146 Wat in het tweede kwart van de 19e eeuw in de eerste plaats de aandacht der bezoekers van het eiland trok, waren de nieuwe ves tingwerken. Aan het economisch gericht be wind van koning Willem I was o.m. ook de herziening der vervallen fortificaties te dan ken. Men verwachtte van die vernieuwing in direct een opleving van de koophandel. Goede forten gaven in die tijd nog een grotere vei ligheid! Met het oog op de steeds wisselende omstan digheden werden de West-Indische eilanden ook bezocht door de veelzijdige geneesheer C. R. Th. Krayenhoff, een bekend patriot (sommigen noemen hem revolutionair) bij het einde van het Stadhouderlijk bewind, die zich later zou ontwikkelen tot de leidinggevende genie-officier bij uitnemendheid. Reeds voor 1825 werd veel van zijn aandacht gevergd voor de aanleg van verschillende ver dedigingswerken in ons land. Geen wonder dan ook dat hij voor de alleszins belangrijke militaire missie naar het eiland werd uitgeko zen. Krayenhoff, de latere luitenant-generaal Baron Krayenhoff, maakte in nauwe samen werking met een speciale groep officieren ingenieurs in 1825 ter plaatse het veelomvat tende versterkingsplan op, dat toen voor Cu rasao veel betekende. Het is, menen wij, het laatste grote werk geweest in zijn aan varia ties en emoties rijke leven. Krayenhoff heeft niet lang voor zijn dood in een kleine oplage, blijkbaar voornamelijk voor een kring van medewerkers en vrienden een uittreksel uit het Verhaal van den In specteur-Generaal der fortificatiën betreffen de de dienst van het corps Ingenieurs gedu rende het tijdvak van 1814 1827" gepubli ceerd. Het is getekend: Nijmegen 1840. Dit uittreksel lijkt een soort rechtvaardiging na een als uiterst grievend gevoeld ontslag in 1826 wegens knoeierijen van ondergeschikten. De inhoud komt voor in het verslag van ge- neraal-majoor (later) graaf J. van den Bosch uit 18271829. Het proces eindigde, zoals Bloemendaal in zijn biografie mededeelde, in 1830 met zijn vrijspraak. Een maand na die uitspraak werd hij gepensioneerd! Voor een goed overzicht van de arbeid van Kraijenhoff was zijn eigen rapport met uitgebreide bijlagen van zijn medewerkers van veel belang.2) De uiterst nauwkeurige opneming van Cu rasao voor de versterkingsplannen heeft het mogelijk gemaakt te komen tot de uitgave van de Kaart van het eiland Curacao, benevens een plan van de stad en haven, alles volgens de oorspronkelijke waarneming en opme tingen tezamen gesteld, te Amsterdam bij de Wed. Gerard Hulst van Keulen 1836. Deze opneming maakte tevens vrij belangrijke cor recties in het werk van W. Abbring moge lijk (Abbring was een van de aan Krayenhoff ondergeschikte kapiteins-ingenieur, die van 1816—1825 in de West werkzaam was). Van die kaart van 1836 is een goede vijftig jaar later een heruitgave bezorgd door boek handel Seijffardt te Amsterdam. Het ging in de oude tijd wel moeilijk met de financiering. In 1740 werd 48.000,ter beschikking gesteld met de bedoeling dat dit geld ,,tot de versterkinge van de hoofdplaats van Curacao soude werden geemployeert Het reeds gereed liggende plan Hertell werd vooral door kapitein Cornelis Schrijver kri tisch bekeken en geamendeerd. In 1741 kwa men Carel Schrijver en Godfried Esdré voor het .opnemen en examineren" van de forten. Met het plan Hertell als uitgangspunt zouden zij gedurende lange jaren daar „hun werk' doen (hoewel de directeur in 1746 klaagt, dat die ingenieurs in drie jaar tijds niets hadden kunnen uitvoeren!). Daarna kwamen nog ver schillende plannen (gedeeltelijk) tot uitvoe ring. Eerst toen in onze Bataafse en later in de Franse tijd de verhoudingen zich tot het uiterste toespitsten, geschiedde aan de ver sterkingen het nog mogelijke Ingenieur P. Balfour van Burleigh, die later nog tot de staf van Krayenhoff zou behoren, vormde wellicht min of meer een schakel tus sen de periode van de Bataafse en Franse tijd en de Krayenhoff-activiteit. De gegevens van een door de (toenmalige) luitenant Bal four vervaardigde kaart met alle versterkin gen vinden aanvulling in het 1818 getekende rapport (uitgebracht aan zijn opperste chef Krayenhoff in 'het moederland) van de meer genoemde kapitein-ingenieur H. Abbring. De op zijn 67e jaar nog altijd dynamische Krayenhoff vatte de hem verstrekte opdracht ernstig op. Reeds in 1825, aan boord van het fregat de Amstel, dat hem naar de West bracht, zette hij voor de veelzijdig samenge stelde staf van officieren een uitvoerige in structie op. Aan het verdedigingsplan moest een op dit doel gerichte sociaal-geografische opneming ten grondslag liggen.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1962 | | pagina 8