259
en zo ontstond een dienst der registratie,
veelal gecombineerd met het bevolkingsregis
ter. Deze dienst hield boek van alle koop
aktes en van aantal en statuten der inwoners.
Vrijlating van slaven was gebonden aan pu-
blikatie van het feit. Bij nieuwe kolonies was
de stichtingsoorkonde de eerste akte die ge
registreerd werd. Koopaktes werden niet ge
heel overgenomen maar zeer beknopt uitge
trokken, bijvoorbeeld:
Callicrates verkoopt aan Tharsagoras een omheinde
hof gelegen te Nucleion en bekend onder de naam
Limeneia, die hijzelf heeft gekocht van Thrasymedes
met als buren Simias en Cteton, voor de prijs van 400
drachmen geld.
De koper zwoer voor de magistraat (die twij
felachtige aktes kon weigeren) dat hij recht
matig kocht, zonder geheime verstandhou
ding, bedrog of fraude van welke aard ook.
De bewaarder noteerde de uitgestrektheid van
het terrein, de grenzen, het aantal wijnstok
ken en olijven dat het bevatte, de bouw
werken en alles wat dienstig was „om de
grondbelasting te bepalen". De aktes werden
gestaafd door het betalen van mutatie- en
successierechten. Dit alles geschiedde in het
besef dat registratie een soort deelname is
van de staat aan het contract. De stad zelf
werd als het ware tot getuige van de trans
actie geroepen en gaf er haar garantie aan.
De antieke theoretici die zich met openbaar
making van eigendom hebben beziggehouden
putten het onderwerp uit door letterlijk alle
argumenten te noemen die er voor mogelijk
zijn. Plato was van mening dat een registra
tiekantoor nodig was omdat de burgers het
land van de staat in bruikleen ontvingen. De
meer democratische Thephrastus noemt als
motieven tot publiciteit: 1. de mogelijkheid
van reclame tegen de verkoop; 2. dat ieder
de nieuwe verkrijger zal leren kennen en 3.
dat men kon constateren of het goed vrij en
onbelast was en of de verkoper werkelijk
eiyenaar was. De wet van Solon noemt in
volgorde van bewijskracht: de akte, getuigen
en de eed. Een geregistreerde akte ging vóór
een niet-geregistreerde.
De registratie zonder exacte kaarten en ka
dastrale nummers verliep nooit helemaal wa
terdicht. In sommige aktes is sprake van „een
onzeker en betwist eigendom" en „het even
tuele recht op een bouwwerk." In een proces
moest de bezitter bewijzen dat hij het goed
verkregen had door koop, vonnis of door hy
pothecaire uitwinning. De beste bescherming
van grenzen was nog wel het nauwlettend
toeziend oog van de eigenaar zelf. Het tem
peleigendom (vergelijkbaar met het staats
domein) stond onder bescherming van de
godheid, wat voor het volk een gerede aan
leiding was zich eraan te bevoordelen. Op
Kreta constateerden landmeters (speciaal
door het volk gekozen om het domein te her
stellen) dat verscheidene percelen niet meer
de afmetingen hadden die in de oude geschrif
ten waren opgetekend en zij dwongen terug
gave af van alles wat wederrechtelijk in bezit
genomen was. Archieven van de stad en tem
pel laten soms zorgvuldig op steen gegraveer
de kaarten zien, die het precieze oppervlak
van de goederen van de staat en van de go
den weergeven. Maar hier handelt het dus
niet om kadastrering in belang van het pu
bliek maar om een privé-inventarisatie van
al te onpersoonlijk eigendom.
Hoewel de Grieken het spreekwoord kenden:
Het getal is de bewaker van de eigendom, is
opmeting en kaartering nooit algemeen ge
worden, en wel voornamelijk omdat er geen
centraal staatsgezag was, maar dorpsgewijs
georganiseerd recht. Het dorp was klein ge
noeg om ieders eigendomsrecht zintuiglijk te
registreren. In de stadsstaten stelde men zich
glimlachend onder de bescherming van der
goden zintuigen. In het Athene van Perikles
(dat 30.000 inwoners telde) werd Eumonia
vereerd als de godheid der rechtzekerheid.
Zij gold als het oog van Zeus, dat alle on
recht ziet, vaststelt en vervolgt. Zij was voor
handen wanneer het recht geëerbiedigd werd.
De vrucht van deze toestand noemde men
vrede en was het tegenovergestelde van de
barbarij, waar nog het vuistrecht heerste.
Romeinse Rijk
Wie aan het Imperium Romanum denkt,
denkt aan het Romeinse Recht, maar wie
daarna veronderstelt dat onder dit recht de
grondeigendom wel met een summum van ga
ranties zal zijn omgeven komt bedrogen uit.
In feite slaat Rome in dit opzicht juist een
pover figuur. Dat het romeinse recht als sy
steem eerder ontstond met de handelsecono
mie dan met de oudere agrarische economie
zal hieraan hebben bijgedragen: zeker is, dat
het romeinse rijk geen waterdichte registratie
van zakelijke rechten op de grond heeft ge
kend. Openbaarmaking veronderstelt een
soort erkenning van collectieve aanspraken op
de bodem en het romeinse recht is hiervoor te
individualistisch en materialistisch. De bron
ervan is het subjectieve wilsprincipe waarbij
veel aan zelfhulp wordt overgelaten. Vaak
worden recht en macht gelijkgesteld. Ook