ca. 30
164
zijn uit de tijd vóór de overgang van belas
tingkadaster naar het latere „Liegenschafts-
kataster".
Het „Lehrbuch" behandelt achtereenvolgens
de inrichting en bijhouding van het tegen
woordige Kadaster en het Grondboek, in
richting en bijhouding van het in 1949 in de
DDR bevolen „Wirtschaftskataster", dat in
1957 door de voortstormende ontwikkeling
een verordening nodig maakte, als gevolg
waarvan dit onderdeel alle opgaven betref
fende verdeling en gebruik van de bodem
bevat, terwijl het tevens plannen voor in-
cultuurbrenging van onbebouwde gronden
uitwerkt. De bedoeling is duidelijk, nl. het
bewerkstelligen van een overgang naar een
..vollgenossenschaftlichen Produktion
De aparte kaarten van het laatstgenoemde
kadaster zijn op de schalen 1:5000 en 1:10000.
Vooral de nieuwe topografische kaart
1:10000 acht men voor dit doel geschikt.
Vrije inzage en het verstrekken van uittrek
sels, zowel voor grondboek als voor Liegen-
schafts- en Wirtschaftskataster blijven ge
handhaafd voor diegenen, die „ein berech-
tigtes Interesse nachweist
Opgenomen zijn afbeeldingen van een ka-
dasterkaart met gegevens van de schatting,
kad. legger met een soort reg. 71, vernum-
meringsregister, naamkaart, grondboekblad.
bijhoudingsveldwerk en verschillende (inge
vulde) formulieren bij het Wirtschaftskatas
ter in gebruik.
Naast deze vinden wij natuurlijk ook tafels
met de toelaatbare afwijkingen bij lengte
metingen (ook van polygoonzijden) en for
mulieren voor oppervlakteberekeningen met
tolerans-tafels. (Elk veranderd of nieuw ont
staan perceel moet tweemaal berekend wor
den de tweede berekening grafisch. Be
staat een moderne kaart, dan kan met een
grafische berekening worden volstaan.)
Naar onze mening zal dit handboek voor
de Vermessungsfacharbeiter een doelmatige
hulp betekenen. De Nederlahdse lezer krijgt
de gelegenheid iets te weten te komen van
zijn vak, zoals dat achter de muur wordt uit
geoefend. Een oordeel over de gehele rij
handboeken zal later worden gegeven.
W.K.
Tijdschrift der Nederl. Heidemij. Als steeds
geven de „Kronieken van de maand" een pret
tig leesbaar overzicht van belangrijke gebeur
tenissen op agrarisch en aanverwant gebied.
Nr. 11 - 61 bevat als hoofdschotel de jaarrede,
ditmaal de afscheidsrede, van de president
directeur Ir. H. J. A. H e n d r i k x ter ge
legenheid van de algemene vergadering van
de Maatschappij. Deze geeft daarin een over
zicht van het werk van de N.H.M. gedurende
de 10 jaren van zijn president-directeurschap.
In nr. 12-'61 is een met veel foto's verlucht
artikel opgenomen van R. J. B o s, J. S c h u t
Ing. en J. L. Vos Stuwen in dienst van de
cultuurtechniek en van W. V ersteeg Wa
teroverlast op kampeerterreinen.
Nr. 1 -'62 begint met Is „samenwerking" op
waterschappelijk gebied iets speciaal van onze
tijd?, een historisch gefundeerd artikel van
G. de K r u ij f f, dijkgraaf van het polder
district Lek en Linge. Ir. A. B e n t u m geeft
in Appèl een beschrijving van enkele recente
ontwikkelingen in de boerderijenbouw.
Nr. 2-'62. Over De ruilverkavelingsovereen
komst Wanssumschrijft Ir. R. Jonkers.
Deze tot nu toe grootste in Nederland tot
stand gekomen vrijwillige ruilverkaveling om
vat 838 ha, waarvoor 235 instanties en perso
nen een akkoord aangingen. Na het startsein
in voorjaar 1958 werd op 20 oktober 1961 de
laatste handtekening geplaatst. De nieuwe ka
vels werden toen al uitgezet, alhoewel ver
schillende cultuurtechnische werken pas in het
voorjaar van 1962 zullen worden uitgevoerd.
Enkele markante gegevens laten wij hier voor
U volgen.
oud nieuw
Kadastrale percelen 732 346
Verharde wegen: 7,5 km 20 km
Onverharde wegen: 21 km 6 km
Boerderijen (te verplaatsen)3
Kosten per volbelaste ha: ca. 600, of
ruilverkave
lingsrente
per jaar.
„Was vroeger een vrijwillige ruilverkaveling
van 100 ha al vrij groot, thans bedraagt het
landelijke gemiddelde van de in voorbereiding
zijnde projecten reeds het drievoudige.
Gezien de enorme toeneming van de publieke
belangstelling voor deze objecten is een be
langrijke stijging van de jaarlijks te realiseren
oppervlakte te verwachten.
Hoewel aanvankelijk financiële beperkingen
een spaak in het wiel dreigden te steken,
heeft de Minister van Landbouw alsnog een
extra krediet ter beschikking gesteld dat voor
al de vrijwillige ruilverkavelingen ten goede
kan komen. Hierdoor zal het misschien mo
gelijk worden dat de wens van de Directeur
van de Cultuurtechnische Dienst in vervulling
gaat, namelijk dat er naast 40.000 ha wette-