als dief de doodstraf schuldig. Een akte uit
deze tijd luidt als volgt:
Het onderschrift vermeldt gerechtshof, schrij
ver, contractanten en 9 getuigen. Zegels van
de godheid of van de koning werden in de
weke klei afgerold als waarmerk van 's ko-
nings sanctie, en een geldsbedrag werd als
borgsom voor de uitvoering van het verdrag
in de tempelkas gestort.
Het probleem der authenticiteit èn publici
teit had men als volgt opgelost. Een hardge
bakken kleitablet waarin de tekst van de akte
was gegrift werd gesloten met een omhulsel,
eveneens van klei, waarin dezelfde tekst nog
maals werd aangebracht. Het geheel werd
opnieuw gebakken, zodat men van de inhoud
kennis kon nemen zonder de verzegeling te
verbreken.
Ieder die land verkocht overhandigde het
kleitafeltje dat zijn eigen koop beschreef als
mede dat van vroegere transacties. Bij afbe
taling van hypotheek werd de schuldbekente
nis vernietigd.
De aktes die bewaard zijn gebleven laten een
ontwikkelde samenleving zien met: inbreng
in vennootschap, vererving, claim naar aan
leiding van het tweede huwelijk van iemands
moeder, onderpacht, faillissement wegens fis
cale schulden, lenen van olie met land als on
derpand, verkoop van een aandeel in een huis
enz. Veel processen komen voor, waarbij de
eed decisief is. Een tempeldienaar S zwoer
bij ede in de tempel dat hij land had gekocht
met eigen geld en niet uit de gemeenschaps-
kas, en deze verklaring werd als beslissend
ontvangen.
Egypte
De primitieve egyptische economie was puur
agrarisch, en landbezit was de basis van het
burgerschap. Vreemdelingen waren „land
lozen". Voordat land als verkoopbaar werd
beschouwd waren veranderingen van eige
naar zeldzaam en de optekening geschiedde
bedrijfszeker genoeg in het „hart van de hei
lige vaderen". Van generatie op generatie
bleef het land in dezelfde hand. Wie de ge
nealogie der bewoners kende wist dus welk
land ieder bewerkte, en dit was algemeen be
kend in de dorpsgemeenschap. Vriendschap
pelijke verdragen werden zonder schriftelijke
vorm afgesloten. Van eigendomsprocessen en
strafzaken werden evenwel notulen gehou
den. De administratie begon dus niet met de
registratie van recht, maar van de klachten
om onrecht.
Invoering van geschreven aktes is iets nieuws.
In de latere jaren van de monarchie kwamen
namelijk verkopen in zwang en deze waren
zonder schriftelijke vastlegging krachteloos.
Priesters waren de bewaarders van koopcon
tracten en verdragen, die nog in naam van de
godheid werden aangegaan. In plaats van de
barse romeinse formule: ,,Dit is van mij", heb
ben egyptische overeenkomsten vaak de
vriendelijke vorm: ,,Ik heb dat en dat aan U
gegeven, het is van U tot in verre dagen"De
aktes werden vrijwillig bij de tempel in be
waring gegeven, uit vrees dat anders het
recht verborgen zou blijven. Omdat hiërogly
fen een groot beroep doen op het geheugen
komt in de aktes de frase wel voor: De schrij-
vers en de landmeters zijn de bevoorrechten
aan wie Amon Ra, de koning der goden, de
weg wijst.
Geleidelijk werd grondboekhouding nu een
staatszaak. De scriba van de tempel werd
evenals de particuliere notaris ambtenaar
van de staat. Transacties waren van on
waarde indien niet geregistreerd, dit in ver
band met een omzetbelasting op de waarde
bij verkopen en erfenissen. In iedere provin
cie bevond zich een dorpsgewijs ingerichte
grondbibliotheek, een rijkskantoor dus, ter
registrering van private eigendomshande
lingen. Kopie-aktes werden hier gedeponeerd
(en gedateerd) waarna de eigendomsover
gang te boek werd gesteld. Van dit minutieus
bijgehouden grondboek gold al dat zonder
de toestemming van de ingeschreven eigenaar
geen overdracht kon plaats vinden. Dit ka
daster had een fiscaal doel. De per persoon
ingerichte pagina's vermeldden de som der ac
tiva: eigendom van slaven en land, gepacht
land (de pachter was belastingbetaler) en als
passiva de hypotheken die op de grond rust
ten. Het kadaster had ongetwijfeld een pri
vaatrechtelijk nevendoel, want er vond ook
inboeking plaats in gevallen waarin geen
enkel fiscaal belang gediend werd. Het doel
van deze boekingen is zekerheid van de
grondhandel. De zakelijke rechten werden
openbaargemaakt opdat derden-contracte-
257
„11/18 gau tuingrond liggend tussen de parfumerie
winkel van K, het slachthuis van T en het erf van de
zoon van T, wordt verkocht door A, priesteres van
Samas, aan H, handelaar in dadels, die voor de volle
koopprijs zilver heeft afgewogen. De koopsom is over
handigd: het marchanderen hierover is beëindigd. In
de toekomst zal de een noch de ander erop terugkomen
om tegen elkaar te klagen. Bij Samas en Mardoek heb
ben zij gezworen. De vingernagels van A en H zijn
precies als een zegel door hen kenbaar gemaakt. In de
maand Sebath, 26e dag van het vierde jaar van Ko
ning A."