O] o [f] n A O
of A o
n
waarin n het aantal punten van de achthoek
voorstelt, waarop is gericht.
Het voorlopige argument naar het centrum
krijgt eveneens deze correctie A 0, waarmede
de gemeten en georiënteerde richting naar het
centrum, ook wel gemeten argument genoemd,
bekend is. Als voorbeeld wordt hier gegeven
de berekening voor de richting (5114 I2).
Zoals uit het voorgaande blijkt komt in
eenvoudige bewoordingen gezegd de me
thode hierop neer, dat men twee regelmatige
achthoeken van aan het torenlichaam aange
paste grootte en vorm zo goed mogelijk in de
vier gemeten waaiers van richtingen plaatst
en daaruit de richtingen naar de beide centra
afleidt.
De berekening van de richtingen (5114-M)
en (Hl-M) en de aansluiting van de veelhoek
verliep nu verder op de hierboven reeds aan
geduide wijze (fig. 2).
STANDPLAATS: 5//4
F-
Y=gemeten argument
V-
qemeten richtinq
oc -300
V'
V'-(o(-300)
V-AO
Y-(a-300)
1
2
3
4
5
6
d
75,743/
757508
77
75,7435
4
c
75,970/
75,98/9
i- H8
75,9746
45
b
76,68//
76 ,6982
171
766909
98
Iz
76,7897
76 7824
a
77,4703
77,4703
0
77,4630
73
h
77,83/5
77,83/5
O
77,8242
73
[<X-300]»3tf3, 696/
V'] 383,73 2 7
f =+366
[Y'-AO]=3<93, 6962
[v]-*
[«-300]=3<93,696/
AO-m
[<X-300]=363,696/
F 366
AO -73
[v] -
m 75
Kolom 2 geeft de gemeten richtingen, kolom 3
de voorlopige argumenten en kolom 4 f yj
(a 300). In kolom 4 worden tevens
en A 0 berekend, waarna in kolom 5 de ge
meten argumenten {ip' -j- A 0) worden be
paald. Kolom 6 geeft de controle [v] 0 en
de standaardafwijking m in de enkele richting.
In het onderhavige geval is m 75 dmgr. De
afstand 5114 I2 is ca. 130 m. Dit betekent
een standaardafwijking van x/i cm loodrecht
op de richting naar het centrum.
Op analoge wijze werden (5114 II2),
(H1 I2) en H\ II2) bepaald.
Na vereffening van de polygoon werden I2-H2
en I2-II2 uit de verkregen resultaten berekend.
Ten opzichte van de overeenkomstige uit de
gegevens van de R.D. berekende grootheden
werd een verschil gevonden van 0,3 cm en
0,1 gr. De totale lengte van de veelhoek was
ca. 1000 m, de correcties waren fp 140
dmgr, fx -f- 1 cm en -j- 3 cm.
De methode wordt sterk vereenvoudigd, in
dien het mogelijk is aan beide zijden van de
torens een grondslag te leggen, zodat men
alle hoekpunten van de achthoek in coördi
naten kan bepalen. Voor L en II2 kan dan
het zwaartepunt worden ingevoerd.
213
f
1
1
f