^Berichten
In „Vrij Nederland" van 3 maart 1962 lazen
we in een artikel van Prof. Dr. Hans Tirring
(Wenen) onder de titel „Ruimteonderzoek:
Ja; Bemande ruimtevaart: Neen" onder meer
het volgende:
„Onder de term „ruimteonderzoek" wordt
alles begrepen wat men door waarneming
vanuit satellieten of door waarneming van
hun banen te weten kan komen, hoewel het
meeste daarvan en juist die resultaten
welke van nut zijn voor de praktijk betrek
king heeft op zuiver aardse aangelegenheden.
Hier volgt een korte lijst:
b. Landmeetkunde
Door een satelliet gelijktijdig te peilen van
verschillende punten op aarde uit, hoopt men
driehoeksmeting en kartering van de aardbol
nauwkeuriger te kunnen uitvoeren dan met
de tegenwoordige methode van peilen van
sterren. Men verwacht bijvoorbeeld de fout
in de bepaling van de afstand tussen twee
punten op de tegenovergestelde oevers van
de Atlantische Oceaan te kunnen terugbren
gen tot een vierde of een vijfde van de tegen
woordige grootte. Verder heeft men, door ge
bruik te maken van nauwkeurige opeenvol
gende waarnemingen van de baan van een
satelliet bepaalde afwijkingen van de aarde
van zijn vorm van omwentelingsellipsoïde
kunnen vaststellen: deze afwijkingen had men
vroeger reeds vermoed. De berichten, die door
de hele dagbladpers zijn gegaan, dat de aarde
peervormig is, zijn niet helemaal onjuist,
maar moeten met een korreltje zout worden
genomen. Zelfs de reeds lang bekende en
door de middelpuntvliedende kracht veroor
zaakte vervorming van de aarde tot een afge
platte omwentelingsellipsoïde, is zo gering,
dat een waarnemer van de maan uit met het
blote oog nauwelijks een afwijking zou kun
nen vaststellen. De thans bewezen uitstulping
aan een der polen die vele duizenden malen
groter zou moeten zijn om tot een werkelijke
peervorm te leiden is nog heel wat kleiner
dan die afplatting en is dus alleen zuiver
theoretisch van belang.
Nieuw verschenen kaartbladen van de Topografische kaart van Nederland
Nieuwe aanvragen voor ruilverkaveling
Aangevraagd werd de ruilverkaveling van het
blok „Rijnsburg", gelegen onder de gemeenten
Katwijk, Noordwijk, Voorhout, Rijnsburg,
Oegstgeest, Sassenheim en Warmond, ter
grootte van ca 1370 ha.
llit de debatten in de Tweede Kamer over
de vaststelling van hoofdstuk IXB (Finan
ciën) van de Rijksbegroting 1962 naar aan
leiding van de opheffing en samenvoeging
van hypotheekkantoren:
128
c.
Schaal
Nummer
Naam van het blad
Verkend
Herzien
Uitgave
l 25.000
10-F
Oosterlittens
1959
1961
10-H
Sneek
1959
1961
26-E
Larsen
1960
1962
36-H+G
Ouddorp-Westhoofd
1960
1962
42-B
Werterlichttoren
1960
1962
42-C
Huis ten Duin
1960
1962
42-D
Westenschouwen
1960
1962
42-G
Cohinsplaat
1960
1962
42-H
Zierikzee
1960
1962