228 wier maatschappelijke toestand veel gelijke nis vertoont met die van de eerste Israëlieten: deze gemeentegronden worden vaak vermeld op de kudurru's, kadastrale teksten, die de aankoop van een stamgoed door de koning en de overdracht daarvan aan een particulier persoon of aan een tempel bekrachtigden. Maar het gebruik van deze terreinen is weer verdeeld tussen de verschillende leden van de groep, waarvan ieder een apart stuk voor eigen rekening bebouwt. Het hedendaagse Palestina heeft een soortgelijk systeem ge kend, waarvan nog enige overblijfselen te bespeuren vallen. Buiten het dorp en zijn on middellijke omgeving, die in particuliere han den was (mulk), behoorde alles aan de regering (miri), en werd aan het dorp toege kend als gemeentegrond (mesa). Deze laatste was verdeeld in percelen, die ieder jaar op nieuw onder de verschillende familiehoofden verdeeld werden bij toerbeurt of loting. Af gezien van het tijdelijke1 karakter dat het ken merkt, is dit hetzelfde als de toewijzing bij het lot tussen de clans en de families die beschre ven wordt door Numeri en ook hetzelfde dat Ezechiël bepaalt voor het toekomstige Israël. Hetzelfde woord goral (oorspronkelijk „kiezelsteentjesduidt tegelijk het ,,lot" dat men trok en het „stuk grond'' dat men door loting verkreeg. Volgens Jesaja is het Jahwe die „voor hen het lot wierp" en „met het meet snoer hun het land heeft toebedeeldVolgens Micha zullen de opkopers worden uitgeschud en voor hen „zal niemand meer volgens het lot het meetsnoer werpen in de gemeente van Jahwe Volgens Psalm 16 is Jahwe het erf deel van de vrome, en hebben de meetsnoeren hem een prachtig stuk toegewezen. Het ge bruik van deze beelden laat zich alleen ver klaren als er werkelijk een gewoonte bestond die lijkt op het tegenwoordige gebruik, en het is mogelijk, dat Jeremia 37 juist op een derge lijke verdeling zinspeelt. Het familiebezit en het grootgrondbezit Over het gemeentelijke grondbezit, waarvan de percelen door de verschillende families be bouwd en geregeld onderling omgeruild wer den. hebben wij minder getuigenissen dan over het familiebezit, dat de normale vorm van grondbezit was in Israël. Het vaderlijk erf goed bevatte vaak het familiegraf. Het was afgebakend door grensstenen: de wet ver bood ten strengste deze te verplaatsen Het is aannemelijk, dat de grond bij een erfe nis niet verdeeld werd, zoals de andere be zittingen, en naar de oudste zoon overging of onverdeeld bleef (het geschreven testament was niet bekend). Als een Israëliet uit armoede werd gedwongen zijn vaderlijk erf goed te verkopen, heeft zijn goel (de losser, verdediger, beschermer van de belangen van de eenling) de verplichting, de grond te kopen die zijn verwant van de hand heeft moeten doen Maar de goel maakte niet altijd gebruik van zijn recht van vóórkoop en de economische ontwikkeling uit de eerste eeuwen van het koningschap verhaastte het uiteenvallen van de familiegoederen ten bate van de rijke grondbezitters Formaliteiten bij de overdracht De verkoop van een eigendom werd beves tigd door een contract. Men kan volstaan met een mondeling contract, dat werd gesloten voor getuigen op een openbare plaats, aan de poort van de stad: zo verwierf Boaz het stuk grond van Naomi, en het recht haar schoondochter te huwen. De aankoop door Abraham van het veld van Efron wordt even eens voorgesteld als een mondelinge trans actie, gedaan ten aanschouwe van allen die door de poort van de stad gingen. De be woordingen waarin het verhaal is gesteld zijn even nauwkeurig als die van een gerechtelijke akte en vallen te vergelijken met de contrac ten op kleitabletten: het geeft een beschrij ving van het gekochte terrein en de namen van contractanten en getuigen, en de ver melding van de stadspoort doet denken aan de clausule van sommige contracten, opge maakt te Nuzu „na afkondiging aan de poort" Twee spijkerschrifttabletten, ge vonden te Gezer, bevatten verkoopcontracten, gesloten tijdens de assyrische heerschappij van de 8e eeuw v. Chr. en opgesteld in het assyrisch. De bijbel maakt slechts één keer melding van een geschreven contract: Jeremia koopt de akker, die zijn neef Hanameël te koop aanbiedt. Het contract wordt opgesteld, verzegeld door de getuigen en ondertekend. Het geld wordt afgewogen. De akte is op gemaakt in duplo, één verzegeld en één „open" document. Alles geschiedt „volgens de voorgeschreven bepalingen" en de kopie wordt aan Baruch ter hand gesteld, die haar in een aarden pot moet opbergen. Men heeft daarmee in verband gebracht de documenten in duplo uit Mesopotamië; het tafeltje van het contract was in een lemen overtrek gewikkeld, waarop dezelfde tekst was aangebracht. Maar dat gebruik bestond niet meer in Mesopotamië ten tijde van Jere-

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1962 | | pagina 22