38 Een hydrostatische meting bestaat uit: 1. om de tien minuten een gelijktijdige waar neming van de meniscus in het peilglas t.o.v. het er naast gemonteerde maatlatje: 2. onmiddellijk daarop een aflezing van de speciaal voor dit doel geconstrueerde baro meter met de daaraan gehechte thermo meter: 3. het om het half uur meten van de tempera tuur van de lucht en van het zeewater aan de oevers. Over deze waarnemingen achtereenvolgens het volgende: Het aflezen van de meniscus in het peilglas werd gedaan met behulp van de horizontale kruisdraad van een Kern-waterpasinstrument, dat een aantal meters voor de meetpaal was opgesteld, ingesteld op de onderkant van de meniscus en afgelezen op het maatlatje naast het peilglas. Om de gelijktijdigheid aan beide oevers te waarborgen werd gebruik gemaakt van chro nometers die via de mobilofoon elke twee uren werden vergeleken en zonodig gelijk gezet. De barometer die gebruikt werd was gecon strueerd volgens het principe van Van Laur- sen. Het is een glazen manometer gevuld met paraffineolie met een s.g. van 0,88. Het ge sloten been is aangesloten aan een vat in smel tend ijs teneinde te bereiken dat een con stante temperatuur en dus een constante span ning in dat einde verkregen wordt. Door middel van twee kranen in de manometer en een derde die verbinding geeft met een vat met reserve-paraffine, is het mogelijk op beide stations de paraffine-meniscus in het gesloten been op eenzelfde stand in te stellen. De aflezing van de stand van de meniscus in het open been geeft dan de luchtdruk in mm paraffine. Vermenigvuldiging met 0,88 geeft de gevraagde millimeters water. Er moet voor gezorgd worden dat het vat met smeltend ijs zo goed mogelijk geïsoleerd wordt. Niettemin blijkt dat het nodig is om de ongeveer vier uren ijs bij te vullen. Een ver andering van 0,01° C in het vat geeft nl. reeds een drukverschil van 760 1 0,01 X X 13,6 X mm 0,43 mm 273 0,88 paraffine, overeenkomend met 0,38 mm water! Een extra barometer wordt beurtelings aan beide zijden mede afgelezen zodat de nodige vergelijking mogelijk is. Tenslotte werden, gelijk gemeld, ieder half uur de temperatuur van de lucht en die van het oeverwater opgenomen. Dit temperatuurverloop was echter zeer regel matig. Aangezien er geen schip beschikbaar was om in het tracé geregeld bodemtempe- raturen te meten, is hier nog geen tempera- tuurcorrectie aangebracht. Wel was de ge lijkmatig dalende temperatuur van het zee water merkbaar aan de inhoud van de buis. De grafiek op bladzijde 40 toont de aflezingen aan van de peilglazen en vertoont duidelijk een periode van ongeveer 12 uren, gelijklopend met het getij. Met de vloed loopt het iets warmere volzeewater naar binnen, en met de eb gaat het op de ondiepe wadden gekoelde water naar buiten. De temperatuurveranderingen, die eveneens in de grafiek zijn uitgezet, lopen wat de tijd betreft achter bij het getij en de inhoudsverandering. De oorzaak is dat slechts de temperaturen van het oeverwater gemeten zijn, terwijl in de diepe gedeelten van het tracé de temperatuurveranderingen eerder op treden. Over langere tijd blijkt de tendens van een geleidelijk afnemende inhoud van de buis. Gedurende de meting waren we driemaal ge noodzaakt om water toe te voegen teneinde te voorkomen dat de meniscus tot onder het maatlatje zou dalen. Om het evenwicht te behouden werd dan aan beide kanten, gelijk tijdig een gelijke hoeveelheid gedestilleerd water toegevoegd. Het zal nu duidelijk zijn dat de meetploegen aan al deze werkzaamheden en voorzorgen de handen vol hadden en dat een voortdurende aandacht vereist was. De hier beschreven han delingen: waarnemingen, controle-waterpas singen en ravitailleren vergden de volle tijd. Elke twee uren was er mobilofooncontact met de „overkant", dan werden de chronometers vergeleken, wederzijdse waarnemingen door gegeven en 't kampnieuws uitgewisseld. Voor al des nachts was zo n kort praatje met de andere partij prettig, het verdreef de eenzaam heid. Elke dag werd er in West-Terschelling geravitailleerd. Bij die gelegenheid werd de vergelijkingsbarometer op de boot gezet naar Vlieland, waar hij door de andere meetploeg werd afgehaald om te vergelijken met de daar opgestelde barometer. Ook werd er ijs van de boot gehaald afkomstig uit Harlingen. We bewaarden het in een gat in de grond, dik in het stro verpakt. Zo was het vrij lang houd baar en waren we zelfs in staat een voor raadje te vormen dat ons later goed van pas kwam. Wantna drie dagen gaf de ver snellingsbak van de zo geprezen Landrover

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1962 | | pagina 8