rla x la(<h - n cbj - n z+T bf' y cf' z _n ^-fr+d-O b]v1-vA-blf' r~o{ b\f' »if' V1 dus p 111 Een willekeurig plat vlak in de voorwerps- ruimte aangeduid door haar algemene for mule ax -f- by -f- cz -(- d 0 geeft door sub stitutie van (2) de formule van het beeld ge vormd door de lens: af' x of: af'x -|- bf'y cf'-\-d)z -f- df' 0, d.w.z. opnieuw een plat vlak. In de vergelijking van het voorwerpsvlak z 0 stellend, ontstaat de vergelijking van de snijlijn van dit vlak met het lensvlak: ax -f- by -j- d 0. Op analoge wijze ontstaat als vergelijking van de snijlijn van het beeldvlak met het lensvlak: af'x -f- bf'y -j- df' 0, dus opnieuw ax by d 0. Dit betekent, dat voorwerpsvlak, lensvlak en beeldvlak een ge meenschappelijke snijlijn hebben. De consequentie van de eigenschap, dat een plat voorwerpsvlak door de lens ook als een plat beeldvlak wordt afgebeeld is, dat zo'n beeldvlak is bepaald door drie niet op een rechte gelegen beeldpunten of door een lijn en een buiten die lijn gelegen beeldpunt. Wordt er dus voor gezorgd, dat het projectie- vlak van het ontschrankingstoestel steeds een gemeenschappelijke snijlijn heeft met het voorwerpsvlak en het lensvlak (de scheim- pflugvoorwaarde) en dat bovendien bijv. de snijpunten der optische as met het voorwerps vlak en het beeldvlak aan de lenzenformule 1 1 1 - 77 voldoen (de newtonvoor- v b f waarde), dan zal steeds een scherpe projectie op het beeldvlak (kaartvlak) van het ont schrankingstoestel ontstaan, hoe het voor werpsvlak ook wordt ingesteld en hoe de lig ging van de te ontschranken foto in dit vlak ook is. Dit nu wordt automatisch gerealiseerd door zg. inversoren, waarvan een type dat de scheimpflugvoorwaarde regelt en een type dat de newtonvoorwaarde doet vervullen, zal worden besproken. De hierboven behandelde principes kunnen op verschillende wijzen worden uitgewerkt. Ir. A. J. van der Weele behandelt verschillende schema's in het juninummer 1951 van het Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde in zijn artikel „Meetkundige beschouwingen over ontschranking". Figuur 3 geeft als voorbeeld het schema van een ontschrankingsapparaat met een vast ho rizontaal lensvlak. Het fotovlak, waarin de te ontschranken foto binnen het bereik van de getrokken lijnen kan worden verschoven en gedraaid, is draaibaar om een horizontale as d1do, die een variabele afstand V heeft tot het lensvlak. Het projectievlak is draaibaar om een horizontale as d3d±, die een variabele afstand b heeft tot het lensvlak. De horizon tale draaiingsassen dxd2 en d3dx zijn ver schuifbaar langs de verticale stangen dxd3 en d2dx, V en b zijn de voorwerps- en beeld afstand van de snijpunten der optische as van de uitwerklens met fotovlak en projectie- vlak. In stippellijnen zijn het mathematische voorwerps-, lens- en projectievlak uitgebrei der getekend. De scheimpfluginversor is rechts aangebracht volgens de uitvoering van Carpentier. Daarbij zijn in do en dx vaste stangen aangebracht loodrecht op fotovlak, respectievelijk projectievlak (in de tekening verduidelijkt door kubusjes). Op gelijke af standen K langs d2dx zijn horizontaal stangen aangebracht, die de vorige stangen snijden in d7 en ds volgens geleidingen, die onderling weer verbonden zijn door een stang dxd3, die weer geleid wordt door het vaste draaipunt Do van d2dx, ook gelegen op afstand K uit het lensvlak. Vaste draaipunten zijn in fig. 3 aangegeven met een hoofdletter D, draai punten die variabel zijn van plaats met een kleine letter d. De newtoninversor, zoals deze in fig. 3 links is getekend, bestaat uit twee loodrecht op elkaar staande stangen DXA en DXB, draai baar om het vaste draaipunt D1 aangebracht in het lensvlak op afstand f' uit dxd3. De snij punten van DXA en DXB met dxd3 zijn c/5 en dG, geleidingen, aangebracht op afstanden f' uit d 1 en d3. Dat door de werking dezer inversoren inder daad automatisch aan de beide gestelde voor waarden wordt voldaan, kan blijken uit fig. 4, waarin enkele mogelijke standen zijn weer gegeven. Zo volgt in geval 4a, uit de recht hoekige driehoek d3Dxd3, dat zodat de newtonvoorwaarde wordt vervuld. De scheimpfluginversor ligt in het standvlak van foto-, lens- en projectievlak door het punt Lo, zodat aangetoond moet worden, dat de lijnen d2S (X dxd2) en dxS (X dxds) de lijn LoS werkelijk in hetzelfde punt Sx snijden. Leiden we LoSx af uit de gelijkvormige drie hoeken d2L2Sx en die bij c?7, dan is L0S1 K v K px p, dus LolSj 1 terwijl uit de gelijk- P

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1962 | | pagina 5