Men vervaardigt een lijnenkaart en afzon derlijk een hierbij behorend schriftblad. Van deze kaarten wordt een kopie gemaakt in de vorm van een spiegelbeeldig lijnennegatief en een spiegelbeeldig schriftnegatief. Van het laatstgenoemde negatief wordt nu met be hulp van de Variomat een zeer vet en zwaar gekopieerd diapositief vervaardigd. Vervol gens worden dit rechtlezend diapositief (het schriftmasker) en het spiegelbeeldig negatief van de lijnenkaart nauwkeurig, laag op laag, op elkaar ingepast en samen door belichting weer gekopieerd. De film die nu ontstaat wordt echter nog niet ontwikkeld. Indien dit wèl zou geschieden, zou er dus een positief beeld ontstaan met open ruimten voor de plaatsen waarin de beschrijving nog moet worden aangebracht. Die open ruimten zijn dus door dat vet gekopieerde schriftmasker breder dan voor de normale dikte van de let ters nodig is. Deze zijn immers veel dunner of iets duidelijker gesteld: minder hoog en minder breed. Zoals reeds vermeld, wordt de kopie niet ontwikkeld, doch eerst wordt hierop het spie gelbeeldig negatief van de schriftkaart nauw keurig ingepast en daarna weer belicht. Dui delijkheidshalve moge nog even worden her haald dat de niet ontwikkelde kopie, ont staan uit het lijnennegatief en het schrift- masker (diapositief), nogmaals wordt belicht met het negatief van de originele schriftkaart. Dit belichte materiaal wordt hierna ontwik keld, gefixeerd en gespoeld. Men heeft nu een positief beeld van lijnen en schrift verkregen, waarbij de lijnen even rond het schrift zijn onderbroken en het schrift dus vrij staat. (Wordt vervolgd 336 1 objectief 2 tuimelschijf fig. 22. De Variomat fig. 23. Doorsnede Variomat

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1962 | | pagina 10