het tienjarig bestaan van het Staatsbureau voor
Geodesie en Kartografie (welk bureau ook dit tijd
schrift uitgeeft)vragen i.v.in. de samenstelling van
een verklarend kartografisch woordenboek, een zitting
van de permanente commissie F.I.G. 1961, belangrijke
wijzigingen in het kaartbeeld van verscheidene landen,
boekbesprekingen en tijdschriftenoverzicht (w.o. de in
houd van Geodesia, nrs. 4-8/1961). W. K.