294
drang uit alle lagen van deze bevolking naar
een moderne woning. Ondanks de omstan
digheid dat binnen 15 jaar na het op gang
komen van de na-oorlogse woningbouw het
miljoenste nieuwe huis gereedkwam, is de
woningnood nog Volksvijand nr. 1. Een
nood die tot gevolg had, dat de bouw in de
„vrije sector" een ongelofelijke vlucht nam,
waarbij jaarlijks tienduizenden woningzoe
kenden de eigendom bekwamen van een
voor hen gebouwd huis, grotendeels daarbij
geholpen door de miljarden die een ruim
vloeiende kapitaalmarkt hun op hypotheek
kon verstrekken.
De invloed van het gebruik (door de „mas
sa") van het gemotoriseerd verkeer op de
bouw van satellietdorpen en de uitbreiding
in versneld tempo van kleinere woonkernen,
tientallen kilometers van de grote steden
verwijderd, mag als bekend worden veronder
steld. Niet alleen dat hierdoor de verbreding
van verkeerswegen en de aanleg van geheel
nieuwe verbindingen tussen woon- en werk
plaats in de hand werden gewerkt, die ook
aan de Bijhoudingsdienst van het Kadaster
hun forse eisen stelden, doch tevens moest
wegens het veelal ontbreken van een ka
dastrale kaart op bruikbare schaal van
zulk een landelijk gebied, een hermeting
plaats vinden. De opmeting van de nieuw-
ontstane grenzen van zakelijk recht behoor
de niet lang na de totstandkoming te gebeu
ren, wilde er geen chaos ontstaan t.o.v. de
vastlegging in de kadastrale administratie
van de omvang der rechten die de respectieve
lijke eigenaren hadden verkregen. Het totaal
aantal van de akteposten, welke door de Bij
houdingsdienst jaarlijks moesten worden op
gemeten, was in 1952 weer op het vooroor
logse peil gekomen, n.l. op ongeveer 25.000.
Doch reeds in 1956 was dat aantal gestegen
tot meer dan 40.000, en deze stijging zette
zich sedert dien met kracht door. Wel tijde
lijk geremd door de bestedingsbeperking
kwam men in 1961 al tot ver boven de
50.000. Gezien de hierboven gesignaleerde
woningnood in een tijd van hoogconjunctuur,
waarin op betrekkelijk gemakkelijke manier
een nieuw huis kan worden gekocht en be
trokken (met hypotheken soms tot 100%),
mag worden aangenomen dat bij verdere
liberalisatie van de woningbouw het tijdstip
niet meer ver is, dat het jaartotaal van
60.000 overgeschreven akten zal zijn bereikt,
waarvan nadere opmeting van de ontstane
grenzen van zakelijk recht door de Bijhou
dingsdienst nodig is.
Ongekende migratie naar andere landmeet
kundige diensten van kadastraal-technisch
personeel, die nog steeds doorgaat; sterke
stijging van de ruilverkavelingsbehoefte;
verhoogde noodzaak tot spoedige hermeting
van tienduizenden hectaren der nieuwe be
volkingscentra; meer dan dubbele vergroting
van het aantal akteposten: aan deze zeer on
gunstige samenloop van omstandigheden
moet door de kadastrale dienst het hoofd
geboden worden.
Modernisering
In 1947, dus nu al weer 15 jaar geleden,
schreef ik in een artikel in het Orgaan van
de Technische Ambtenaren van het Kadaster
over de „Technische Ambtenaar en de toe
komst", dat de praktische landmeetkunde se
dert de Bevrijding meer dan ooit in het volle
leven is komen te staan, en daardoor uiter
aard beïnvloed wordt door de moderne vèr-
doorgevoerde arbeidsdifferentiatie, een pro
ces, dat in de landmeterij n.m.m. zou uit
lopen op: a. het gebruik van geodetisch
ingenieurs en academisch gevormde land
meters nagenoeg uitsluitend voor de leiding
van bureaus van de landmeetkundige dien
sten, alsmede voor werkzaamheden van ho
gere geodetische orde; b. het bezigen van
middelbare landmeetkundigen op ^uitgebreide
schaal voor de vele meetwerkzaamheden van
lagere orde, welke op het ontzaglijk grote ge
bied der ruimtelijke ordening moeten worden
verricht."
Een jaar later, bij een wetswijziging van de
Hoger Onderwijswet in het najaar van 1948
was de mogelijkheid van opleiding voor Geo
detisch Ingenieur aan de Technische Hoge
school te Delft er en maakten overgangs
maatregelen het voor de academisch gevorm
de landmeters mogelijk via een scriptie het
diploma van geodetisch ingenieur te verkrij
gen. Naar men weet hebben bijna honderd
landmeters hiervan gebruik gemaakt en zijn
in april 1950 de eerste landmeters van het
Kadaster ingenieur geworden. In deze jaren
was dhr. Meelker reeds begonnen met rechten
studie, welke studie hij ook bleef volgen, toen
hij in 1951 naar het Ministerie van Finan
ciën, afdeling Hypotheken en Kadaster, werd
geroepen, en die hij in 1955 mocht afronden
rne't een promotie aan de Groningse Univer
siteit tot meester in de rechten. Nauwelijks
een jaar later reeds werd hem aan de Tech
nische Hogeschool te Delft het diploma van
geodetisch ingenieur uitgereikt op de scrip-