„neuswiel" boven de voorsteven met een middellijn van een meter - wordt de buis te water gevierd. De bocht om dit neuswiel is de kleinste die de buis bij de operatie moet ver werken. De snelheid van de kabelmachine is variabel en er staat steeds iemand bij het be- dieningshandel om op de aanwijzingen van de gezagvoerder die bij het neuswiel" de spanning op de buis observeert onmiddel lijk in te grijpen en de snelheid te regelen. Op de brug tracht men intussen het schip zo goed mogelijk in de raai te houden en, mede dank zij de twee schroeven, gelukt dat door gaans wel. Gelijk reeds gemeld, duurt zo n uitlegging on geveer drie uur. Het was dus „volgens plan" toen wij te 10 uur de oever van de Noord- vaarder naderden, waar, in de reeds krachtig doorstaande ebstroom de „Poolster" het anker liet vallen. Men kan zich voorstellen dat er in dit stadium met een zekere spanning wordt nagegaan of de buislengte klopt met die van de gevaren route. Gelukkig bleek dat er nog ongeveer 400 meter buis in het ruim opgeschoten lag terwijl de te gebruiken meet- paal waar het buiseinde nu naar toe ge bracht moest worden ongeveer 350 meter van het schip verwijderd was. Deze paal stond uiteraard ruimschoots landwaarts van de hoogwaterlijn, d.w.z. zo n 150 meter er binnen, teneinde zeker te zijn gedurende de waar nemingsperiode droge voeten te houden. Met de motorvlet werd het buiseinde de zoge naamde tamp naar het strand gevaren en vandaar met de hulp van een „Landrover" naar de meetpaal getrokken. Zon „Land rover" is een jeep met vier-wiel aandrijving en bij zulke karweien een uitkomst, want als dat het strand optrekken van de buis met man-kracht moet gebeuren loopt dat uit op hernia's of hartaanvallen. Uit de „Poolster" werden verder alle be nodigdheden voor de in te richten meetpost gelost waarna het schip terugkeerde naar de Vlielandse kust om de M.D.-ploeg aldaar te verwittigen van de geslaagde uitlegging, zo dat men over en weer moest trachten met de beschikbare mobilofoonsets verbinding met elkaar te krijgen. Toen deze verbinding vlot tot stand gekomen was, verdween de „Pool ster" van dit toneel, om zich aan ander werk op het IJsselmeer te kunnen wijden. Nu begon dus de opbouw en inrichting van de meetpost met bivak. Nummer één van dit programma was het monteren van de tamp van de buis, met peilglas van 10 mm 0, aan de meetpaal. Aan de Vlieland-zijde was men daar inmiddels mee gereed gekomen en had men door waterpassing de hoogte bepaald van het naast het peilglas gemonteerde maatlatje, van uit een in N.A.P. bekende bout in een strand- paal. Deze hoogte werd ons via de mobilofoon doorgegeven, teneinde te bereiken dat aan onze zijde het peilglas op nagenoeg dezelfde hoogte bevestigd zou worden. Door water passing naar de dichtstbijzijnde strandpaal met N.A.P.-bout kon dit gerealiseerd worden, zodat gedurende de gehele meting beide sta tions hetzelfde meetbereik zouden hebben. In gevallen waarin men geen naburige N.A.P.-hoogten ter beschikking heeft kan 36 Het buiseinde aan de paal gemonteerd. De vloeistof meniscus in het peilglas is duidelijk te zien. Rechts daar van het meetlatje.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1962 | | pagina 6