2. De uitkomsten van een waterpassing (zie figuur) zijn: P boven Apx 0,910 m. Afstand: 6 km. P boven Bp2 0,635 m. Afstand: 10 km. Q boven P: p3 2,159 m. Afstand: 15 km. D boven Q: pA 0,513 m. Afstand: 12 km. Q boven C: ps 1,465 m. Afstand: 12 km. De volgende hoogten zijn nog foutloos ge geven: Ha 3,874 m. H,t +4,145 m. Hc 5,491 m. Hd 7,473 m. Gevraagd: (na vereffening) a. De hoogten van P en Q. b. Stel dat nog gemeten is: R boven Q p6 3,746 m (afstand: 10 km); bereken dan de hoogte van R en de standaard afwijking van het hoogteverschil tussen P en R. 3. Gevraagd: a. Het totaal aantal voorwaarden. b. Het aantal van ieder der soorten voor waarden. c. Schrijf de voorwaarden op. d. Als hoek Ai niet gemeten was, kan men dan nog spreken van een veelhoeksver- band? 4. In de punten A t/m F zijn hoeken gemeten zoals met boogjes in de figuur is aangegeven. Twee percelen 1 en 2 zijn opgemeten. De uitkomsten zijn ongeveer: a 240 m. o0 2 cm. b 400 m. ob +6 cm. h ---- 200 m. oh 3 cm. u= 54 gr. °a— 50 dmgr. Men berekent de oppervlakte van perceel 1 uit: C+ -jj.a.b. sin a, van perceel 2 uit: 02 bh.b. Gevraagd: Bereken de standaardafwijking van C+ O.) en van de som van Oi en O». e2 4.10". Landmeten III Tijd: 150 minuten 1. Behandel de volgende punten, die bij de verkenning van een snelliuspunt van be lang zijn. a. Het bepalen van de vereiste nauwkeu righeid. b. Het vaststellen der richtingsgewich ten. c. De standaardafwijking van de waar neming met gewicht één. A 2. Bepaal de verhouding van de op de B volgende pagina geschetste achterwaartse puntsbepaling (richtingsgewichten gelijk ne men) en geef een verklaring van het resultaat. 3. Een vrijwel gestrekte tweezijdig aangeslo ten veelhoek blijkt na verkenning 21 stand punten te hebben, met gemiddelde zijdelengte van 150 m. Begin- en eindpunt worden ge acht een standaardafwijking van 6 cm in alle richtingen te hebben; het minst nauwkeurige 272

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1962 | | pagina 20