162 D i p 1. - I n g. M. P e 1 i k a n, Bestimmung der physikalischen Reduktion electronisch ge- messenen Strecken. ,,Als verlassigsten und wirksamstes Mittel zur Vergenauerung der physikalischen Reduktion und dadurch der ganzen gemessenen Strecke hat sich die Mes- sung der Zenithdistanzen auf beiden End- punkten erwiesen. Die Theorien wurden bei der grössenteils im Basisvergrösserungsnetz bei Jesenské (Slow.) durchgeführten Streck- enmessung angewendet. Die durch die Ze- nith-distanzmessung erreichte Vergenauerung verminderte den Unterschied zwischen den mit dem Geodimeter gemessenen und a us dem Netz erreichneten Strecken mit ca. 40%". D i p 1. - I n g. D r. E. Prochazka, Aus- gleichung der Lage eines durch einschneiden bestimmten Punktes mit Hilfe der Statischen Methode. „Das Lösungsverfahren wurde an drei Beispielen des Vorwarts-, Rückwerts- und kombinierten Einschneidens erörtert. Zum Vergleich der Ergebnisse dieses Ver- fahrens mit der rechnerischen Art wurden Beispiele aus dem Werk Jordan-Eggert: Handbuch der Vermessungskunde, Teil I, entnommen I n g. J. S u 11 i, Die Lagegenauigkeit der Punkte eines offenen Polygonzuges. „In der Abhandlung wird die Ableitung der Formeln für die Berechnung der Elemente der mitt- leren Fehlerellipse mit den entsprechenden Nomogrammen für diese Berechnungen bei Punkten eines offenen Polygonzuges ange- Geodeticky a Kartograficky Obzor (Tsjecho- Slowakije), 1962, 3. Naast de vakliteratuur-overzichten (gerang schikt naar de onderwerpen, w.o. ook de vier artikelen uit het congresnummer van Geodesia-1961 zijn opgenomen) en een ar tikel ter ere van de 12e partijdag der Tsjechi sche Communistische Partij, bevat deze afle vering belangrijke bijdragen van: i n z. J. K a- b e 1 a c, Bijdrage tot de theorie van de cir- cumzenithal (astr.) 4 blz., 4 tekeningen; inz. V. Saga, Óver enige vragen betr. het ge bruik van technische mechanisatie- en auto- matisatiemiddelen bij de geodetische arbeid in het buitenland en in Tsjecho-Slowakije (4 blz.); inz. Z. Novak en inz. J. Srom, Deformatiemetingen aan flats (met tekenin gen. 51/2 blz.); en i n z. L. S o u s e k, Het be palen van de as van een mijnschacht en de as van de machinehal {5lA blz., 14 tekeningen). W. K. Przeglad Geodezyjny (Polen), 1962/2. Mr. inz. E. Lukasiewicz bespreekt enige problemen van de polygonering in ver band met de technische constructies (7 blz.); Mr. inz. J. Kobylanski schrijft over de beste berekeningsmethode van oppervlakken op kaartenontstaan uit fotogrammetrische opnamen blz.); D r. inz. S. S z p e t- k o w s k i publiceert het derde deel van zijn artikel over optische methoden in gebruik bij de oriëntatie in mijnen (met tekeningen en slechte foto's, 5Y2 blz.). Kleinere bijdragen zijn opgenomen van Mr. inz. B. Szmielen. Problemen verband houdend met landmeetkundig kwaliteitswerk; Dr. inz. W. Gradzki. Verificatie-methode voor meet banden voor verticale metingen; K. Godlew- ski, Het weer uitzetten van een boog door meting van 2 koorden en de tussenliggende hoek (met tekeningen) en P. Dabrowski, Fo togrammetrische opnamen ter bepaling van ballistische gegevens gedurende proefvluch ten van gerichte raketten (met slechte foto s). Verder vindt men nog een verslag van de zitting van het comité permanent F.I.G. te Bern in juni 1961, orga- nisatienieuws en boeken- en tijdschriftenschouw (w.o. Tijdschrift voor K. en L. 1961, nrs. 1, 2 en 3). W.K. Prof. Dr. D. J. Struik, Het land van Stevin en Huygens Uitgeverij Pegasus, Amsterdam. 1958. Formaat 21X14,5 cm. De bijzondere gaven van Prof. Struik, zegt Ir. S. J. Rutgers in zijn „Ter inleiding gingen in de richting van de wiskunde. Zijn latere benoeming tot professor aan het Mas sachusetts Institute of Technology gaf hem gelegenheid zich verder op wetenschappelijk gebied te ontwikkelen. Hij hield daarbij ech ter steeds nauw contact met sociale stro mingen. Zijn publikaties brachten hem in moeilijkheden met de organen van „waak zaamheid" in de V.S. Beschuldigingen tegen hem werden eerst na vijf jaar met hulp van zijn vele vrienden ingetrokken. Het hier aan bevolen boekje, een echt Nederlands werk je, populair-wetenschappelijk, is mede door zijn beknoptheid geen gemakkelijke lectuur geworden, maar wij interesseren ons voor vele van de door hem op zo'n kernachtige manier behandelde onderwerpen. Prof. Struik wijst o.m. op de omstandigheid dat in de beginperiode van wetenschappelijke vooruitgang de uitvinders en geleerden in hoofdzaak voortkomen uit de bekwame hand-

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1962 | | pagina 24