Jaarverslag 1961 van C.C.C., C.D., Herverkavelingen en S.B.L.
O pp.
224
In zijn woord vooraf zegt de Secretaris van
de Centrale Cultuurtechnische Commissie en
Directeur van de Cultuurtechnische Dienst en
de Stichting Beheer Landbouwgronden, de
heer Ir. S, Herweijer, dat het groeiende
verband tussen alle facetten van het maat
schappelijk verkeer een van de factoren is die
de wereld beheersen. Alles en ieder moet zoe
ken naar nieuwe vormen en nieuwe ontwik
kelingen. Ook de cultuurtechniek heeft hier
een taak bij de ontwikkeling van landbouw
en platteland. Het jaarverslag van bovenge
noemde instellingen moge er toe bijdragen
het verrichte werk openbaar te maken.
Wanneer we dit jaarverslag aan een nadere
beschouwing onderwerpen, wordt inderdaad
een beeld gegeven van de vele en velerlei
activiteiten op het gebied van de cultuur
techniek.
In het eerste hoofdstuk, Algemene Beschou
wingen", wordt een overzicht gegeven van
de ontwikkeling van de land- en tuinbouw in
de laatste jaren en de betekenis van deze be
drijfstak voor onze nationale economie. Om
de ontwikkelingen bij te houden is verdere
mechanisatie nodig. Dit kan echter alleen als
ook de cultuurtechnische omstandigheden dit
mogelijk maken. Het cultuurtechnisch beleid
is daarom gericht op het scheppen van de
daartoe gunstige factoren. De leiding van dit
beleid ligt in handen van de Centrale Cultuur
technische Commissie, die door het aftreden
van Ir. A. W. van der Plassche als Directeur-
Generaal van de Landbouw, en zijn opvolging
als zodanig door Ir. W. Wellen, laatstge
noemde ook als voorzitter kreeg. Een der be
langrijkste facetten, zo niet het belangrijkste,
van het cultuurtechnisch beleid is het ruil-
verkavelingsbeleid. De C.C.C. stelt ieder jaar
de verdeling van de daarvoor beschikbare
middelen over de provincies vast, uitgaande
van een stemmingsprogramma van 40.000 ha
per jaar en volgens de principes van het
..Meerjarenplan voor Ruilverkaveling Een
belangrijk facet is hierbij de inpassing van de
toenemende belangstelling voor de ruilverka
velingsovereenkomsten. Verder wordt voort
durend aandacht besteed aan de bedrijfsver-
groting. De ontwikkeling in de tuinbouw, be
noeming, taak en werkwijze van de plaatse
lijke commissies en van voorbereidingscommis
sies waren verder belangrijke onderdelen van
de bemoeienis van de C.C.C. De investerin
gen lagen mede tengevolge van het fixeren
van de uitgaven voor cultuurtechnische wer
ken op hetzelfde peil gedurende de jaren 1959
t/m 1963 op ongeveer hetzelfde niveau als in
1960.
In het verslagjaar kwamen 11 ruilverkavelin
gen met een totaaloppervlakte van 19160 ha
gereed en werden 11 blokken met een geza
menlijke oppervlakte van 51360 ha gestemd
en aangenomen. Diverse grafieken geven een
duidelijk beeld van de ontwikkeling van de
ruilverkaveling en de ruilverkavingsovereen-
komsten in de loop der jaren en de verdeling
over de provincies.
In hoofdstuk 2 wordt speciaal aandacht be
steed aan de Ontwikkeling van de ruilver
kavelingsovereenkomst. Duidelijk blijkt hier
de snelle ontwikkeling van deze, in 1938 in de
wet opgenomen vorm van ruilverkaveling, ge
durende de laatste jaren. Uitvoerig wordt in
gegaan op de voorbereidingsprocedure, die
meestal geschiedt door de Nederlandsche
Heidemaatschappij en de N.V. Grontmij, die,
zoals het verslag zegt, hiertoe over goed ge-
equipeerde landmeetkundige afdelingen be
schikken. De uitvoeringswijze wordt eveneens
uiteengezet en de taak van de landmeetkun
dige dienst van het kadaster daarbij bespro
ken.
Tot en met 31 december 1961 kwamen 93
ruilverkavelingsovereenkomsten tot stand met
een totale oppervlakte van 10040 ha. Wan
neer we het doel van deze ruilverkavelings
overeenkomsten in aanmerking nemen komen
we tot het volqende overzicht:
Kenmerkende aspecten Aantal in ha
geen bijzondere aspecten 44 3810
ontginning8 1010
tuinbouw7 240
normalisatie van waterlopen 23 2810
openbare werken 11 2170
Totaal 93 10040
64 blokken met een oppervlakte van 6030 ha
zijn hiervan geheel gereed doordat de akte
werd gepasseerd. In 1961 kwamen 21 over
eenkomsten met een oppervlakte van 2450 ha
tot stand en werd voor 15 met een opper
vlakte van 1500 ha de akte gepasseerd. Ook
hier geven grafieken weer een duidelijk en
overzichtelijk beeld van de ontwikkeling en
de verdeling over de provincies.
De cijfers tonen aan dat in de toekomst bij