•V
fS
b. Een cirkelboog met straal R raakt aan DC
en DB (zie de figuur).
Gevraagd wordt formules te ontwikkelen
voor de lengte van de koorde T\T2,
de kruinsafstand,
de booglengte TXTo.
Ten T2 zijn de tangentpunten.
Grootteberekening
25 april
log. berek. 13.3016.00 uur
rekenmach. 13.30—15.45 uur
Gegeven:
perceel nr. 425, huis en erf,
perceel nr. 426, water met watertoren.
Dit perceel wordt aan de bovenzijde begrensd
door de lijnen AB, BC, CD,
BM 1 AB en CM 1 CD.
M is het middelpunt van het cirkelvormig ge
deelte van de toren; dit cirkelvormig gedeelte
raakt aan de lijn AD.
Gevraagd:
a. de grootte van perceel nr. 425 tot op 1 ca
nauwkeurig (vaststelling van deze grootte
na uitgevoerde controleberekening);
b. de grootte van perceel nr. 426 tot op 1 ca
nauwkeurig;
c. de grootte van driehoek BMC.
Kaarttekenen
26 april 9.3012.30 uur
Gevraagd werd
1. een kaartering 1:500 te vervaardigen,
2. de figuratie, noordpijl en de door buizen
verzekerde grondslag te inkten, deze laat
ste d.m.v. cirkels met diameter \]/j mm,
3. de tekening te beschrijven volgens aanwij
zing.
26 april 13.3015.00 uur
De opdracht luidde
a. een gegeven kadastrale figuratie calque
ren in inkt,
b. de perceelnummers en bijpijlingen op ka
dastrale wijze op de calque aanbrengen,
c. de calque volgens aanwijzing beschrijven.
Landmeten en waterpassen
26 april 15.15-
■16.45 uur
1.
2.
Welke methoden van vlaktewaterpassing
kent u?
Geef van elke methode een korte beschrij
ving en vergelijk de genoemde methoden
onderling.
Gegeven:
de in coördinaten bekende punten A en B, die
op een afstand van ca. 1000 m van elkaar
liggen. Tussen deze punten is een polygoon
verkend over de punten Plt P2, en P3. In de
punten A en B zijn zichtbaar de R.D.-punten
Ti en T2, respectievelijk T3 en 7*4.
Geef beknopt aan:
a. welke grootheden worden gemeten;
b. hoe de berekening verloopt van de defi
nitieve coördinaten van de punten P\ Po
en P3.
3. a. Verklaar het verschijnsel „parallax"
bij richtkijkers en licht toe, hoe men het
kan opheffen.
b. Wat is de richtlijn van een buisniveau?
c. Wat is het nut van een tiendelige aan
vulling (decadisch complement)?
Licht dit met een cijfervoorbeeld toe!
198
5