279
Dr. P. Biró publiceert het slotartikel over:
vaststelling van normaalhoogten in de prak
tijk (zie ook Geodesia 1962-4, blz. 123). Het
Duitse resumé eindigt aldus: Die Abhand-
lung befasst sich ausführlich mit der prakti-
schen Bestimmung der Normalhöhe aus nivel-
lements- und gravimetrischen Messergebnis-
sen, indem sie die Zusammenhange an die un-
garischen Verhaltnissen anpasst. Notwendig
geworden ist ein neuer Höhenbegriff, wie dies
in den benachbarten Staaten offiziell bereits
durchgeführt wurde. Dr. Biró verwijst naar
literatuur van Bodenmuller (Höhensysteme)
K. Müller (Das Quasigeoid und die Normal-
höhen), beide uit „Vermessungstechnik 1960,
en E. Schneider (Die Normalhöhen in der
Praxis)
Dr. C. Hegyi schrijft over: Mogelijkheden
ter verhoging van het rendement van onze
topografische arbeid; Dr. Z. Tamas behan
delt onder de titel: Verbetering van de water
paskijkers enkele methoden uit de literatuur.
De auteur herinnert eerst aan de belangrijkste
eis, dat de vizierlijn van de kijker evenwijdig
moet zijn aan de richtlijn van het niveau. Hij
geeft dan zijn eigen methode, die hij reeds
25 jaar toegepast (met het bewijs). Een tafel
met bruikbare afstanden is bijgevoegd. I. Ko
ren schrijft: Het begrip ,,Genplan" moet dui
delijker (op ondubbelzinnige wijze) behandeld
worden. G. Bolcsek's bijdrage gaat over:
Organisatorische moeilijkheden bij de geode
tische arbeid in door de industrie ingesloten
gebieden. G. Teszars maakt enkele opmer
kingen n.a.v. het artikel: Over de kaarten op
grote schaal van Kovacs).
In het „Mengelwerk" treffen we nieuws aan over de
intekening der hydrografie in kaarten op kleine schaal
(van Ratóti), over de vervaardiging van de politiek-
economische wereldatlas (van Dudar), over de beslui
ten inzake geodesie van de Internationale Astronomi
sche Unie (van Horvath), over een bericht uit Buda
van het jaar 1501 aangaande de oudste globe, waarop
Amerika voorkomt (van Borsa) en over een nieuwe
vaststelling van de astronomische eenheid (van Ho-
moródi).
De verdere inhoud bestaat uit korte mededelingen, de
voornaamste veranderingen in het beeld van de land
kaarten, w.o. het enorme wegenverbeteringsplan van
India, nieuws uit de eigen vereniging en boekbespre
kingen en literatuuroverzicht (waarin o.m. opgenomen
de inhoud van Geodesia 1961 11 congres Delft,
Rijkswaterstaatsberichten en Tijdschr. voor K. en L.
1961—5.
1962-3. Van de bijdragen vermelden wij de
volgende: Z. An tos, Verwezenlijking jaar
plan 1961 van de Staatsdienst voor het Meet-
wezen en de Kartografie, en de komende
taken; D. C s a t k a i, Een onderzoek naar
de refractie op grond van gegevens van een
waterpassing over de Tisza (Theiss). Schrij
ver publiceert de arbeids- en weersomstan
digheden, meetmethoden en verwerkte ge
gevens van een waterpassing bij Tiszainoko
in 1960 (breedte 185 m). Gebruikt werd het
instrument Wild N 3. In 2 morgen- en 2 mid
dagperioden werden 96 series gemeten. Er
werd tegelijkertijd met 2 instrumenten van
weerszijden gewerkt. De mogelijkheid wordt
opgeworpen, om ook de waterpassingen over
bredere waters voor onderzoek naar de afwij
kingen door refractie te benutten.
Dr. L. Irmédi-Molnar, Over de politiek-
economische wereldatlas. H. Schoeler
(van de VEB Carl Zeiss, )ena), Enkele ge
dachten over verdere automatisering van foto-
grammetrische arbeidsonderdelen; F. Rau m,
Gebruik van fotogrammetrie bij stratenaanleg
(met uitgebreide literatuuropgave en tekenin
gen). De auteur omschrijft in het eerste deel
het resultaat van nauwkeurigheidsproeven.
Hij trekt daaruit de conclusie, dat bij toepas
sing van fotogrammetrie de Tachymeter-
nauwkeurigheid wordt bereikt. Na een be
spreking van de apparaten voor dwarspro
fielconstructie licht hij de automatiserings
mogelijkheden van de verdere arbeid toe,
Vooral het gebruik van de elektronische re
kenmachine wordt aanbevolen. Aan het slot
zien wij de kostenbesparing aan de hand van
resultaten, die in andere landen werden be
reikt.
F. G. R o z s 1 a y, Een snelle methode voor
coördinaten-transformatie van punten van
lagere orde, van de ene projectie naar een an
dere (met tekening en rekenresultaten);
G. D o m o k o s, Een onderzoek naar de
produktie (het rendement) van de topografi
sche arbeid op schaal 1 10 000: J. Somo-
g y i, Eliminatie van de invloed van refractie
en aardkromming bij (het benutten van)
luchtopnamen. De nauwkeurigheid kan in
grote mate worden opgevoerd door de analy
tische methode, wanneer de bepaling der coör
dinaten voor de afzonderlijke beeldpunten ge
schiedt met Precisie-Stereokomparatoren.
A. Burger, Radiaal-triangulatie volgens een
optische methode; A. Detrekói, Controle
van de optischemicrometer der theodoliet.
Bij de micrometer-aflezingen treden systema
tische en onregelmatige fouten op. Het artikel
behandelt de mogelijkheden van de bepaling
dezer fouten. Als rekenmethode kan men vol
gen die van D. A. Dyer. Zie artikel in januari
nummer .958 van Empire Survey Review ,,An