F.I.A.B.C.I. 1962.
225
het beleid meer dan tot nu toe rekening ge
houden moet worden met de uitvoering van
ruilverkavelingsovereenkomsten. Een ver
wachting van 5 a 10000 ha per jaar lijkt niet
onredelijk.
Dit heeft ontegenzeggelijk ook financieel in
vloed, daar het totale ruilverkavelingsbudget,
dat gebaseerd is op alleen 40000 ha wettelijke
ruilverkaveling per jaar, niet is veranderd.
Enige verruiming is er intussen gekomen door
dat 2,8 miljoen gulden extra is beschikbaar
gesteld voor ruilverkavelingsovereenkomsten
in de zandgebieden in verband met het melk-
prijsbeleid ter verbetering van de produktie-
omstandigheden.
Hoofdstuk 3, Bijzondere onderwerpen, be
handelt in de eerste plaats de verder opge
dane ervaringen met de ruilverkavelingswet
1954. Diverse procedures zijn nog niet tot in
hoogste instantie behandeld, zodat nog niet
met zekerheid gezegd kan worden hoe deze
juridische kwesties zich zullen ontwikkelen.
Hierbij zijn vooral de kwesties rondom de
stemmingsprocedure nog steeds actueel. Maar
ook andere kwesties kwamen aan de orde, zo
als bijvoorbeeld de betekenis van het Voor
lopig plan van Wegen en Waterlopen en de
getolereerde afwijking daarvan.
Een tweede onderwerp in dit hoofdstuk is de
specialisatie en bedrijfsvergroting en de mo
gelijkheden die daarvoor zijn door verplaat
sing van bedrijven uit een ruilverkavelings-
blok naar de IJsselmeerpolders. Aandacht
wordt verder besteed aan diverse onderzoe
kingen door de 10 jaar bestaan hebbende
Studiekring voor Cultuurtechniek en diverse
Wageningse Instituten. Voor voorbereiding
van ruilverkavelingen werden door de cul
tuurtechnische maatschappijen en enkele inge
nieursbureaus in 1961 waterpassingen ver
richt over een oppervlakte van 20000 ha, ter
wijl de Stichting voor Bodemkaartering 58000
ha bodemkundig kaarteerde.
Ook op water- en wegenbouwkundig gebied
werden vele activiteiten ontwikkeld, waarbij
vooral ook de kwestie van kostenbesparing
door gebruik van geprefabriceerde kunstwer
ken aan de orde kwam. Verbetering van land-
bouwbedrij fsgebouwen, landschapsverzorging
en natuurbescherming ruimtelijke ordeningen
recreatie-ontwikkeling waren alle factoren
waaraan ook in 1961 veel aandacht werd be
steed.
Naar aanleiding van het rapport van Prof.
Witt over mechanische verwerking van admi
nistratief kadastrale gegevens in de ruilver
kaveling Broekhuizen werd besloten de gehele
voorbereiding van de ruilverkaveling Lolle-
beek mechanisch te doen plaatsvinden. Bij de
kadastrale ruilverkavelingsdienst nam de
luchtkaartering in betekenis toe; 12230 ha
werd gevlogen.
Hoofdstuk 4 behandelt het cultuurtechnische
werk in de diverse provincies. Het voert te ver
deze hier alle te behandelen. Naast de ruil
verkavelingsobjecten zijn het vooral weer de
waterbeheersingsobjecten in het oosten des
lands die hier aandacht vragen en de herver
kavelingen in Zeeland.
In hoofdstuk 5 komen tenslotte de activiteiten
van de Stichting Beheer Landbouwgronden
aan de orde. Ook hier is weer evenals in de
andere hoofdstukken in overzichtelijke statis
tieken en grafieken een beeld gegeven van de
bemoeienissen van de S.B.L. met grondtrans-
acties in de ruilverkavelingsgebieden ten be
hoeve van de sanering van bedrijven.
We hebben getracht in het bovenstaande een
indruk te geven van de veelheid van onder
werpen waarmee de cultuurtechnici bij hun
werk te maken hebben. Meer dan een indruk
van het vele dat in dit 116 pagina's dikke
jaarverslag, dat in kleurendruk werd uitge
voerd, naar voren komt, konden we niet
geven. Wie belangsteling voor meer details
heeft zij lezing van het verslag aanbevolen.
M. L. V.
In Amsterdam heeft het 13e congres van de
Fédération Internationale des Administrateurs
et des Biens Conseils Immobiliers (F.I.A.B.
C.I.) plaats gehad, en wel van 2 t/m 6 juni j.l.
Het is een jaarlijks congres van deze interna
tionale makelaarsorganisatie, dat tot doel
heeft, onderwerpen met betrekking tot de ma
kelaardij te bespreken, zoals de erecode voor
de makelaar, de beweeglijkheid van onroerend
goed, de belastingwetgeving en wetgeving op
onroerend goed, de relaties tussen de collega s
in de verschillende landen, en onderwerpen
met betrekking tot de E.E.G.
De werkzitting van de permanente commissie
voor belastingwetgeving en wetgeving op on
roerend goed had onze speciale belangstel
ling. De commissie bestaat vanaf januari 1961
en is nog in het begin van haar werkperiode.
De voorzitter, de heer J. Volpe (Zwitserland)
betoogde, bij de opening van de werkzitting,
dat het belastingrecht en de wetgeving op het